Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die riddere metter mouwen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die riddere metter mouwen
Afbeelding van Die riddere metter mouwenToon afbeelding van titelpagina van Die riddere metter mouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

M.J.M. de Haan

Ludo Jongen

Marijke J. van der Wal



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die riddere metter mouwen

(1983)–Anoniem riddere metter mouwen, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

Hoe die riddere metter mouwen sire moder vant ende hoe hi Claretten nam

 
Daventure seit nu daer of,aant.
 
Dattie coninc wilt houden hofGa naar voetnoot2119
2120[regelnummer]
Dore tridders wille metter mouwen.Ga naar voetnoot2120
 
Daer quamen ridders ende joncfrouwen,
 
Daer quamen graven ende hertogen,
 
Die rike waren ende vermogen.Ga naar voetnoot2123
2124[regelnummer]
Coninge ontboet hi oec tsamen
 
Ende drie coninginnen bi namen.Ga naar voetnoot2124/25Ga naar voetnoot2125
 
Ga naar margenoot+Daer was ene comen sonder manGa naar voetnoot2126
 
Om haer leen tontfane dan.
2128[regelnummer]
Het waren doet moder ende vader,Ga naar voetnoot2128
 
Dat conincrijc quam op haer algader.Ga naar voetnoot2129
 
Doemen ter taflen was geseten,
 
Dede die coninc den riddere weten,
2132[regelnummer]
Diemen hiet metter mouwen,
 
Dat hi diende vor die vrouwen.Ga naar voetnoot2133
 
Ende daer hi stoet vor die coninginne,Ga naar voetnoot2134
 
Die sonder man was comen daer inne,
2136[regelnummer]
Dochti hare wesen di selve man E Ga naar voetnoot2136
 
Die den ridder metter mouwen an haer wan,Ga naar voetnoot2137
 
Soe gelijc was hi den vader.Ga naar voetnoot2138
 
Om dit soe waende si algader,Ga naar voetnoot2139
2140[regelnummer]
Dat haer amijs ware vor waer.Ga naar voetnoot2140
 
Van vresen viel si in onmacht daer.Ga naar voetnoot2141
 
Men hiefse op, doe si bequam,Ga naar voetnoot2142
[pagina 122]
[p. 122]
 
Den riddere si te haerward namGa naar voetnoot2143
2144[regelnummer]
Ende mandene bi sire trouwen dare,Ga naar voetnoot2144
 
Dat hi haer seide, wie hi ware.
 
Hem souder geen arch af gescien.Ga naar voetnoot2146
 
Hi antwerde der vrouwen mettien:
2148[regelnummer]
‘Vrouwe, in sach nie vader no moder,
 
Dies ic nie was te vroder,Ga naar voetnoot2149
 
Noch in quam noit soe vord,Ga naar voetnoot2150
 
Daer icker iet af hadde gehord,
2152[regelnummer]
Hoe si heten oft wie si sijn.
 
Maer doen ic was een kindekijn
 
Om die mate van VII dagen,Ga naar voetnoot2154
 
Wasic te vondelinge gedragenGa naar voetnoot2155
2156[regelnummer]
Tote Doevre optie zee.Ga naar voetnoot2156
 
In caens u berechten nemmee.’Ga naar voetnoot2157
 
Hier bi kinde die vrouwe wel das,Ga naar voetnoot2158
 
Dat dit selve haer kint was,Ga naar voetnoot2159
2160[regelnummer]
Maer si decte doe hare wordGa naar voetnoot2160
 
Ende scamets hare te bringen vord.Ga naar voetnoot2161
 
Si beitde dat si quam te lande.Ga naar voetnoot2162
 
Si dankets hem ende ginc te hande
2164[regelnummer]
In die zale; daer was groet spel.Ga naar voetnoot2164
 
Men diende daer utermaten wel.
 
Naden etene bat si ene bede
 
Den coninc, die hi gerne dede.Ga naar voetnoot2167
[pagina 123]
[p. 123]
2168[regelnummer]
Dat was datse die ridder metter mouwenGa naar voetnoot2168
 
Tote huus geleide, die scone vrouwe.
 
Die coninc gaf hare dese bede
 
Ende sende Walewain oec mede
2172[regelnummer]
Ende Percheval, ende beval hen dire,Ga naar voetnoot2172
 
Dat sine weder bringen scire.Ga naar voetnoot2173
 
¶ Onder wegen seitsi hen al,Ga naar voetnoot2174
 
Wat hare gesciet was, groet ende smal,Ga naar voetnoot2175
2176[regelnummer]
Ende hoe dat hi haer soene es.Ga naar voetnoot2176
 
Ende dat sijt hal, quam bi des,Ga naar voetnoot2177
 
Om datmense alle steinde dan,
 
Die kint hadden sonder getrouden man.Ga naar voetnoot2179
2180[regelnummer]
‘Om dit leidic u te vondelinge.
 
Aldus sijn vord comen die dinge:Ga naar voetnoot2181
 
U vader was die scoenste ridder metGa naar voetnoot2182
 
Diemen wiste, ende diende betGa naar voetnoot2183
2184[regelnummer]
Minen vader dan noit man dede.
 
Ende doen hi wiste die waerhede,
 
Dat ic met kinde was bevaen,Ga naar voetnoot2186
 
Ga naar margenoot+Ontstal hi minen vader saen.Ga naar voetnoot2187
2188[regelnummer]
In sagene noisint, sijt seker des.Ga naar voetnoot2188
 
In weet oft hi doet of levende es.
 
Nu willic uwes niet langer helen;Ga naar voetnoot2190
 
Ic wille u, sone, min lant bevelen.Ga naar voetnoot2191
2192[regelnummer]
Ic wilt u geven vor mine manGa naar voetnoot2192
 
Ende altoes uwes lien vord an.’Ga naar voetnoot2193
 
Nu was die riddere metter mouwen
[pagina 124]
[p. 124]
 
Die blietste een diemen mocht scouwen.Ga naar voetnoot2195
2196[regelnummer]
Hi dancte Gode, onsen Here,
 
Dat hi was comen an dese ere.
 
¶ Sijn moder was oec so blide daerof,
 
Dat si dede beropen een hofGa naar voetnoot2199
2200[regelnummer]
Ende dede te samene al haer lant,Ga naar voetnoot2200
 
Om dat si haren soene vant.Ga naar voetnoot2201
 
Si deet alden heren verstaen
 
Ende dede hen van hem ontfaenGa naar voetnoot2203
2204[regelnummer]
Al haer lant. Doen hijt ontfinc,aant.Ga naar voetnoot2204
 
Wilsi dat hi ware haer coninc.Ga naar voetnoot2205
 
Doen dese feeste was gedaen,Ga naar voetnoot2206
 
Seitsi hem haren name saen.Ga naar voetnoot2207
2208[regelnummer]
Sijn name dat was Miraudijs,
 
Die sint verwarf menegen prijs,
 
Eer hi dese werelt liet.Ga naar voetnoot2210
 
Danc heb die herte diet hem riet.Ga naar voetnoot2211
2212[regelnummer]
Ga naar margenoot+Een man en ware nember daer,aant.Ga naar voetnoot2212
 
Dat wetic wel al over waer,
 
Hine toget wanen hi es comen,Ga naar voetnoot2214
 
Alse die rose doet boven ander blomen.Ga naar voetnoot2215
2216[regelnummer]
Ende die oec dorper es ende corliaen,Ga naar voetnoot2216
 
Men maget wel an hem verstaen,Ga naar voetnoot2217
 
In wat lande so menne siet,Ga naar voetnoot2218
[pagina 125]
[p. 125]
 
Hine can sine seden gelaten niet.Ga naar voetnoot2219
2220[regelnummer]
Dus waest metten riddere comen.Ga naar voetnoot2220
 
Sine hoge liede heeft hi genomenGa naar voetnoot2221
 
Ende es met Walewaine gevaren
 
Ten coninc Arture sonder sparen
2224[regelnummer]
Met ere maisnieden harde groet.Ga naar voetnoot2224
 
Ende doen die coninc Artur verstoet,
 
Hoe hem sine dinge sijn vergaen,
 
Gaf hi heme Claretten saen,
2228[regelnummer]
Die hi begeerde vor alle vrouwen
 
Ende si hem weder met goder trouwen.Ga naar voetnoot2229
 
Daer was die feeste harde groet.
 
Alle sine vriende hi daer ontboetGa naar voetnoot2231
2232[regelnummer]
Ende gout hen allen met groten lone.Ga naar voetnoot2232
 
Sider droech hi selve crone
 
In sire moder lant geredeGa naar voetnoot2234
 
Ende in Spaengen lant oec mede,
2236[regelnummer]
Ende levede lange in goeder maten.Ga naar voetnoot2236
 
Hier af willic die tale laten
 
Ende van Galias spreken vord,
 
Keys neve. Nu swijcht ende hord.
voetnoot2119
hof: hoffeest.
voetnoot2120
Dore (...) wille: om wille van.
voetnoot2123
vermogen: machtig.
voetnoot2124/25
tsamen / Ende: niet alleen ..., maar ook.
voetnoot2125
bi namen: in het bijzonder.
margenoot+
172vc
voetnoot2126
ene: er een; man: echtgenoot (vgl. vs. 2179).
voetnoot2128
Het ... vader: haar vader en moeder waren dood. Het is onderw. voor de vorm; vgl. Stoett par. 38.
voetnoot2129
quam op haer: viel haar als erfgoed ten deel.
voetnoot2133
diende: tafeldienen moest.
voetnoot2134
daer: toen.
voetnoot2136
Dochti hare wesen: scheen het haar toe, dat hij was.
voetnoot2137
an haer wan: bij haar had verwekt.
voetnoot2138
Soe: zozeer.
voetnoot2139
waende si algader: meende ze stellig.
voetnoot2140
Dat: dat het; het verwijst naar de RmM; haer amijs: haar minnaar, geliefde.
voetnoot2141
daer: toen.
voetnoot2142
bequam: bijkwam.
voetnoot2143
te haerward: bij zich.
voetnoot2144
mandene bi sire trouwen: bezwoer hem.
voetnoot2146
arch: leed, kwaad; af: door.
voetnoot2149
Dies: dit (gen. afhankelijk van te vroder; Dies verwijst naar vs. 2152); was te vroder: ben te weten gekomen.
voetnoot2150
in quam noit soe vord: ik ben nooit zo ver gekomen.
voetnoot2154
Om die mate van: van ongeveer.
voetnoot2155
gedragen: gelegd.
voetnoot2156
optie: bij de, aan de.
voetnoot2157
nemmee: niet meer.
voetnoot2158
Hier bi kinde: hieraan wist, hierdoor begreep; das: genitief wsch. i.v.m. het rijm.
voetnoot2159
dit selve: dit.
voetnoot2160
si decte doe hare word: zij zei er toen niets over.
voetnoot2161
scamets = scamede es; te bringen vord: het te vertellen.
voetnoot2162
beitde: wachtte; dat: totdat; quam te lande: thuis kwam (in vs. 2174 blijkt evenwel dat ze onderweg het verhaal al vertelt).
voetnoot2164
spel: vreugde, vrolijkheid.
voetnoot2167
dede: inwilligde.
voetnoot2168
datse: dat (...) haar; -se is voorl. lijd. vw..
voetnoot2172
beval: droeg op; dire: met nadruk.
voetnoot2173
sine: ze hem, nl. de RmM.
voetnoot2174
al: alles.
voetnoot2175
groet ende smal: geheel en al, alles zonder uitzondering.
voetnoot2176
hoe dat: hoe, op welke manier.
voetnoot2177
hal: had verborgen, geheim had gehouden.
voetnoot2179
sonder getrouden man: zonder getrouwd te zijn.
voetnoot2181
vord comen: geschied.
voetnoot2182
met: ook (met is hier wel een stoplap).
voetnoot2183
wiste: kende.
voetnoot2186
met kinde was bevaen: in verwachting was.
margenoot+
173ra
voetnoot2187
Ontstal: ging heimelijk weg van.
voetnoot2188
noisint: sindsdien nooit meer.
voetnoot2190
uwes: het bestaan van u.
voetnoot2191
bevelen: toevertrouwen.
voetnoot2192
vor: ten overstaan van; man: leenmannen.
voetnoot2193
lien: erkennen als zoon (met de gen.).
voetnoot2195
Die blietste een: de meest verheugde man.
voetnoot2199
beropen: afkondigen; hof: hofdag.
voetnoot2200
te samene: bijeenkomen; al haer lant: alle mensen in haar land.
voetnoot2201
vant: had gevonden.
voetnoot2203
ontfaen: als leen ontvangen (zie vs. 2191/92).
voetnoot2204
ontfinc: aannam.
voetnoot2205
Wilsi: wilden ze (vL. II par. 119)
voetnoot2206
feeste: plechtigheid.
voetnoot2207
Seitsi: zeiden ze.
voetnoot2210
liet: verliet.
voetnoot2211
riet: toe inspireerde, toe aanzette.
margenoot+
Nota
voetnoot2212
Een man ... daer: er zou nooit een (dapper) man kunnen zijn.
voetnoot2214
Hine: of hij.
voetnoot2215
doet: plaatsvervangend voor toget (zie Stoett par. 254.
voetnoot2216
oec: dan ook (proleptische bep. bij maget ... verstaen; corliaen: ellendeling (die ... corliaen is een voorgeplaatste bijv. bz. bij hem; zie Stoett par. 351).
voetnoot2217
verstaen: bemerken.
voetnoot2218
In wat lande so: in welk land ook.
voetnoot2219
seden: gewoonten.
voetnoot2220
comen: gegaan.
voetnoot2221
genomen: meegenomen.
voetnoot2224
maisnieden: gevolg.
voetnoot2229
weder: op haar beurt, ook.
voetnoot2231
ontboet: liet komen.
voetnoot2232
gout: vergold het.
voetnoot2234
gerede: zonder twijfel, voorwaar.
voetnoot2236
in goeder maten: in goede toestand.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken