Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het prieel der gheestelicker melodiie (1617)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het prieel der gheestelicker melodiie
Afbeelding van Het prieel der gheestelicker melodiieToon afbeelding van titelpagina van Het prieel der gheestelicker melodiie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

Scans (30.93 MB)

ebook (11.16 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het prieel der gheestelicker melodiie

(1617)–Anoniem Het prieel der gheestelicker melodiie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina VII]
[p. VII]

Tot de godt-vrvchtighe ionckheyt van Brvgghe.

LIeue Kinders eer dat gy voorder gaet, Noteert ten eersten dat ghy in dit Boecxken, diueersche soorten van Liedekens vinden sult en in dryderley talen, te weten in’t Latijn, Fransoys ende Vlaemsch, ende ouer sulcks siet ghy dit Boecksken met sommige soo Latijnsche als Fransoysche ende Vlaemsche prijs-redenen verciert, ende vereert, het welcke sommige gheleerde en treffelijcke mannen hebben willen doen, om u-lieder allen te couragieren, en t’samen te thoonen, hoe profijtelijck ende hoe goet dat sy dit Boecxken zijn achtende.

Noteert ten ten tweeden, dat sommighe Liedekens op de principale Hoochtijden des iaers zijn dienende. Andere spreken alleen van schoone gheestelijcke materien ofte deuchden in’t ghemeyn, en daerom moghen sy op alle tijden des Iaers ghesonghen worden.

Ten eersten dan soo hebdy de Liedekens die de Alderheylichste Drijvuldicheyt aen-gaen.fol. 1.
Ten tweeden, die vande H. Moeder Godts Maria spreken, uyt die welcke Godts eeuwich Sone Iesus Christus gheboren is,fol. 13.
Ten derden, de Leysenen, de selue geboorte aengaende, ende sijn sommighe int Latijn, sommighe int Vaemsch.fol. 41.
Ten vierden, van het hoochweerdich H. Sacrament des Autaers.fol. 94.
Ten vijfsten, vande heylighe ende bitter Passie des Heeren.fol. 101.
Ten sesten, van den heylighen Paesschen, ende den uyt-gaende tijdt.fol. 110.
[pagina VIII]
[p. VIII]
Ten seuensten, van Penitentie ende ‘tversmaden des werelts.fol 124.
Ten achsten, vande Doodt.fol. 145.
Ten neghensten, van d’Oordeel Godts.fol 160.
Ten 10. Vande Helle en’t Vaghevier.fol 162.
Ten 11. Vande Hemelsche glorie.fol. 164.
Ten 12. Liedekens die op alle tijden des Iaers ghesonghen moghen worden.fol. 172.
Ten 13. Van de liefde Godts.fol. 182.
Ten 14. Van de patientiefol. 183.
Ten 15, De Fransoysche.fol. 239.
Ten 16. De Latijnsche.fol. 272.
Ten 17. Om de bequamicheydt des plaets een Liedeken dienende tot den Catechismus.fol. 286.

Noteert ten 3. dat hoe wel datter sommighe Liedekens hier in staen, die versch gecomponeert zijn van verstandighe ende gheleerde persoonen, het sijn nochtans meestendeel al oude Liedekens die noch somtijts hebben ghedruckt geweest, maer gelijck sy seer incorrect waren, soo hebben wy die met groote moeyte, arbeyt ende neerstichticheyt moeten corrigeren. Ten 1. want veel liedekens seer kinderachtich waren, ende schenen van een simpel vrouken ghedicteert te wesen: Andere gheenen sin en hadden, soo datmen die lesende, bycans niet gheraeyen en konde wat dat sy wilden seggen: Andere liedekens waren somtijts ondiscretelijck, iae oock ongestichtelijck hier en daer sprekende, daer de Gheusen ende quade Catholijcken waren mede spottende ende gabberende, ende haer tanden mede koterende: Ten 2. om dat de oude liedekens op seer veel plaetsen qualijck waren rijmende, als wesende meestendeel ghemaect van wilde Componisten, die haer niet en verstonden van’t ghene de vlaemsche poesie competeert. Dese quade rijmen hebben wy moeten uytnemen, en daer andere goede

[pagina IX]
[p. IX]

ende bequame rijmen in haer plaetse stellen. Ten derden wasser een groote faute in alle de vlaemsche liedekens, die tot nu toe hebben ghedruckt gheweest, dat de Veersen hier ende daer, eene twee, oft dry sillaben te luttel oft te veel waren hebbende: Oock daer-en-bouen, al-omme warender corte sillaben voor langhe, lange voor korte gheset, het welcke int singhen een groote onbequamicheyt by brenght: ten mach niet lieghen. Ende in dese faute vallen alle de Rhetoriciens ende dichters, hoe goede Meesters sy oock zijn (behoudens haerlieder eere) als sy den sanck oft Musijcke niet en verstaen. Soo hebben wy dan onse Rhetorijcke ghebrocht op den Fransoyschen ende Italiaenschen voet, te weten op een sulcke, datter niet een sillabe min oft meer en sy dan den sanck is vereysschende.

Noteert ten vierden aen-gaende de Musijcke, dat vele nieuwe schoone, deuote, liffelijcke toonen ende voysen hier in dit boecxken zijn gecomponeert van goede Musiciens: Niet te min, seer vele liedekens hebben wy op de oude toonen gelaten, soo om datse goet zijn, soo om datse een ieghelijck kan, soo oock om datmen alsoo de oude lichtveerdighe liedekens te lieuer laten en te lichter vergheten soude, aenghesien datmen op de selue lieffelijcke toonen, nu andere gheestelijcke Liedekens kan singhen.

Dit wasser, Lieue Kinderen, dat ick v wilde veraduerteren, eer dat ghy de Liedkens sout beghinnen te lesen oft te leeren: Valter nu aen met een ghenoechte, neersticheyt, ende viericheyt. Worpt me alle de vuyle ende amoureuse, lichtveerdige Liedekens in’t vier, ende neemt dit deuchdelijck boecxken in handen, leert dit neerstelijck, ende drucket vast in uwe memorie, met de nieuwe lieffelijcke toonen, die elck

[pagina X]
[p. X]

Liedeken toegheeyghent zijn. Dese sult ghy mogen singhen smorgens vroech, s’auonts late, op strate, ende in huyse, inde schole, op v werck, buyten te velde, reysende, wandelende. Ia oock in de kercke, als den Catechismus geschiet, onder den welcken ghylieden dese ende dierghelijcke gheestelijcke, deuote lof-sanghen sult singhen, achter volghende Italien ende andere Prouincien daer sy het selue doen, ende hare Catechismus Liedekens uyt-stellen, ende in drucke laten uyt-gaen, ghelijck wy-lieden oock nu zijn doende. Doet soo beminde kinderen, ghelijck ick v rade, ghy sult van Brugghe een Hemels Hierusalem maken, in wiens straten, men ghedurichlijck is hoorende dat blijde Alleluia, ende den lof des Heeren, nu en ter eewigher uren. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken