die de vinger op de wonde plek legt en een juiste kijk blijkt te hebben op het middel ter genezing.
En de Heer Knop: Het artikel van den heer Keijzer, in het Octobernummer van dit blad, met de strekking waarvan ik het geheel eens ben...
Verder: Wanneer een zoo gebrekkige kennis geconstateerd wordt bij leeraren, die dit vak onderwijzen en die daarvan, blijkens hun meedoen aan dit examen (d.w.z. voor de acte M.O.C.), nog wel een meer dan gewone studie hebben gemaakt, wat moet er dan terecht komen van dit onderwijs, als leeraren zonder eenige voorbereiding daarop worden losgelaten? De deskundige insiders vragen dit niet meer; zij weten, dat op dit gebied de grootst mogelijke onzin aan den man wordt gebracht, zelfs door hen, die zich geroepen hebben gevoeld ‘leer’boeken te schrijven.
Dr. Dubosq knoope zich vooral deze laatste woorden van zijn collega in het oor!
Met betrekking tot het volkomen zakelijk gehouden betoog van den Heer J.B. Polak zou ik het volgende willen opmerken:
De Heer Polak heeft bezwaar tegen mijn uitlating, dat de meeste leeraren niet sympathiek staan tegenover het onderwijs in handelscorrespondentie. Ik mag hem terzake wel verwijzen naar blz. 78, regel 26, van het Februari-nummer.
Op blz. 138 van het April-nummer zegt de Heer Polak: ‘... moet het onderwijs in de correspondentie in de eerste plaats ten doel hebben de leerlingen de grondslagen bij te brengen, d.w.z. het idiomatisch- en grammatisch-zuiver schrijven van de handelsbrief.’ Dat doel kan naar mijn meening echter met iedere, willekeurige vertaling bereikt worden. Daarvoor zal het onderwijs in handelscorrespondentie toch stellig niet in het leerplan van de H.B.S.-A zijn opgenomen.
Met wat de Heer Polak op blz. 139 over de practijkdiploma's zegt ben ik het volkomen eens. Die hebben, op een enkele uitzondering na, maar heel weinig waarde voor de practijk; het zou mij echter te ver voeren om dat hier in bijzonderheden aan te toonen.
Op dezelfde blz. zegt de Heer Polak nog: ‘het onderwijs zoals het gegeven wordt aan de H.B.S.-A (voorheen Hogere Handelsscholen) vond en vindt waardering in de kringen van handel en bedrijf.’ Ook hier zou ik hem menig bewijs van het