Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe Testament (Zuidnederlandse vertaling) (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Editeur

C.C. de Bruin



Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe Testament (Zuidnederlandse vertaling)

(1971)–Anoniem Nieuwe testament (Zuidnederlandse vertaling)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXI

Maer het gesciede, doe wi van hen getrocken waren op dat wi sceepten, quamen wi met rechten loepe te Choum ende sdages daer na te Roddum ende van daer te Pateram ende daer na te Myram. Ende doe wi een scep vonden hadden overvarende in Phenicen, opgaende in tscep sceepten wi. Ende doe wi Cypers sagen, soe lieten wijt ter slinker siden ende sceepten in Syrien ende quamen te Tyrum, want daer ontloet tscep sijn last. Maer om dat wi daer jongeren vonden, so bleven wi daer VII dage, die Pauwelse seiden bi den geeste, dat hi niet op en ginge te Iherusalem. Ende doe die dage voldaen waren, soe tijdden wi wech ende gingen, ende si geleidden ons alle met wiven ende met sonen tote buten der stat, ende de knien geboecht in doever beedden wi. Ende doe wi deen dander te Gode bevolen hadden, so gingen wi op in tscep, maer si keerden weder in thare.

Maer doe wi onse scepinge hadden voldaen van

[Folio 216r]
[fol. 216r]

Tyro, so quamen wi neder te Ptolomaiden, ende doe wi de bruedere gegruet hadden, so bleven wi enen dach met hen. Maer sanderdages tijdden wi wech ende quamen te Cesarien, ende ingaende in Philips huus des dyakens, die een vanden VII dyaken was, bleven wi bi hem. Maer desen waren of hadde IV magede te dochtere, die propheteerden [Dese IV dochtere voerseiden Pauwelse wat hem te Iherusalem gedaen soude werden]. Ende doe wi daer enege dage bleven, so quam daer van Judea een man prophete, die Agabet hiet. Doe dese te ons comen was, so nam hi Pauwels gordel, ende hem hande ende voete bendende seide hi: Dit seit de geest: Den man dies dit

gordel es, selen de Joden dus benden in Iherusalem ende selenne leveren in der heidene hande. Alse wi dat gehoert hadden ende die gene die in dier stat waren, so baden wi hem, dat hi niet op en ginge te Iherusalem. Doe antwerde Pauwels ende seide: Wat doedi weenende ende moyende mijn herte? Want icken ben allene niet gereet gebonden te werdene, maer oec te stervene in Iherusalem om ons Heren Ihesus Christus name. Ende doe wijt hem niet ontraden en mochten, so rusten wi, seggende: sHeren wille moet gescien

[Folio 216v]
[fol. 216v]

.

Maer na dese dage bereidde wi ons ende gingen op te Iherusalem ende enege vanden jongeren van Cesarien quamen met ons, met hen leidende Jasonne, daer wi geherberget waren, eenrande out jongere van Cypers.

Ende doe wi te Iherusalem comen waren, so ontfingen ons de bruedere gerne met vrouden, maer sdages daer na ginc Pauwels met ons in tote Jacoppe, ende alle de ouders worden vergadert, de welke doe hise gegruet hadde, soe vertelde hi elc sonderlinge, hoe grote dinge God gedaen hadde in den heidenen bi sinen dienste. Ende doe sijt gehoert hadden, soe loofden si Gode ende seiden hem: Brueder, siestu hoe vele dusentege sijn in den Joden, die geloefden, ende si sijn volgers der wet, maer si hebben van di gehoert, want du leers wech te gane of te scedene van haren Moysesse die Joden, die onder de heidene sijn, seggende, dat si niet sculdech en waren hare sonen te besnidene noch voert te gane na de costume van der wet. Wat eest hieromme? Eest behoerlec, dat de menechte vergadert werde, want si selen hoeren dattu overcomen best. Daeromme doet dat wi di seggen: Ons sijn hier IV manne, die belofte hebben over hen. Dese nem ende heilecht di met hen ende legge hen ane, datsi hare hoefde sceren ende si selen

[Folio 217r]
[fol. 217r]

alle weten, want de welke si van di gehoert hebben, sijn valsch, maer sijt selve wandelende ende de wet hoedende. Maer wi hebben gescreven den genen, die geloefden uten heidene van desen dingen, ordeelende datse derre dingen niet en houden en si dat si hen abstineren of hoeden van dat den afgoden geoffert es ende van bloede ende van versmachten dingen ende van fornicatien of oncuusscheit. Doe nam Pauwels sdages daer na de manne ende suverdde hem met hen, ende ginc in den tempel boetscapende de vervullinge der dage der suveringen, tote dat vor elken van hen geoffert worde een offerande.

Ende doe de VII dage voldaen souden werden ende doe hem de Joden die van Asyen waren, gesien hadden in den tempel, so verporrenden si alt volc ende sloegen hande in hem, roepende: Gi israelsce manne, hulpt ons! Dit es de mensce, die jegen tfolc ende de wet ende jegen dese stat alle menscen al over al leerende es, ende hierenboven heeft hi de heidene in geleidt in den tempel ende heeft besmet dese heilege stat. Want si hadden in de stat met hem gesien Trophinium van Ephesien, den welken si waenden, dat hem Pauwels in den tempel geleidt hadde, ende al de stat wert beruert ende

[Folio 217v]
[fol. 217v]

het wert een geloep van al den volke. Ende si begrepen Pauwelse ende trocken hem uten temple, ende stappans worden de doren gesloten. Maer hem soekende te doodene eest geboetscaept den tribune vander roemscher scaren, dat al Iherusalem geconfundeert worde of gescent. Die stappans nam de ridderen ende de hondert heren ende hi liep te hen. Die, doe si sagen den tribuun, cesseerden si Pauwelse te slane. Doe toegaende de tribuun begreep hi hem ende hietene benden met II ketenen, ende hi vragede wie hi ware ende wat hi gedaen hadde. Maer andere riepen anders in de scare. Ende doe hi de waerheit niet geweten en mochte omt gerochte, so beval hine te leidene in den casteel. Ende alse hi ten grade quam, so gevielt dat hi gedragen wert vanden ridders om de cracht vanden volke. Want de menechte vanden volke volgede hem, roepende: Doech hem wech!

Ende alse menne begonste in de borch te leidene, so seide Pauwels den tribune: Es mi georlovet iets wat te di te sprekene? Die seide hem: Constu Griex? En bestu niet die man van Egypten, die vore dese dage verwec\kes

[Folio 218r]
[fol. 218r]

dat gerochte ende leides ute in de woestine IVM manne swerde dragers? Ende Pauwels seide tot hem: Seker ic ben een Jode, geboren van Tharso Cicilien niet onbekint, <jaerlaet> [of jaerlaet] van tseyse, maer ic bidde di: Laet mi yets wat spreken toten volke. Ende doe hijt hem georlooft hadde, so wincte Pauwels metter hant, staende op de trappen, ten volke wert, ende het gesciede een groet gestille, ende hi sprac met bhereeuscer tongen, seggende:


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken