Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van Lutgart (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leven van Lutgart
Afbeelding van Leven van LutgartToon afbeelding van titelpagina van Leven van Lutgart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Editeur

François van Veerdeghem



Genre

poëzie

Subgenre

heiligenleven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van Lutgart

(1899)–Anoniem Lutgart, Leven van–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IX. Van din dat hare vertogt wart hare Bouduins doet van Barbenchon.

 
Op enen tijt en stukkelkijn
1680[regelnummer]
Tevoren eer die maget fijn,
 
Lutgart, tes lives inde quam,
 
So was en here, alsic vernam
 
Doe ic der vrowen vite las,
 
Die kapellaen t Aiwires was
1685[regelnummer]
Ende oc en man van goeden name,
 
Want sonder lachter ende blame
 
Droch hi sijn ambacht menech ijar.
 
Oc plach die goede man aldaer
 
Te sermoneerne din ijonfrowen
1690[regelnummer]
Ende anders oc te goeder trowen
 
Des Godes huss bederve don.
 
Her Boudewijn van BarbenchonGa naar voetnoot1
 
Was hi genamt, ende oc was hi
 
Dor sine dogt verre ende bi
1695[regelnummer]
Vermart tin tiden ende sent
 
Noch voerder; want in een convent
 
Begaf hem sent die goede man
 
Daer hi des namen meer gewan,
 
Ga naar margenoot+Dat was t Oigniës, bi FlerusGa naar voetnoot2,
1700[regelnummer]
In lant van Namen, in en hus
 
Van reguliren, daer men seget
 
Dat noch in sinen grave leget
 
Die Godes vrint, mijn her Yacob,
 
Die wilen t Akers was bisschop;
1705[regelnummer]
Ende oc die Godes brut, die vrië,
 
Die van Oigniës ver Marië
 
Gonamet es, si restt aldaer;
 
Die namakont beide ende maer
 
Van groter heilechheiden sijn.
1710[regelnummer]
In dat godshus her Bouduijn
 
Van Barbenchon hem heft begeven.
 
Aldaer so leidde selken leven
 
Die goede man, die confessoer,
 
Dat hi wart sider daer prioer
1715[regelnummer]
Al soverain ende al rewartGa naar voetnoot3;
 
Dos was die goede man vermart
 
Noch meer dan hi tevoren was.
 
Mar wat ic in die vite las
 
Van desen, wildijft horen dan,
1720[regelnummer]
Salic u seggen: doe die man,
 
Die sonder commer ende toren
 
Van herten lange daer tevoren
 
Hadde overleden sinen tijt
 
In eenechheiden (want gevrijt
1725[regelnummer]
Hi was van werelliken saken
 
Die herten dikke besech maken
 
Van buten, eer hi opgetart
 
Din graet ende hi t Oingniës wart
 
Ga naar margenoot+Prioer), was comen tire onleden
[pagina 164]
[p. 164]
1730[regelnummer]
Van din ambachte, van gebeden,
 
Van vastene ende van karinen,
 
Van daghelikschen disciplinen
 
Beide al te saen ende al te sere
 
Began gematen hem die here.
1735[regelnummer]
So dede hi oc van andren dingen
 
Die gheesteliker ufeningen
 
Behoeren toe. Dat heft gedaen
 
Die cranke wille al sonder waen
 
Die willens hem vertregen lit,
1740[regelnummer]
Want hi ne was so vaste nit
 
Opt fondement van karitaten
 
Gevestt, dat hi van sire baten
 
It onderschit dat meeste goet,
 
Doe hi te hoge sinen moet
1745[regelnummer]
Hem lit verheffen omme dat
 
Dat hi dat meesterschap besat,
 
Gelijc dat men van selken lieden
 
Mach merken, die hen so geniedenGa naar voetnoot1
 
Der eeren, die se in haren dagen
1750[regelnummer]
Met prelacijen hir beijagen
 
Ter werelt, dat si dis temin
 
Op ander gheestelijc gewin
 
Al willens achten, ende gheven
 
Bi wilen deewelike leven
1755[regelnummer]
Om een beijach van cranken prise.
 
Mar elc die hem in derre wise
 
Vertregen laett van goeden doene,
 
Opdat hi beidt van din saisone
 
Ga naar margenoot+Tote op den termt, in rechten trowen
1760[regelnummer]
Te spade mags hem wel berowen.
 
So dedt oc desen dis ic u
 
Gewagen hebbe al tote nu;
 
Want, alse ons seget dat latijn,
 
Doe comen was her Bouduwijn
1765[regelnummer]
Tis lives inde ende hi verschit,
 
Om dat die sile algader nit
 
En was gesuvert noch onladen
 
Van sonden ende van mesdaden,
 
So was sententie iegen hare
1770[regelnummer]
Also gegeven dat si sware
 
Ontgelden moste int vegevir
 
Die besechheiden die si hir
 
Gedreven hadde in din ambachte,
 
Want sise al suver nit ne brachte
1775[regelnummer]
Tin jugemente, aldaer sire af
 
Vor Gode rekeninge gaf.
 
Mar om wat saken ic u des
 
Gewagen hebbe ende hoe men es
 
Hiraf ter sekerheiden comen,
1780[regelnummer]
Ende hoe ment sider heft vernomen,
 
Salic u seggen; nu hort dan:
 
Ter selver wilen dat die man
 
Der doet bekorde ende hem dat leven
 
Hir was ontgaen, ende op geheven
1785[regelnummer]
Die gheest tin jugemente wert,
 
So sat Lutgart, die maget wert,
 
T Aiwires in de fermerije;
 
Oc sat Sybilie daer, die vrië,
 
Ga naar margenoot+Ende andre vrowen van daer binnen,
1790[regelnummer]
Die disputeren van der minnen
 
Lutgarden horen comen waren.
 
Oc sat aldaer en moederbaren
 
Die vrint van herten sonderlinge
 
Was din prioer: mar van der dinge
1795[regelnummer]
Die verre denen was geschit,
 
En wisten die ijonfrowen nit.
 
Dat dede wel Lutgart, die fine;
 
Si heft verstaen dat grote pine
 
Ontfinc te doegene an din stonden
1800[regelnummer]
Dis heren sile om hare sonden.
 
Daromme sprac aldos die vrowe
 
(Want sijs gewan int herte rowe)
 
Te ghenen wert met groter haest
 
Bidis hi sat hare alder naest
1805[regelnummer]
Ende seide aldus: ‘HernaGa naar voetnoot1! wal op!
 
Wat sitti hir? Staet vollie op!
 
En hebdi noch vernomen nit
 
Wat nu ter wilen es geschit?
 
Her Bouduwijn van Barbenchon
1810[regelnummer]
Es rekeninge varen don
 
Van allen dat hi ie gedede,
 
Van sinen daden ende mede
 
Van spraken ende van gepeinsen;
 
Dat ambacht, datten weder deinsen
1815[regelnummer]
Dede achterwert, dat staet hem nu
 
Tonstaden groet. Mar hastet u
 
Ende over hem, dis heft te doene,
 
Gaet bidden, want uwe orisone
 
Ga naar margenoot+Hem wale in staden mogen staen,
1820[regelnummer]
Bidis hi hevet swar ontfaen
 
Sententie in dat vegevir.
 
Nu haest u dan! Wat sitti hir?
 
Gaet bidden datten hastelike
 
Verloesse Got van hemelrike
1825[regelnummer]
Van swarre pinen die nu doeget
 
Die sile.’ Aldos so wart vertoeget
 
Der maget edel ende fijn
 
Tin tiden dat her Bouduwijn
 
Van Barhenchon verscheeden ware;
1830[regelnummer]
Dis sider lijden oppenbare
 
Die andre nonnen dars die vrowe
 
Onddekde iegen haren rowe,
 
Want si daerna in corten stonden
 
Die dinc ter warheit ondervonden.

[tekstkritische noot]1700 l. Int; 1709 l. namekont.
voetnoot1
Deze Boudewijn, wiens naam in de hoedanigheid van kapelaan van Aywières reeds in eene oorkonde van 1215 voorkomt, wordt vermeld als prior van Oignies 22 Januari 1234 en in latere stukken van 1236, 1238, 1239. Naar alle waarschijnlijkheid overleed hij in 1242. Hij was beroemd als prediker, doch zijn beheer van Oignies liet te wenschen over. Dom U. Berlière: Monasticon Belge, I, p. 453.
margenoot+
f.285ro.
voetnoot2
Vs. 1699 Flerus. Thans Fleurus, in Henegouwen, ongeveer 10 k. N. van Aiseau, 9½ k. N.O. van Gosselies, 12 k. N.O. van Charleroi, 49½ k. O. van Bergen (Mons).
voetnoot3
d. i. bestuurder, regent. Zie het opstel over ruwaard van De Vries in Versl. en Meded. Kon. Akad. Afd. Lett. dl 12 (1869).
margenoot+
f.285vo.
voetnoot1
Het wederk. hem genieden staat hier in de bet. behagen scheppen, welke in het Mnl. Wdb. aan het onpers. ww. wordt toegekend. Van deze aan het wederk. ww. eigene opvatting was tot heden geen voorbeeld gevonden. Vgl. ook vs. 2036.
margenoot+
f.286ro.
margenoot+
f.286vo.
voetnoot1
d. i. kom hier! hier! eig. hierheen, naderbij; vgl. na, 1e Art. (Mnl. Wdb.) en mnl. her-den (herwaarts, Tenth.) en Warenar 75: heruit!
margenoot+
f.287ro.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken