Septentrion. Jaargang 42(2013)– [tijdschrift] Septentrion– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Jan Geerts (o 1972) merle un beau jour si léger et si haut dans le ciel que l'on pense, pas de raison de rester chez soi pour se mettre à douter, une étoile d'un petit coup sec (le temps) dessine à la fenêtre une nuit d'une clarté sans pareille et dans l'herbe un merle oiseau que chat mangera soudain se fissure notre amnésie, la maison tant habitée que nous avons fini par nous y perdre, se tourne en dedans telle la pensée dans le corps et n'est plus qu'intention, vide en attente d'une porte pour que dehors puisse s'entendre le chant où plus tard le sang coulera Traduit du néerlandais par Hans Hoebeke. [pagina 51] [p. 51] merel op een dag zo licht en zo hoog aan de hemel dat je denkt, er is geen reden om binnen te blijven en te gaan twijfelen, tekent met een droge tik van de tijd een ster in het venster de helderst denkbare nacht en een merel in het gras een vogel voor de kat plots zit er een barst in ons geheugenverlies, het huis waarin wij verloren gewoond waren, keert terug in zichzelf als een gedachte in een mens en is nog slechts een voornemen, een open plek waar nog een deur in moet zodat buiten een lied kan klinken waar het later zal bloeden Uit Zwerfsteen (2012). Vorige Volgende