Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die riddere metter mouwen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die riddere metter mouwen
Afbeelding van Die riddere metter mouwenToon afbeelding van titelpagina van Die riddere metter mouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

M.J.M. de Haan

Ludo Jongen

Marijke J. van der Wal



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die riddere metter mouwen

(1983)–Anoniem riddere metter mouwen, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Galyas ende den riddere metter mouwen

2240[regelnummer]
Ons seget daventure hier of,aant.
 
Dat coninc Artur hilt een hof,aant.
 
Daer toe quamen al die meeste.Ga naar voetnoot2242
 
Daer es comen terre feesteGa naar voetnoot2243
2244[regelnummer]
Clarette ende haer man gevaren,Ga naar voetnoot2243/44
 
Die onlancs gehuwet waren.
 
Daer quam menech, sijt seker das.
 
Een riddere die hiet Galyas,
2248[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die was Keys suster sone,
 
- Van Rome was geboren die gone -
[pagina 126]
[p. 126]
 
Hi quam vore den coninc staenGa naar voetnoot2250
 
Ende groettene hoveschlijc ende seide saen:
2252[regelnummer]
‘Her her coninc, gi sult verstaen,Ga naar voetnoot2252
 
Ic hebbe u menegen dienst gedaen
 
Alse goet riddere doet sinen here.
 
Nu biddic u, her coninc, harde sere,
2256[regelnummer]
Dat gi mi doet hier ene bedeGa naar voetnoot2256
 
Dore uwe grote edelhede.’Ga naar voetnoot2257
 
Die coninc sprac: ‘Wat gi bid nu,
 
Bi mire cronen, ic geeft u.’
2260[regelnummer]
‘Here,’ sprac hi, ‘God lone u daer of.
 
Soe magics mi houden an u belof,Ga naar voetnoot2261
 
Want conincs word mogen niet keren.Ga naar voetnoot2262
 
Nu hord, her coninc, vor al dese heren:
2264[regelnummer]
Gi moget u scamen sonder waenGa naar voetnoot2264
 
Dat gi hier vor u ogen siet gaenGa naar voetnoot2265
 
Die Keyen, uwen drossate, sloech,Ga naar voetnoot2266
 
Die altoes uwe ere droechGa naar voetnoot2267
2268[regelnummer]
Waer hi was in allen lande.Ga naar voetnoot2268
 
Hi verweerde dicke u scandeGa naar voetnoot2269
 
Ende hevet dicke dor u gedaenGa naar voetnoot2270
 
Wonder groet ende bestaen.’Ga naar voetnoot2271
2272[regelnummer]
Die coninc seide: ‘Her Galyas,
 
Wi weten wel wat Keye was.
 
Hine hadde noit so goden vrient,
 
Hine sprac hem lachter onverdient.Ga naar voetnoot2275
2276[regelnummer]
Ende ne haddict oec niet gesworen,
 
Gine ledet heden sonder toren.Ga naar voetnoot2277
[pagina 127]
[p. 127]
 
Dat gi mi sprect dus nae nu.’Ga naar voetnoot2278
 
Galyas balh hem, dat secgic u:Ga naar voetnoot2279
2280[regelnummer]
‘Her coninc, hout wet ende sedeGa naar voetnoot2280
 
Ende doet mi nu mine bede.’
 
‘Wat beden wildi hebben dan?’
 
‘Here, ic eysche u te campe den man,Ga naar voetnoot2283
2284[regelnummer]
Die mijn oem Keyen sloech.
 
Ic wille wreken dat ongevoechGa naar voetnoot2285
 
Opten riddere metter mouwen.
 
Ic weet oec wel, bi mire trouwen,
2288[regelnummer]
Dat hi selve oec niet en weet,
 
Hoe dat hi anders heet
 
Noch wie dat sijn vader was.
 
Ic saels hem doen lien, sijt seker das.Ga naar voetnoot2291
2292[regelnummer]
Doetene mi hebben in enen criteGa naar voetnoot2292
 
Ende sijt alder beden quite,Ga naar voetnoot2293
 
Die gi mi gavet heden eer.Ga naar voetnoot2294
 
Ende laet mi colen mir herten seer.’Ga naar voetnoot2295
2296[regelnummer]
¶ Die coninc sprac: ‘Begeeft uwer dorperheit.Ga naar voetnoot2296
 
Gi hebter te vele toe geseit,Ga naar voetnoot2297
 
Dat gi den riddere dit verweet.
 
Men weet int hof, hoe hi heet,
2300[regelnummer]
Ende wanen oec dat hi es comen.
 
In horde noit sine gelike nomen.’
 
Galias seide: ‘Ic gelove wel des,
 
Dat hi een goet riddere es,
2304[regelnummer]
Maer dat hi sinen hogen moetGa naar voetnoot2304
 
An min oem wrac, dan was niet goet.Ga naar voetnoot2305
 
Dat motic ember an hem wreken.’Ga naar voetnoot2306
[pagina 128]
[p. 128]
 
Doe quam die riddere vord gestreken,Ga naar voetnoot2307
2308[regelnummer]
Diemen hiet metter mouwen,
 
Ga naar margenoot+Ende seide hem soude noch berouwenGa naar voetnoot2309
 
Derre talen ende derre blame.Ga naar voetnoot2310
 
‘Men weet int hof wel minen name.’
2312[regelnummer]
Doen antwerde heme Galyas:
 
‘Ic lecge u hier op, sijt seker das,Ga naar voetnoot2313
 
Dat gi verminket minen oem.Ga naar voetnoot2314
 
Wildijs loechgenen nu nemt goem,Ga naar voetnoot2315
2316[regelnummer]
Ic does u lien; sijt hiers pant.’Ga naar voetnoot2316
 
Doe boet hi hem den hanscoe thant.
 
‘Ende dat sijn vader was bovier,Ga naar voetnoot2318
 
Des willic hem doen lien hier.’
2320[regelnummer]
Doe ward die riddere wel na verwoetGa naar voetnoot2320
 
Ende nam den hansce metter spoetGa naar voetnoot2321
 
Ende seide: ‘Her coninc, eer wi sceden,
 
Soe sijt seker van ons beden,
2324[regelnummer]
Dat elc vervolge nu sire clageGa naar voetnoot2324
 
Ende hi come ten virtechsten dage.’ E
 
Doe bat der coninginnen Galyas,
 
Dat si worde sijn borge das,Ga naar voetnoot2327
2328[regelnummer]
- Hi was haer riddere ende haer maech met;aant.Ga naar voetnoot2328
 
Om dit moest sine borgen, dat wet-Ga naar voetnoot2329
 
Dat hi ten campe sal weder comen.
 
Daer na heeft hi orlof genomen
2332[regelnummer]
Ende voer wech te sinen magen,
 
Tote dat quamen die XL dagen.Ga naar voetnoot2333
 
Maer den ridder metter mouweaant.
 
En eischemen borge no trouwe.Ga naar voetnoot2335
[pagina 129]
[p. 129]
2336[regelnummer]
Die coninc had op hem genomen,Ga naar voetnoot2336
 
Dat hi te campe soude comen
 
Tes XL dages, dat wisti wale.
 
Hier af latic bliven die tale
2340[regelnummer]
Ende sal hier vord vertrecken u,Ga naar voetnoot2340
 
Hoe hi sinen vader vard soeken nu.

voetnoot2242
al die meeste: alle zeer belangrijke, aanzienlijke personen.
voetnoot2243
terre = te derre.
voetnoot2243/44
es comen / (...) gevaren: is komen aanrijden.
margenoot+
173rb
voetnoot2250
Hi: die (hervattend onderw.; het eig. onderw. is Een riddere ... sone).
voetnoot2252
Her her: heer; gewoonlijk Here her (dubbele aanspreek-vorm); sult: moet.
voetnoot2256
doet (...) ene bede: een verzoek toestaat.
voetnoot2257
Dore ... edelhede: bij uw grote roem, of: wegens uw grote adeldom.
voetnoot2261
magics mi houden an: kan ik me houden aan.
voetnoot2262
word: woorden; keren: veranderen.
voetnoot2264
moget: moet.
voetnoot2265
siet gaen: ziet rondlopen.
voetnoot2266
drossate: drossaard, rentmeester.
voetnoot2267
uwe ere droech: uw eer hoog hield.
voetnoot2268
in allen lande: in het hele land.
voetnoot2269
verweerde (...) u scande: vrijwaarde u voor schande.
voetnoot2270
dor: ter wille van.
voetnoot2271
Wonder: dappere daden; bestaen: verricht.
voetnoot2275
Hine: of hij; onverdient: zonder dat hij het verdiend had.
voetnoot2277
ledet: ging hier vandaan.
voetnoot2278
Dat gi mi sprect dus nae nu: omdat u zulke onbehoorlijke dingen tegen mij zegt.
voetnoot2279
balh hem: werd kwaad.
voetnoot2280
hout wet ende sede: handhaaf de wet en de geldende gebruiken.
voetnoot2283
eysche: vraag; te campe: voor een tweegevecht.
voetnoot2285
ongevoech: schandelijke daad, wandaad.
voetnoot2291
Ic saels hem doen lien: ik zal het hem doen toegeven (nl. dat hij van onbekende afkomst is).
voetnoot2292
crite: tweegevecht.
voetnoot2293
Ende sijt (...) quite: wees zo ontslagen van.
voetnoot2294
gavet: toestond.
voetnoot2295
colen mir (= mijnre) herten seer: mijn woede koelen.
voetnoot2296
Begeeft: staak.
voetnoot2297
Gi hebter te vele toe geseit: u bent te ver gegaan.
voetnoot2304
hogen moet: hooghartigheid, overmoed.
voetnoot2305
An: op; dan = dat ne.
voetnoot2306
ember: in elk geval, beslist.
voetnoot2307
quam (...) vord gestreken: kwam aanlopen.
margenoot+
173rc
voetnoot2309
hem soude noch berouwen: dat hij nog spijt zou krijgen van.
voetnoot2310
blame: smaad, hoon.
voetnoot2313
lecge u (...) op: beschuldig u ervan.
voetnoot2314
verminket: zie de vzn. 1617 en 1622.
voetnoot2315
nu nemt goem: let dan op.
voetnoot2316
sijt: lees siet; hiers: hier es.
voetnoot2318
bovier: koeherder.
voetnoot2320
wel na verwoet: bijna buiten zinnen van woede.
voetnoot2321
hansce: bijvorm van hanscoe.
voetnoot2324
vervolge: uitvoering geeft aan, doorzet; clage: aanklacht.
voetnoot2327
worde sijn borge das: dáárvoor borg voor hem zou staan; das verwijst naar vs. 2330.
voetnoot2328
maech: verwant.
voetnoot2329
Om dit: hierom.
voetnoot2333
quamen: om waren.
voetnoot2335
eischemen = eischede men; trouwe: onderpand van trouw
voetnoot2336
had op hem genomen: stond er voor in.
voetnoot2340
vertrecken: vertellen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken