Levende Talen. Jaargang 1938
(1938)– [tijdschrift] Levende Talen–Taaltrucjes.Dit is helemaal niet geleerd maar vast niet onaardig. Neem een spel kaarten. Van Appingedam tot Wladiwostok zitten over de hele wereld mensen in alle mogelijke houdingen tegenover elkaar; zij combineren, zij troeven, ze winnen, ze verliezen, ze kaarten na, het zijn millioenen complicaties, allemaal met die paar kaarten, alles dank zij de menselijke geest. Zo is 't met dammen, met schaken, met spellen. 26 lettertekens | |||||||||||
[pagina 383]
| |||||||||||
houden wij er op na en wij combineren ze tot oorlogs- en vredesverklaringen. Het is de mens die er achter zit met zijn lusten, zijn listen, zijn lagen. Bij de taal hoort de man, aan den man zit de taal zoals de geur aan de roos en de ziel aan het lichaam. Goed bezien is het streven naar één taal even dwaas als de veeltaligheid der mensen. Ze zullen elkaar er evenmin door begrijpen. Leeftijds-, sekse en interesseverschillen zullen een terrein van eeuwigdurend wanbegrip blijven vormen. Niet intussen over de taal als verkeersinstrument willen wij spreken, wij willen, 't gaat tegen St.-Nikolaas, taal en talen zien als speelgoed, als een spel kaarten waarmee we trucjes doen. Ook deze trucjes zijn oud. Grieken en Romeinen hebben ze ons nagelaten en door de eeuwen heen kan men ze signaleren. Maar altijd - zoals bij de kaarten - zit de truc in het menselijk brein en zonder dat, zijn kaart, letter of woord 'n dood ding.
***
Woorden die van voren naar achteren en van achteren naar voren 't zelfde beeld vertonen zullen wel in de meeste talen voorkomen. Wij hebben onze Anna, Otto, Reinier, onze kok, negen, lepel en dergelijke zoals de Romeinen ze hadden in hun ibi, hun sitis, en de rest. Palindrōm noemt men ze met 'n geleerd woord, d.w.z. ze lopen opnieuw. Men kan ze om zo te zeggen keren, net als 'n demi saison. 't Zijn dus woorden die in onze bezuinigingswereld opgeld zouden moeten doen. Bezuinigender nog wordt het wanneer hele zinnen gekeerd kunnen worden. Zoals de Schüler in Goethes Faust al niet precies weet waarin hij nu eigenlijk zal moeten gaan studeren, waaruit blijkt dat de problemen van onze eindexaminandi eigenlijk zo nieuw niet zijn, zo ziet men ook uit Griekse palindrōmen, dat wat wij bezuiniging plegen te noemen, ook daar niet onbekend was. Een inscriptie op een doopvont luidt:
| |||||||||||
[pagina 384]
| |||||||||||
Het is duidelijk dat men bij palindrōmen niet altijd een diepe zin te zoeken heeft; 't is spel, spel met woordvormen. ‘Wij vliegen 's nachts in 't licht en worden door 't vuur verteerd’ zeggen de muggen der Romeinen aldus in de taal der bezuiniging: in girum imus nocte et consumimur igni. Voorzover wij weten is de Nederlander niet sterk in 't vinden van dergelijke palindroomregels. 't Nederlands leent er zich blijkbaar niet voor of de Nederlandse geest is misschien te weinig speels. Beter ligt het - hoe kan 't eigenlijk ook anders - den Bezuiniger uit het land der Dichter und Denker. Zij zijn inderdaad sterk in dat soort dingen. Lees maar gerust van achteren naar voren: Ein Ledergurt trug Redel nie. ***
Dat de uiterste economie eigenlijk in ieder woord zit dat is duidelijk als men bedenkt dat met 26 lettertekens duizenden woorden gemaakt zijn. In 't Latijnse Roma zitten nog tegelijkertijd: AMOR, ARMO, MARO, MORA, ORAM, RAMO; allemaal bestaande vormen. Soms zijn wonderlijke combinaties bereikt, bien étonnés de se trouver ensemble. Neem de letters van Mentiris; Minister zit er o.a. in. Een vroom geleerde heeft zo met de letters van Ave Maria gratia plena! Dominus tecum langs de weg van het anagram niet minder dan 1200 zegeningen op Maria gedicht.
***
De sigarenzakjes in vroeger dagen, maar ook nu nog wel, houden er allemaal rebussen op na. Zij zijn zo oud als al 't andere. Wat staat hier zegt de Romein? MA. MA. MA. driemaal MA = MATER = moeder. | |||||||||||
[pagina 385]
| |||||||||||
Wat hier staat zal menigeen voor een of ander dadaïstisch gedrocht houden: Tete Roro mama nunu dada tete lala tete. Men zegt dat Alarich hem voor Rome heeft uitgesproken deze Hexameter: Te tero Roma, manu nuda, date tela, latete. U verpletter ik, Rome, met blote hand, geef af de wapens, verbergt U. Van deze wondere lettergreepverbinding naar de kommaverplaatsing: il n'ya qu'un pas. Men kent de woorden die Mendelsohn in de goede oude tijd aan tafel van Friedrich II hardop moest voorlezen, omdat hij een glas wijn had omgeslagen: Mendelsohn ist ein Esel. Maar Mendelsohn legde de klemtoon op ein en der Zweite en de aardigheid was eraf. Of bij gelegenheid dat de wijn 'n beetje aan de zure kant was: Ess'ich, (Essig) trink ich nicht. Toen Tietz en Wertheim destijds in Berlijn hun zaken openden kwam er 'n knaap voor de dag met deze woorden: Wer bei Tietz kauft Het herinnert aan dingen die wij bij verkiezingen hier te lande plegen op te merken. Men moet inderdaad met komma's voorzichtig zijn. Surrexit non, est hic dat is iets anders dan Surrexit, non est hic. Door de eeuwen heen heeft men met deze mogelijkheden rekening te houden gehad en ook wij moeten er mee oppassen. Achterste voor keren van woorden, spoonerisms en dergelijke | |||||||||||
[pagina 386]
| |||||||||||
(Zie Levende Talen, October. Artikel C.F.P. Stutterheim) zijn oud; ze zijn niet van de laatste tijd. fual redo fuas - 't lijkt Latijn! Sauf oder lauf. a half-formed wish is iets anders dan a half warmed fish. Aardigheden permitteren zich reeds Homeros en Sophokles. Wat zegt gij van zo'n vers: Πօλλα δ'ἀναντα ϰαταντα παραντα τɛ δօχμια ἰἠλϑօν. of Sophokles: Παπαι, ἀπαππαπαι, παπαππαπαππαπαππαπαι. Deze dingen zijn echt. Maar ook imitatie heeft men gemaakt. Speciaal Zuid-Duitsers hebben er een handje van. Wij kennen ze allemaal uit onze kinderjaren: DIE TE CANE IS CAPUT. of voor afscheid - voor deze keer bedoel ik -: Nemesis ne tibi. LEO STRAUS. |
|