| |
Duitse schoollectuur.
Hans Heuer, Masaniello, der Fischerkönig von Neapel. Scherl, Berlin 1935. 167 bld. Mk. 3.-.
De ons uit Auber's Opera: La Muette de Portici bekende opstand in 1647 van het Napolitaanse volk tegen de zwaar drukkende heerschappij van den Spaansen onderkoning. Tot leider van de opstand werpt zich een eenvoudige jonge visser op, die instinctief de juiste woorden vindt om het volk mee te slepen. Doch hij is niet in staat, na het eerste succes de uitspattingen van het gepeupel te verhinderen. Alle veiligheid van lijf en goed verdwijnt, de anarchie wordt ondragelijk en wanneer dan Masaniello door moordenaarshand valt, blijft het volk rustig. De Spaanse troepen zijn de stad weer meester en de rust en de oude toestanden keren terug. - Spannend, zelfs tamelijk sensationeel geschreven. Geschikt voor 3 en 4.
| |
Fritz Reck-Mallezewen, Der Admiral der Schwarzen Flagge. Eine Seeräubergeschichte. Herold Verlag, 9. Aufl. 1936. 163 bld. Mk. 3.60.
Blijkens het oplage-nummer een boek, dat in Duitsland succes heeft. Er is dan ook handeling, avontuur, strijd en doodsgevaar genoeg in om jongens in spanning te houden. Toch heb ik ernstige bezwaren. Het eerste is, dat er naar mijn smaak al te veel bloed vloeit; het tweede, dat de twee jonge Duitsers, die met hun Oom natuurlijk als de enige fatsoenlijke
| |
| |
kerels temidden van de wrede Spanjaarden e.d. voorgesteld worden, er buitengewoon weinig bezwaar tegen hebben, al naar de omstandigheden dat meebrengen aan de zijde van de Spanjaarden of aan die der zeeroversrepubliek tegen hun vrienden van weleer te vechten. En zo vice-versa.
Deze door den schrijver blijkbaar niet gevoelde karakterloosheid lijkt mij een grote fout van het boek. Ik beveel het daarom niet aan.
| |
Joseph M. Velter, Überfall auf die Goldwasserfarm. Erlebnisse Zweier Wolga-Deutscher in Mandschukuo. Volker Verlag. Köln/Leipz. 1935. 166 bld. Mk. 3.-.
Velter kiest graag Mandsjoekwo als plaats van handeling. Hier laat hij een Duitse paardenfokkerij in de volstrekte eenzaamheid der steppen belegeren door een beruchte troep Chinezen. Hardnekkig strijden de Duitse eigenaar, zijn 14-jarige zoon, een paar blanken en hun Chinese knechten tegen de overmacht. Redding schijnt na enige dagen uitgesloten, zodat de zoon stilletjes uitbreekt om hulp te halen, die hij vindt bij een Japanse legerafdeling. Een Japans vliegtuig met machinegeweren heeft dan de strijd gauw beslist. - Een sympathiek en goed geschreven boek.
D.W. HARBERTS.
| |
Peter Rosegger, Der Säemann. L. Staackmann Verlag. Leipzig 1937.
Dit boekje bevat enige gedichten en kortere en langere vertellingen van den beminlijken schrijver, dien ik zeker niet in de bijzondere aandacht van mijn collega's behoef aan te bevelen.
Als klasselectuur lijkt me dit werkje geschikt voor de derde klas, wanneer men tenminste leerlingen heeft, aan wie Rosegger besteed is.
| |
Johannes Koll, Europa entdeckt und erobert die Welt. Verlag Georg. Westermann, Braunschweig/Berlin/Hamburg 1936. M. 3.80.
Op zeer aanschouwelijke en boeiende wijze vertelt de auteur ons over de grote ontdekkingsreizen, die in de loop der eeuwen gemaakt zijn. Voor de objectiviteit, waarmee dit gebeurt, heb ik niet anders dan waardering, juist waar Duitsland in dit verband geen rol van betekenis heeft gespeeld. Enige tekeningen naar oude afbeeldingen geven ons de koppen van verschillende beroemde mannen weer. Het gehele boek maakt een verzorgde indruk, zodat ik het graag voor de bibliotheek aanbeveel, speciaal voor jongens van de tweede en derde klasse.
M.G. BIEGMAN.
| |
Frieda Hupbach, Das Land der ewigen Sonne. Erinnerungen eines Tropenkindes an Java und die Sundainseln. Verlag E.A. Seemann, Leipzig. M. 4.50.
Beschrijvingen van land en landschap, van mensen en dieren door iemand, die dat alles goed kent en liefheeft, boeiend weet te vertellen, en critisch ziet. Sagen en legenden zijn er ter afwisseling ingevlochten en ook zij zullen bij onze leerlingen, die Indië kennen, iets van het verlangen wakker roepen, dat niemand verliest, die daar zijn kinderjaren doorbracht. Het is jammer, dat de schrijfster haar Duits niet beter heeft kunnen vrij- | |
| |
waren voor ‘hollandismen’; in passieve constructies wordt altijd ‘durch’ gebruikt; met ‘Springhähne’ (pag. 95) zet zij Duitse lezers voor een biologisch raadsel - en er zijn meer, zij het ook minder krasse, staaltjes te vinden! Die door leerlingen van een 4e, 5e klas na een enkel waarschuwend woord met animo er uit gehaald worden. Zij lezen het trouwens ook verder met plezier. Druk en uiterlijke verzorging zijn uitstekend.
| |
H. Luhmann, Der Bauernreiter. Velhagen u. Klasing. Bielefeld u. Leipzig.
Een roman uit den 30-jarigen oorlog, die ons het beeld geeft van een Westfaalsen boer: driftig en koppig, verbeten in zijn liefde en wraakgevoel, die hem zijn vaderlijk erf doen verlaten en onder de soldaten gaan; de eindeloze ritten, gevechten, gruwelen worden met neerdrukkende monotonie, en tevens met een zekere opgeschroefdheid verteld. Dit laatste geldt niet voor de liefde voor het land, voor werk en traditie van het boerenleven, die uit dit boek spreekt.
Bruikbaar voor wie de leerlingen - in dit geval uitsluitend de oudsten - kennis wil laten maken met het het genre ‘boerenroman’.
| |
Die Familie Humboldt, nach den Familienpapieren von Wilhelm u. Karoline v. Humboldt u. ihrer Tochter Gabriele, hrsg. von L. Haarbeck. Ensslin u. Laiblins Verlagsbuchhandlung, Reutlingen. M. 3.-.
Het is Lina Haarbeck gelukt, door een verbindende tekst een geheel te vormen uit brieven van de Humboldts tijdens hun vele reizen, uit Spanje, gedurende het jarenlange verblijf van Karoline in Rome, terwijl Humboldt gezant in Engeland was, enz. En deze brieven zijn een prachtig voorbeeld van 18e eeuws humanisme; het voortdurend contact met de voornaamste geesten van hun tijd, de belangstelling van de temperamentvolle en intelligente Karoline voor het wetenschappelijk werk van haar echtgenoot, zijn integriteit als mens en staatsman, hun - ondanks veel leed - gelukkig gezinsleven, dat alles komt in deze briefwisseling zó warm en spontaan tot uiting, dat het m.i. de besten van onze oudere leerlingen boeien moet, al zullen zij soms het gevoel hebben, dat het ‘ver van hen afstaat’. - Een enkele waarschuwing, zich niet te laten afschrikken door de sentimentaliteit van de eerste brieven, uit de verlovingstijd, kan samengaan met de aanbeveling van deze lectuur.
C.M. VRIJDAG.
| |
Julius Moshage, Mit Zirkel und Hammer durch die Welt. Ensslin und Laiblins Verlagsbuchhandlung. Reutlingen. M. 3. 208 bladz. Verscheidene foto's en teekeningen.
Moshage, de smidszoon uit Lippe, vertelt van zijn jeugd, met zijn leeswoede, zijn spelen buiten, en van zijn onvermoeide drang tot leeren en hooger komen, waardoor hij, hoewel zijn vader geen opleiding kan betalen, het op 20-jarige leeftijd tot machinebouwkundig ingenieur heeft gebracht. De moeilijke tijd van ploeteren en zich ontzeggen is daarmee niet voorbij. Maar eindelijk krijgt hij een betrekking, zooals hij zich die wenscht. Een fabriek van turbines en derg. stuurt hem naar Nederl.-Indië, in hoofdzaak om afgeleverde machines, waarover geklaagd wordt, te herzien. Nu beschrijft
| |
| |
hij, al naar herinneringen en invallen zijn tropenleven, tot hij na 1½ jaar weer gelukkig thuis aankwam.
Veel aardige anekdotes zijn hieronder; het boek is de prijs zeker waard. Maar hebben collega's ook niet de ervaring, dat dergelijke boeken tegenwoordig niet veel opgang maken bij de Nederlandsche jeugd?
| |
Johannes Linke, Der Wald und seine Kinder. L. Staackmann Verlag - Leipzig.
Een boekje van 80 bladz., de prijs is niet opgegeven. Het handelt over het groote boschgebied van Beieren en Bohemen. Een viertal proza-opstellen, afgewisseld door 15 gedichten, alle over bosch, hout en woudbewoners. En alle dichterlijk, liefdevol, eenvoudig, maar in een taal, die ook voor onze oudere leerlingen allerlei moeilijkheden met zich brengt. Een geschikt boekje om er, in vijfde of zesde klasse, tusschen andere lectuur in, een paar uur aan te wijden.
J. VALETON.
| |
Gunther Grell, Die Schlei-Piraten. Union Deutsche Verlagsgesellschaft Stuttgart (Berlin) Leipzig. 98 S.R.M. 2.50.
Een niet onaardig jongensboek. Met een boot wordt er op uitgetrokken. De nodige spanning krijgt het verhaal, doordat de 3 jongens in handen vallen van dranksmokkelaars. Ze weten echter de rivierpolitie te waarschuwen en deze krijgt de bandieten, die voor geen kleintje vervaard zijn, na enige wederwaardigheden in handen. De jongens zijn de helden van de dag. De leerlingen van klasse twee en drie zullen dunkt me, dit boek met genoegen lezen.
| |
Hans Watzlik, Die Buben von der Geyerflur. Hermann Schaffstein Verlag, Köln a/Rh., 1937. 183 S. RM. 3.80.
Hoewel op de omslag vermeld staat: Für die Jugend vom 12. Jahre an, is de inhoud voor onze jeugd van H.B.S. en Gymnasium te flauw; het lijkt mij meer lektuiur voor jeugdiger leerlingen.
| |
Dhan Gopal Mukerdschi, Ghond. Übertragung aus dem Englischen von Hilda Westphal. Rütten & Loening Verlag, Frankfurt a M. 1930.
Ghond is een Brits-Indiër, die de geschiedenis van zijn jeugd en zijn opvoeding tot de kaste der krijgslieden beschrijft. Veel Indische gebruiken en wijsheden worden hier voor den ontwikkelden Europeaan op vaak interessante wijze beschreven. Voor de leerlingen onzer scholen lijkt de stof mij echter te moeilijk en te weinig onderhoudend.
| |
Hermann Grote, Quax, der Bruchpilot. Franckh'sche Verlagshandlung in Stuttgart, 1936. 114 S. RM. 3.20.
Een alleraardigst, fris geschreven boekje. Het vertelt de wederwaardigheden van een jongen leerling-vlieger. Het lesvliegtuig gaat door zijn roekeloosheid bij één van zijn alleen-vluchten geheel verloren. Quax zelf komt er zonder kleerscheuren uit te voorschijn. Allengs leert hij discipline
| |
| |
en wordt een uiterst bekwaam vlieger, die verscheiden malen deze bekwaamheid toont. Tenslotte weet hij zelfs 's nachts een prachtige noodlanding met een groot drie-motorig toestel uit te voeren. Het boek eindigt met een hoofdstuk, ongeveer gelijkluidend aan het eerste, waarin niet Quax' leermeester Hansen, maar hijzelf als instructeur-vlieger optreedt.
Geestige tekeningen versieren de tekst.
M. ROSENBAUM.
|
|