Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1996 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1996
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1996Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1996

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

Scans (22.41 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1996

(1996)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 69]
[p. 69]

Van de IVN

In Memoriam André Van Seggelen (1932-1996)

Op 5 april 1996 is na een korte ziekte in zijn woonplaats Straatsburg overleden de oud-voorzitter van de IVN, André van Seggelen, hoogleraar Nederlandse taal, letterkunde en beschaving aan de universiteit aldaar.

 

A.J.M. van Seggelen werd op 2 augustus 1932 in Heemstede geboren. Na een studie Nederlandse taal- en letterkunde aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen was hij van 1960 tot 1963 als leraar Nederlands verbonden aan de internationale school van het geallieerde hoofdkwartier van de NAVO, SHAPE, bij Parijs. Van 1 oktober 1963 tot zijn dood werkte hij aan de Universiteit van Straatsburg, sinds 1966 als hoogleraar. In datzelfde jaar promoveerde hij, ook in Nijmegen, bij prof. Asselbergs (= Anton van Duinkerken) op het proefschrift Het Liedboek van Liisbet Ghoeyuaers. In 1979 werd hij als vertegenwoordiger van het Franse taalgebied opgenomen in het zg. ‘grote bestuur’ van de IVN. In 1982 werd hij lid van het dagelijks bestuur, aanvankelijk als ondervoorzitter, van 1985 tot 1988 als voorzitter.

 

In die laatste periode heb ik intensief met hem samengewerkt omdat ik toen secretaris was van de vereniging. Ik kende André natuurlijk als welbespraakt deelnemer aan de colloquia en, uit de wandelgangen, als vriendelijk en belangstellend collega. Nu leerde ik hem ook kennen als scherpzinnig, vasthoudend, toegewijd en volstrekt integer bestuurder. Deze eigenschappen traden vooral aan de dag in de juridisch, politiek en persoonlijk ingewikkelde kwestie Zuid-Afrika die zelfs tot een proces tegen de IVN leidde. André heeft toen ten koste van heel wat slapeloze nachten de verdediging zo goed helpen voorbereiden dat de IVN-advocaat het proces moeiteloos wist te winnen. Altijd ging André recht door zee en zei wat hij van de dingen dacht, ook in situaties waarin het gemakkelijker zou zijn geweest zijn mond te houden. Toen hij tijdens het 39e Algemeen Nederlands Congres in 1986 de extreem rechtse, racistische documenten signaleerde die door ‘Menschen Lyk Wyder’ en de ‘Michiel de Swaenkring’ uit Noord-Frankrijk waren verspreid, werd hij, aldus de voorzitter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen ‘flink van antwoord gediend’. André liet zich er niet door uit het veld slaan.

 

De laatste jaren waren we elkaar wat uit het oog verloren. Na het overlijden van zijn vrouw Lenny die hij met bewonderenswaardige volharding jarenlang thuis had verpleegd, zag ik hem weer op het 12e Colloquium in Antwerpen. ‘Het gaat goed met me, hoor’, zei hij toen. Begin maart van dit jaar vernam ik van zijn goede vriend, de schrijver F. Springer, dat André in het terminale stadium verkeerde. Ik was van plan hem in de paasvakantie op te zoeken maar het is er niet meer van gekomen. Op 5 april overleed hij. Wij zullen hem missen.

 

H.J. Boukema (Driebergen)

[pagina 70]
[p. 70]

Ter nagedachtenis van Prof. dr. Helga Hipp (1934-1966)

Op paaszondag 7 april 1996 overleed op 61-jarige leeftijd Prof. dr. Helga Hipp, hoofd van de afdeling Niederlandistik/Nordistik van het Institut für Germanistik aan de Universiteit Leipzig. Door haar engagement voor onderzoek en onderwijs genoot ze grote waardering van collega's in binnen- en buitenland.

Helga Hipp werd op 24 september 1934 in Schwerin geboren. Zij studeerde van 1954 tot 1959 Duits, Nederlands en Engels aan de Universiteit Leipzig. In 1968 promoveerde ze met een proefschrift over de werkwoorden van beweging in het Duits. Als docente begon Helga Hipp aanvankelijk met Duits als vreemde taal. De ervaring, die ze op dat gebied aan het Tolkeninstituut van de Universiteit Leipzig had opgedaan, kon ze als docente aan verschillende buitenlandse universiteiten aanwenden. In 1969 en 1970 verbleef ze als docente Duits aan de universiteit van Bagdad, van 1977 tot 1982 in Moskou en van 1986 tot 1988 aan de Universiteit Helsinki, waar ze zowel colleges Duits als Nederlands gaf.

Vanaf het begin van de jaren '70 was Helga Hipp werkzaam op het gebied van de Nederlandse filologie onder leiding van Gerhard Worgt, die in 1968 tot gewoon hoogleraar voor neerlandistiek en scandinavistiek was benoemd. In 1982 habiliteerde ze met een werk over de Vlaamse auteur Lode Zielens (1901-1944), in 1986 werd ze tot buitengewoon docent benoemd. Nadat Gerhard Worgt eind 1991 met emeritaat was gegaan, werd Helga Hipp op 1 juni 1992 tot professor voor neerlandistiek benoemd en nam ze de leiding van de afdeling Niederlandistik/Nordistik over.

De laatste jaren hield ze zich vooral bezig met de Vlaamse literatuur van de 20e eeuw en met de verhouding tussen Duits- en Nederlandstalige literatuur. Zo was ze ook de stuwende kracht bij vertalingen, hetzij als literair vertaalster, hetzij als adviseur bij vertalingen van Nederlandse en Vlaamse auteurs in DDR-uitgeverijen zoals Volk und Welt, Aufbau, Kiepenheuer en Reclam.

Een ander aspect waarmee Helga Hipp zich intensief bezighield was de Exilliteratur en wel in het bijzonder de persoon en het werk van de in 1903 in Berlijn geboren Elisabeth Augustin. Aan deze schrijfster was ook haar laatste publicatie gewijd: Elisabeth Augustin, tussen twee culturen. (Ons Erfdeel 39 (1996) nr. 2, p. 92-103)

Door haar wetenschappelijk werk maakt Helga Hipp deel uit van de grote traditie der neerlandistiek in Leipzig, een meer dan 75 jaar oude traditie tot wier vertegenwoordigers o.a. André Jolles, Theodor Frings, Ludwig Erich Schmitt, Gabriele Schieb en Gerhard Worgt behoren.

Samen met Gerhard Worgt heeft Helga Hipp in de jaren '70 en '80 de neerlandistiek in Leipzig verder ontwikkeld en uitgebouwd. Zij is erin geslaagd, ondanks de moeilijke tijd vooral na de Wende, te zorgen voor continuïteit en consolidering van het vak Nederlands, dat vandaag de dag vooral dankzij haar voortdurend engagement een eigen plaats kan innemen als volwaardig vak binnen de magisteropleiding.

H. Eickmans (Leipzig)

[pagina 71]
[p. 71]

In memoriam André Lefevere (1945-1996)

Het overlijden van André Lefevere op 27 maart in Austin (Texas), ten gevolge van acute leukemie, kwam voor iedereen volstrekt onverwacht. Hij was vijftig jaar oud, leek in uitstekende gezondheid te verkeren, genoot volop van een periode van studieverlof en was drukker en opgewekter bezig dan ooit. En dan, plots, het onbegrijpelijke bericht van zijn dood.

In de internationale neerlandistiek was André Lefevere een ongewone verschijning, zowel door zijn achtergrond als door zijn veelzijdigheid. Hij studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit van Gent en trok vervolgens naar de Universiteit van Essex (Groot-Brittannië) voor postgraduate studies, literaire vertaling en vergelijkende letterkunde. Zijn proefschrift verscheen in 1975 als Translating Poetry: Seven Strategies and a Blueprint. Tegen die tijd had hij reeds een docentschap Europese literatuur aan de universiteit van Hong Kong achter de rug en was hij benoemd tot hoogleraar Engelse literatuur aan de toen nog jonge Universitaire Instelling Antwerpen (UIA). Hij voelde zich echter aangetrokken door de Verenigde Staten en zou ten slotte Francis Bulhof opvolgen als hoogleraar Nederlands aan de Universiteit van Texas in Austin. Tussendoor bekleedde hij kortere gastdocentschappen vertaalkunde en comparatistiek in Canberra (Australië), New York (Binghamton) en Leuven, en onderhield hij als ‘honorary professor’ nauwe contacten met de Universiteit van Warwick (GB). Gastlezingen gaf hij letterlijk over de hele wereld. Ongeveer een jaar geleden werd hij Amerikaans staatsburger.

Een zo breed gespreide en inhoudelijk verscheiden carrière vergt talent, ondernemingszin en werkkracht. André Lefevere bezat alle drie in verbluffende mate. Zijn talenknobbel was uitzonderlijk. Hij schreef moeiteloos Nederlands, Engels, Duits, Frans en Afrikaans, vertaalde even gemakkelijk uit het Oudhoogduits als het Latijn, en kon accenten en dialecten imiteren als geen ander. Voor de vakgroep Nederlands in Austin wist hij niet alleen beginners maar ook onderzoeksstudenten aan te trekken. Zijn doceerstijl en zijn schrijftrant waren ontspannen en relativerend, doorspekt met een aanstekelijk maar onnavolgbaar gevoel voor humor. Intellectueel gezien zat hij geen moment stil. Hij had plezier in vertalen en bezorgde, naast allerhande ander vertaalwerk, Engelse versies van Ruusbroec, Stijn Streuvels (De vlaschaard) en Maurice Gilliams (Elias). Met zijn talrijke artikelen en boeken leverde hij een fundamentele bijdrage aan de theoretische en methodologische uitbouw van de vertaalwetenschap. Zo publiceerde hij in 1977 Translating Literature: the German Tradition, een materiaalverzameling met commentaar. Het boek verscheen vrijwel gelijktijdig met een algemener en meer polemisch werk, The Growth of Literary Knowledge. In 1979 schreef hij tesamen met Raymond van den Broeck een geruchtmakende Uitnodiging tot de vertaalwetenschap. Eind 1992 bracht hij in enkele maanden tijd niet minder dan drie boeken op de markt: Translating, Rewriting and the Manipulation of Literary Fame, een verzameling studies; Translation/History/Culture: A Sourcebook, een bloemlezing uit de historische vertaalbeschouwing, en Translating Literature: Practice and Theory in a Comparative Literature

[pagina 72]
[p. 72]

Context, een handboek voor studenten en docenten.

Als neerlandicus bleef André Lefevere een buitenbeentje. Zijn blikveld was altijd ruimer dan één taal of één vakgebied. Maar juist doordat hij zich op andere terreinen - vertaalstudie, comparatistiek, literatuurtheorie - internationale bekendheid had verworven en zich daar met de besten kon meten, profiteerde de neerlandistiek mee van zijn aanzien en gezag. In dat opzicht heeft de neerlandistiek extra muros een van zijn meest gereputeerde pleitbezorgers verloren. Dat met hem tevens een begenadigd vertaler en een bijzonder onderhoudende gesprekspartner is heengegaan, maakt het verlies nog pijnlijker.

 

Theo Hermans (Londen)


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.J. Boukema

  • Theo Hermans

  • Heinz Eickmans

  • over A.J.M. van Seggelen

  • over Helga Hipp

  • over AndrĂ© Lefevere