Verslag van de Nederlandse sectie.
De voorzitter, Dr. A.J. de Jong, opent te drie uur de vergadering. Hij heet alle aanwezigen welkom. Hij deelt mee, dat ondanks de late aanvangstijd der vergadering, beide lezingen, die op de agenda voorkomen, nog zullen worden gehouden; de beide sprekers zullen echter een gedeelte in kortere vorm weergeven, dan oorspronkelijk hun bedoeling was.
Hij geeft daarna het woord aan Dr. M.J. Langeveld voor zijn inleiding over: Algemeen geestelijke ontwikkeling en taalontwikkeling met name in de puberteit.
Op deze lezing volgde geen bespreking.
Daarna krijgt Dr. J. Leest het woord voor zijn inleiding over: Hoe gebruiken we op de H.B.S. A de meerdere uren voor Nederlands in de klassen IV en V?
Bij de bespreking vraagt de heer Zaalberg, of men in Den Haag, toen men briefwisseling in het programma opnam, niet het oog heeft gehad op handelscorrespondentie. De heer Leest weet niet, of dit de bedoeling is geweest en betwijfelt het. Zijns inziens moet het die kant niet uit. De briefwisseling op de H.B.S. A moet een algemene voorbereiding blijven, waaraan later gemakkelijk een speciale correspondentie aan kan sluiten.
De heer Van Zuiden heeft uit de inleiding de conclusie getrokken, dat de H.B.S. B gericht zou zijn op de cultuur der leerlingen, de H.B.S. A meer op de practische vorming voor de maatschappij en vraagt of die conclusie juist is. De inleider vindt dat een zo scherp onderscheid niet gemaakt mag worden. Het is echter om het late uur niet meer mogelijk breedvoering op deze kwestie in te gaan.
De voorzitter dankt de inleiders en de sprekers. Van de inleidingen zullen uitvoerige verslagen in het orgaan worden opgenomen.
Na rondvraag sluit de voorzitter de vergadering.
R. VAN DER KLEIJ, Secretaris.