Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe Testament (Zuidnederlandse vertaling) (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Editeur

C.C. de Bruin



Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe Testament (Zuidnederlandse vertaling)

(1971)–Anoniem Nieuwe testament (Zuidnederlandse vertaling)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXII

Manne brueders ende vaders, hoert de redene, die ic u nu geve.

Ende doe enege hoerden, dat hi met hebreuscher tongen sprac te hen, so maecten si meerre gestille, ende hi seide:

Seker, ic ben een man een Jode, geboren van Tharso in Cicilien ende gevoedt ende in deser stat neven Gamaliels voete geleert na de waerheit onser vaderlekere wet, ende ic was na volgere ende minnere der wet alsoe gi alle heden sijt. Want ic persequeerde desen kerstinen wech toter doot, bendende ende leverende in gevangenesse manne ende wive, also mi de prince van den papen orcontscap gaf ende alle de meeste van

[Folio 218v]
[fol. 218v]

geboerten, vanden welken ic letteren ontfinc ten bruederen van Damasco ende ginc der wert, op dat icse gebonden leidde in Iherusalem op datse gepijnt werden souden. Maer het es gesciet daer ic ginc ende ic Damasco naecte in midden den dach, soe omsceen mi haestelec een groet licht vanden hemele ende nedervallende in derde hoerdic een stemme vanden hemele, die mi seide: Sauwels, Sauwels, wat bepersequeerstu mi? Het es di hert jegen den gaert te stekene. Maer ic antwerde: Here, wie bestu? Ende hi seide tot mi: Ic ben Ihesus van Nazareth, dien du persequeers. Ende die met mi waren, si sagen seker dlicht, maer si en hoerden sgeens stemme niet, die met mi sprac. Ende ic seide: Wat salic doen, Here? Maer de Here seide tot mi: Opstaende gaet te Damasco ende daer sal di geseit werden van allen den welken di behoert te doene. Ende doe ic niet en sach om de claerheit van dien lichte, so leidden mi de gesellen metten handen ende ic quam te Damaschum. Maer Ananias, eenrande man, een goet getuge hebbende na der wet van alle den Joden, die te Damasco woenen, comende tot mi ende staende seide hi mi: Sauwels, brueder, sich. Ende te dier selver uren sagic in hem. Ende hi seide: Onser vadere God heeft di voer ordineert, dat\tu

[Folio 219r]
[fol. 219r]

sinen wille bekinnen souds ende dattu den gerechtegen sien souts ende stemme hoeren ute sinen monde, want du sels sijn or\conde sijn tot allen menscen van dien dingen dattu gesien ende gehoert heefs. Ende nu wat beidstu? Stant op ende wert gedoept ende dwa af dine sonden ende aneroep sinen name. Maer het es gesciet mi weder te kerene in Iherusalem ende ic beedde in den tempel ende ic wert in verwonderen der gedachten ende ic sach dien die mi seide: Haeste di ende ganc vollec uut Iherusalem, want si en selen dijn orcontscap niet ontfaen van mi. Ende ic seide: Here, si weten want ic was slutende in den carkere ende slaende inden synagogen hen die in di geloefden. Ende doe Stevens bloet, dijns getugen, gestort wert, stondicker bi ende concenteerde ende ic hoedde der geenre cledere, die hem doodden. Ende hi seide tot mi: Gaet, want ic saldi verre senden toten heidenen.

Ende si hoerden hem spreken tot dien waerde, ende si hieven hare stemme op, seggende: Doech wech susteenegen vander erden, want en es niet georlooft hem te levene. Maer hen roepende ende hare cledere werpende ende gemul werpende in de locht [Doe de Joden Pauwelse hoerden seggen dattene God ten heidenen wert sant, van groter verwoetheit woerpen si hare cleeder ute ende gemul in den hemel, om dat sine gerne gedoodt hadden], so geboet de tribuun, dat men hem leidde in de borch ende dat men hem met geesselen sloege ende pijnde, om

[Folio 219v]
[fol. 219v]

dat hi weten soude om wat saken si so op hem riepen. Ende doe si hem met feteren gespannen hadden, so seide Pauwels toten hondert here die bi hem stont: Moge di enen man, enen Romein, ongedoemt slaen? Doe de hondert here dat hoerde, so ginc hi toten tribuun ende boetscapet hem, seggende: Wat selstu doen? Want dese mensce es een portere van Roeme, ende de tribuun toegaende seide hi hem: Sech mi, ochtu een Roemein bes. Ende hi seide hem: Ja ic. Ende de tribuun antwerde: Ic hebbe dat porterscap gecregen met groter summen van gelde. Ende Pauwels seide: Maer ic ben int porterscap geboren. Hieromme gingen si thant van hem, die hem getorment souden hebben. Ende de tribuun ontsach hem na dien dat hi wiste, dat hi een portere van Roeme was ende want hi hem gevangen hadde.

Maer sdages daerna woude hi nerenstelekere weten, uut

[Folio 220r]
[fol. 220r]

wat saken dat menne wroegede, ende hi ontbant hem ende hi beval den prince van den papen ende alden rade te gadere te comene, ende hi leidde Pauwelse voert ende settene onder hen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken