Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die riddere metter mouwen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die riddere metter mouwen
Afbeelding van Die riddere metter mouwenToon afbeelding van titelpagina van Die riddere metter mouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

M.J.M. de Haan

Ludo Jongen

Marijke J. van der Wal



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die riddere metter mouwen

(1983)–Anoniem riddere metter mouwen, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe Percheval ende Lanceloet ende Walewain entie metter mouwen worden gevaen ende hose Ywein metten lybaerde verloeste

 
Daventure doet ons becant,aant.Ga naar voetnoot3302
 
Dattie coninc van Yrlant
3304[regelnummer]
Moeste daer werden Arturs manGa naar voetnoot3304
 
Ende nembermer oec vort anGa naar voetnoot3305
 
Jegen hem soude mesdoen
 
In en gerehande ocsoen.Ga naar voetnoot3307
3308[regelnummer]
Die coninc van Yrlant drovede sere
[pagina 163]
[p. 163]
 
Ende dit verdriet min no mereGa naar voetnoot3309
 
Teech hi an ende sinen rouweGa naar voetnoot3309-10
 
Den riddere metter witter mouwe.
3312[regelnummer]
Hi pensde, hi souts hem gerne wreken,Ga naar voetnoot3312
 
Condi met enegen treken.Ga naar voetnoot3313
 
Doen hi sekerheit hadde gedaenGa naar voetnoot3314
 
Ende varen soude, bat hi saen
3316[regelnummer]
Den coninc, dat hine dade geleden,Ga naar voetnoot3316
 
Dat hi coenlijc mach henen sceden.Ga naar voetnoot3317
 
Artur seide: ‘Dit willic wale.’
 
Hi hiet Walewaine ende Perchevale
3320[regelnummer]
Ende den riddere metter mouwen
 
Ende Lancelote, dat sine met trouwenGa naar voetnoot3321
 
Voren souden tote optie zee,Ga naar voetnoot3322
 
Dus voren si no min no meeGa naar voetnoot3323
3324[regelnummer]
Al gewapent metten conincGa naar voetnoot3324
 
Toter zee in warre dinc,Ga naar voetnoot3325
 
Daer si menech scep vernamen,
 
Die haer here te hulpen quamen.Ga naar voetnoot3327
3328[regelnummer]
Maer doen si hadden vernomen,aant.
 
Dat haer here jegen hen es comen,aant.Ga naar voetnoot3329
 
Waren si blide ende hebbene ontfaen
 
Ende hi es te scepe gegaen
3332[regelnummer]
Ende hi bat den heren, dat si bleven
 
- Hi soude hen scone gichten geven -Ga naar voetnoot3333
 
Dien nacht met hem ende smergens vroeaant.
 
Varen daer si willen toe.aant.Ga naar voetnoot3335
[pagina 164]
[p. 164]
3336[regelnummer]
Si waenden, dat trouwe hadde gewesenGa naar voetnoot3336
 
Ende bleven daer ende binnen desen,aant.Ga naar voetnoot3337
 
Eert dach was, waren si mee
 
Dan XX milen binnen der zee,Ga naar voetnoot3339
3340[regelnummer]
Ende doen si slapen waren gegaen,
 
Haddense haer wapine af gedaen.
 
Des margens sagen si wel vor waer,
 
Dat si waren bedrogen daer.
3344[regelnummer]
Die riddere metter mouwen twaren
 
Hadde sinen vader met hem doen varen,
 
Want hine was geentijt blide,Ga naar voetnoot3346
 
Hine haddene bi sire side.Ga naar voetnoot3347
3348[regelnummer]
Ga naar margenoot+Nu sijn si in groten toren comen.Ga naar voetnoot3348
 
Men hefse alle op genomen;aant. E Ga naar voetnoot3349
 
Hen ne doech dreigen no vechten,Ga naar voetnoot3350
 
Sine mogen hen selven niet berechten.Ga naar voetnoot3351
3352[regelnummer]
Dus heeft hise in Yrlant bracht;
 
Over dach ende over nachtGa naar voetnoot3353
 
Sindise ten inde van sinen rike,
 
Gevaen harde jamberlike
3356[regelnummer]
In een gevancnesse, dat was swaer.Ga naar voetnoot3356
 
Een dach dochte hen VII jaer
 
Ende borre ende broet gaf men hen daerGa naar voetnoot3358
 
Ende anders niet, wet vor waer.
3360[regelnummer]
Nu heeft Artur groten toren,
 
Dat hi sine ridders hevet verloren;
 
Hine conster niet vernemen of,Ga naar voetnoot3362
 
Om van hen te weten hilt hi hof,
3364[regelnummer]
Maer hine vernam van hen niet;
 
Dies haddi rouwe ende verdriet.
 
¶ Doe swoer daer sere min her Ywein,
[pagina 165]
[p. 165]
 
Hi soude riden berch ende pleinGa naar voetnoot3367
3368[regelnummer]
Ende hine rest oec nembermeer,
 
Hine salre af vernemen eer.Ga naar voetnoot3369
 
Nu hadde Ywein enen lybard,Ga naar voetnoot3370
 
Hi was wel IIII ridders ward,
3372[regelnummer]
Waer dat hijs hadde te done.Ga naar voetnoot3372
 
Dien voerde met hem die ridder cone.
 
Dus heeft Ywein orlof genomen
 
Ende es in Yrlant irstwerf comenGa naar voetnoot3375
3376[regelnummer]
Ende wandelde daer in, verre ende vord,Ga naar voetnoot3376
 
Soe lange, dat hi heeft verhord,Ga naar voetnoot3377
 
Dattie ridders gevaen lagen,
 
Daer si groet verdriet dragen,
3380[regelnummer]
In enen casteel binnen daer mee,Ga naar voetnoot3380
 
Daer mense mach winnen nembermee.Ga naar voetnoot3381
 
¶ Nu hord wat Ywein nu doet,aant.
 
Als hi dese niemare verstoet.
3384[regelnummer]
Hi dede enen grauwen roc an
 
Boven sine wapine, die edel man,
 
Ende twee ruwe wanten ende enen hoet,
 
Die breet was ende lelijc stoet E Ga naar voetnoot3387
3388[regelnummer]
Ende enen staf in sine hant
 
Ende ginc gelijc enen triwantGa naar voetnoot3389
 
Die noit riddere hadde gesien.
 
Sijn ors wisselde hi mettienGa naar voetnoot3391
3392[regelnummer]
Om een cranc, mager pard;Ga naar voetnoot3392
 
Cleder ende al halp hem sijn ward.Ga naar voetnoot3393
 
Hi hadde alrande wapine groet ende smal,Ga naar voetnoot3394
 
Maer sijn grise roc bedecket al.
3396[regelnummer]
Doe ginc hi met sinen libarde na das, E
 
Daer hem die casteel gewiset was.
[pagina 166]
[p. 166]
 
Daer vore stont ene gode stat.Ga naar voetnoot3398
 
Her Ywein ginc daer in na dat E
3400[regelnummer]
Ende speelde met sinen lybarde daerGa naar voetnoot3400
 
Om sticken broets, wet vor waer.
 
Hi dede sinen lybart springen
 
Ende tumelen oec na dien dingen.Ga naar voetnoot3403
3404[regelnummer]
Dus was hi drie dage int stat geheel E Ga naar voetnoot3404
 
Doe vernamment inden casteel
 
Ende ontboden heren Yweine daernaer,Ga naar voetnoot3406
 
Dat hi met sinen lybarde quame daer;
3408[regelnummer]
Men sout hem gelden sonder waen.aant.Ga naar voetnoot3408
 
Ga naar margenoot+Dus es hi derward gegaenGa naar voetnoot3409
 
Ende speelde daer van sinen spele,Ga naar voetnoot3410
 
Maer men boet hem lettel no vele,aant.Ga naar voetnoot3411
3412[regelnummer]
Maer si hilden met hem haer sceren.Ga naar voetnoot3412
 
Hi bat dat sijs souden ontberenGa naar voetnoot3413
 
Ende sine woudens laten niet.Ga naar voetnoot3414
 
Ende alse her Ywein dit siet,Ga naar voetnoot3415
3416[regelnummer]
Dattie nacht daer ontstoet,Ga naar voetnoot3416
 
Warp hi af sinen breden hoetGa naar voetnoot3417
 
Ende sinen grisen roc ter vard,
 
Ende trac ute sijn gode swardGa naar voetnoot3419
3420[regelnummer]
Ende troeste sinen lybart mede,Ga naar voetnoot3420
[pagina 167]
[p. 167]
 
Die wel kinde sinen sede.Ga naar voetnoot3421
 
Ende hi ginc staen vor die doreGa naar voetnoot3422
 
Ende slogene doet dire quam vore.Ga naar voetnoot3423
3424[regelnummer]
Sijn lybard scoretse toten voten,Ga naar voetnoot3424
 
Hi gincse met sinen clauwen groten.Ga naar voetnoot3425
 
Wat holpt, dat ict maecte lanc?
 
Si doetdese alle sonder wanc, E
3428[regelnummer]
Die daer waren inder vesten;
 
Dus quam hem sijn dinc ten besten.Ga naar voetnoot3429
 
Hi lite ut sine vriende daernaer,Ga naar voetnoot3430
 
Die lagen in gevancnesse swaer,Ga naar voetnoot3431
3432[regelnummer]
Ende vertelde hen altemale,Ga naar voetnoot3432
 
Hoe hi gewonnen heeft die zale.Ga naar voetnoot3433
 
Si waren blide, si gingen eten,
 
Sine hadden in langen goeds ontbeten.Ga naar voetnoot3435
3436[regelnummer]
Dien nacht bleven si daer.
 
Des ander dages, doent was claer,Ga naar voetnoot3437
 
Wapenden si hen dor die noetGa naar voetnoot3438
 
Metten wapinen van die daer doet E
3440[regelnummer]
Lagen, ende daden haer cleder anaant.
 
Ende hare paerde reden si dan,Ga naar voetnoot3441
 
Ende voren en wech, in dire gebaren,Ga naar voetnoot3442
 
Alse oft si vanden castele waren.
3444[regelnummer]
Ende doen die heren int stat quamen
 
Ende die vander stat den lybard vernamen,
 
Volgende den heren, si pensden van desen,
[pagina 168]
[p. 168]
 
Dat baraet mochte wesen.Ga naar voetnoot3447
3448[regelnummer]
Ende die stat ward in roren daerGa naar voetnoot3448
 
Ende volgeden den ridders naer,
 
Maer die libard deetse weder keren
 
Achter ward met groten onneren.
3452[regelnummer]
Ende die ridders slogen oec mede,Ga naar voetnoot3452
 
Si doetden daer menegen vander stede.
 
Dus vochten si; dore die noetGa naar voetnoot3454
 
Moesten si gaen in enen boet,
3456[regelnummer]
Want die comoenge vander statGa naar voetnoot3456
 
Quam op hen ende om dataant.Ga naar voetnoot3457
 
Huerden si desen verman,Ga naar voetnoot3458
 
Dat hise voerde Bertangen an.aant.Ga naar voetnoot3459
3460[regelnummer]
Si geloefden hem grote rijchedeGa naar voetnoot3460
 
En wildijs niet doen, si souden ter stedeGa naar voetnoot3461
 
Worpen over boerd gereet.Ga naar voetnoot3462
 
Alse die dit hord ende weet,Ga naar voetnoot3463
3464[regelnummer]
Seidi hi soud gerne anegaenaant.Ga naar voetnoot3464
 
Sijn seil trac hi op doe saen
 
Ende es gesceept diepe int zee.Ga naar voetnoot3466
 
Dies was den anderen te mode wee.Ga naar voetnoot3467
3468[regelnummer]
Nu salic swigen hier van desen
 
Ende vans ridders moder metter mowen lesen.aant.Ga naar voetnoot3469

voetnoot3302
doet ons becant: maakt ons bekend.
voetnoot3304
daer: toen; man: leenman, vazal.
voetnoot3305
Ende: opdat (hij); oec: dan ook.
voetnoot3307
In en gerehande ocsoen: bij geen enkele gelegenheid.
voetnoot3309
min no mere: juist, precies (hier een stoplap).
voetnoot3309-10
dit verdriet (...) / Teech ... rouwe: van die ellende en dit verdriet gaf hij de schuld aan.
voetnoot3312
hem gerne wreken: graag wraak op hem nemen.
voetnoot3313
enegen treken: een of andere list (de -n wsch. wegens het rijm).
voetnoot3314
sekerheit hadde gedaen: de belofte van onderdanigheid had afgelegd.
voetnoot3316
geleden: uitgeleide doen.
voetnoot3317
coenlijc: gerust, in goed vertrouwen; henen sceden: weggaan.
voetnoot3321
met trouwen: met trouw, getrouwheid.
voetnoot3322
optie: bij de.
voetnoot3323
no min no mee: zie vs. 3309.
voetnoot3324
Al: helemaal.
voetnoot3325
warre = ware.
voetnoot3327
haer: hun, nl. van de schepelingen.
voetnoot3329
jegen: tegemoet.
voetnoot3333
gichten: geschenken.
voetnoot3335
Varen: gaan zouden.
voetnoot3336
dat trouwe hadde gewesen: dat het een plechtige belofte was geweest.
voetnoot3337
ende binnen desen: maar intussen.
voetnoot3339
binnen: in.
voetnoot3346
blide: in een goede stemming.
voetnoot3347
Hine: als hij niet.
margenoot+
176rb
voetnoot3348
toren: rampspoed.
voetnoot3349
op genomen: gevangen genomen.
voetnoot3350
Hen ne doech: het baat hun niet.
voetnoot3351
berechten: uit de moeilijkheden redden.
voetnoot3353
Over dach ende over nacht: gedurende een dag en een nacht.
voetnoot3356
gevancnesse: gevangenschap.
voetnoot3358
borre: (bron)water; daer: toen.
voetnoot3362
-er (...) of: over hen; vernemen: te weten komen.
voetnoot3367
berch ende plein: over bergen en door vlakten, overal heen.
voetnoot3369
Hine ... eer: of hij moet eerst iets over hen horen.
voetnoot3370
lybard: leeuw.
voetnoot3372
hijs: zij hem; te done: nodig.
voetnoot3375
irstwerf: eerst.
voetnoot3376
wandelde: doolde rond; verre ende vord: steeds verder.
voetnoot3377
dat: totdat; verhord: vernomen.
voetnoot3380
daer mee: bovendien.
voetnoot3381
winnen: uit krijgen, uit bevrijden.
voetnoot3387
breet: groot, breedgerand.
voetnoot3389
triwant: vagebond, landloper.
voetnoot3391
mettien: te zelfder tijd.
voetnoot3392
cranc: slecht.
voetnoot3393
Cleder ende al halp: aan kleren en alles hielp; ward: gastheer.
voetnoot3394
groet ende smal: van allerlei soort (stoplap).
voetnoot3398
stont ene gode stat: lag een voorname stad.
voetnoot3400
speelde: gaf een voorstelling.
voetnoot3403
tumelen: buitelingen maken, springen; na dien dingen: verwijst naar sticken broets, vs. 3401.
voetnoot3404
Dus: op die manier; drie dage (...) geheel: drie volle dagen.
voetnoot3406
ontboden: ze verzochten.
voetnoot3408
gelden: betalen, belonen.
margenoot+
176rc
voetnoot3409
Dus: daarom.
voetnoot3410
speelde ... van sinen spele: vertoonde daar zijn kunsten.
voetnoot3411
boet: gaf; lettel no vele: helemaal niets.
voetnoot3412
si ... sceren: zij bespotten hem.
voetnoot3413
dat ... ontberen: dat zij ermee zouden ophouden.
voetnoot3414
Ende: maar.
voetnoot3415
siet: praesens historicum.
voetnoot3416
ontstoet: begon, inviel. Verdam (MNW V, 1214, Aanm.) geeft dit als emendatie op hs. ontscoet. BvdS. sluit zich bij deze lezing aan (noot bij dit vers), maar het hs. heeft zonder twijfel ontstoet.
voetnoot3417
breden: zie vs. 3387.
voetnoot3419
trac ute: trok uit de schede.
voetnoot3420
troeste: hitste aan.
voetnoot3421
sede: manier van doen.
voetnoot3422
dore: deur.
voetnoot3423
slogene: sloeg iedereen.
voetnoot3424
scoretse: reet ze uiteen; toten voten: tot de voeten, van top tot teen.
voetnoot3425
groten: begroeten, aanvallen.
voetnoot3429
Dus ... ten besten: zo kwam alles voor hem uitstekend in orde.
voetnoot3430
lite ut: bevrijdde.
voetnoot3431
gevancnesse: zie vs. 3356.
voetnoot3432
altemale: allen.
voetnoot3433
gewonnen: veroverd; zale: kasteel.
voetnoot3435
Sine ... ontbeten: zij hadden in lange tijd niets goeds gegeten.
voetnoot3437
claer: licht.
voetnoot3438
dor die noet: door de noodzaak gedwongen, uit noodzaak.
voetnoot3441
reden: maakten ze klaar.
voetnoot3442
en wech: weg; in dire gebaren: terwijl ze eruit zagen.
voetnoot3447
baraet: bedrog, list; mochte: moest.
voetnoot3448
ward in roren: raakte in opschudding, kwam op de been.
voetnoot3452
slogen: sloegen erop los.
voetnoot3454
Dus: zo (hard).
voetnoot3456
comoenge: burgerij.
voetnoot3457
Quam op hen: viel ze aan.
voetnoot3458
verman: schipper.
voetnoot3459
Bertangen an: naar Brittannië.
voetnoot3460
geloefden: beloofden.
voetnoot3461
souden (= souden en): zouden hem; ter stede: terstond.
voetnoot3462
gereet: onmiddellijk.
voetnoot3463
Alse die: aangezien hij.
voetnoot3464
anegaen: op zich nemen.
voetnoot3466
es gesceept diepe int zee: hij voer een eind de zee op.
voetnoot3467
den anderen: nl. de burgerij van de stad; te mode wee: droevig te moede.
voetnoot3469
lesen: vertellen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken