Septentrion. Jaargang 20(1991)– [tijdschrift] Septentrion– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Ida Gerhardt Het schip Er kwam een schip gevaren; het kwam van Lobith terug, met grint en rivierzand geladen. Het richtte zijn boeg naar de brug. De scheepsbel was helder te horen, de brugwachter kwam al in zicht; een halfuurslag viel van de toren. Het schip voer door schaduw en licht. Met boegbeeld en naam kwam het nader, de ophaalbrug ging omhoog; een deining liep door het water dat tegen de schoeiing bewoog. Er stond een kind op de kade - ik was het, ik was nog klein - het had niets meer nodig op aarde om volkomen gelukkig te zijn. Uit ‘Het sterreschip’(1979). Le bateau Un bateau s'avançait sur le fleuve; il s'en revenait de Lobith, chargé de gravier et de sable. Il pointait sa proue vers le pont. On entendait sa cloche tinter, claire, et déjà paraissait le pontier; le bronze de la tour frappa la demi-heure. Le bateau fendait ombre et lumière. Il approchait, figure de proue et nom en tête, le pont-bascule se leva; une houle parcourait l'eau qui dansait contre la palée. Un enfant se tenait sur le quai - c'était moi, j'étais encore bien jeune - il ne lui en fallait pas plus au monde pour connaître un bonheur parfait. Traduit du néerlandais par l'Atelier de traduction à Paris, sous la direction de Philippe Noble. Vorige Volgende