Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 70 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 70
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 70Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 70

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.84 MB)

Scans (423.81 MB)

ebook (21.09 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 70

(2001)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Geuit/geüit

? Waarom wordt geüpdatet (het voltooid deelwoord van updaten) wel met een trema geschreven en geuit (het voltooid deelwoord van uiten) niet?

 

! Het trema wordt bij niet-samengestelde woorden (woorden waarvan de delen niet zelfstandig als woord kunnen voorkomen) gebruikt om te voorkomen dat twee opeenvolgende klinkers als één klank worden uitgesproken. Het gaat hierbij niet om alle klinkercombinaties, maar om de volgende veertien: aa, ae, ai, au, ee, ei (behalve als die i bij de ij hoort, zoals in geijkt), eu, ie, oe, oi, oo, ou, ui en uu. Bij geüpdatet wordt met het trema aangegeven dat de e en de u niet als eu-klank maar als twee aparte klanken worden uitgesproken. De e en de u horen immers bij verschillende lettergrepen: de e bij de lettergreep ge- en de u bij -up-. Het trema komt te staan op de klinker die het begin vormt van de volgende lettergreep.

Ook bij geuit vormen de e en de u niet samen één klank. Het gaat hierbij echter om drie in plaats van twee klinkers achter elkaar. En als meer dan twee klinkers elkaar opvolgen, dan kunnen volgens het Groene Boekje (Leidraad, p. 33) alleen de e en de i een trema krijgen. Daarom hebben woorden als geuit en geautoriseerd geen trema, maar bijvoorbeeld beëindigd, mozaïek en bedoeïen wel. Ook geldt voor een combinatie van meer dan twee klinkers dat er nooit een trema direct na de i komt; vandaar dieet, financieel en ooievaar.

De woorden smeuïg en jeuïg, die dezelfde klinkercombinatie bevatten als geuit, hebben wél een trema. Hierbij moeten namelijk niet de e en de u van elkaar worden gescheiden, maar de u en de i (die bij de volgende lettergreep hoort). En op een i mag wél een trema worden gezet bij een opeenvolging van meer dan twee klinkers.

Schrikkelen

? Ik zag in Van Dale dat het werkwoord schrikkelen de betekenis ‘overslaan’ heeft. Dat vind ik vreemd. Ik had verwacht dat het ‘toevoegen’ zou betekenen. Schrikkeldagen worden toch toegevoegd aan de kalender?

 

! Het werkwoord schrikkelen is afgeleid van schrikken in de betekenis ‘verspringen’. En volgens de meeste naslagwerken ligt dit schrikken - dus niet schrikkelen - ten grondslag aan woorden als schrikkeljaar, schrikkeldag en schrikkelbaby. In een schrikkeljaar verspringen de vaste feestdagen een dag, aldus het Woordenboek der Nederlandsche Taal. De betekenis ‘verspringen’ is ook terug te vinden in de Engelse term voor schrikkeljaar: leap year (leap betekent ‘(vooruit)springen’).

Schrikkelen is een zogeheten frequentatief, een werkwoord dat een herhaling aangeeft. Andere voorbeelden daarvan zijn klapperen (‘telkens klappen, een klappend geluid maken’), hinkelen (‘voortdurend hinken’) en suizelen (‘voortdurend een suizend geluid maken’). Schrikkelen betekent dus eigenlijk ‘telkens schrikken, telkens verspringen’, en daaruit heeft zich de betekenis ‘overslaan’ ontwikkeld. Overigens is schrikkelen geen gangbaar Nederlands woord. Al in de eerste editie van Van Dale, uit 1872, werd bij schrikkelen opgemerkt: ‘een verouderd werkwoord, dat echter in sommige streken nog gehoord wordt in de samenstelling overschrikkelen, d.i. overspringen’.

Voor wat betreft

? Een politicus hoorde ik in een tv-interview steeds de constructie voor wat betreft gebruiken. Is deze - mijns inziens lelijke - formulering wel correct?

 

! Sommige taalgebruikers keuren voor wat betreft af. Zij zien deze vertaling van de Franse uitdrukking pour ce qui est de nog als een gallicisme (een uitdrukking die overgenomen is uit het Frans en in strijd is met de regels van het Nederlands) en vinden dat voor weggelaten moet worden. Voor wat betreft is echter helemaal ingeburgerd geraakt; nog maar weinigen ervaren voor wat betreft als een on-Nederlandse constructie. Voor wat betreft is voor veel mensen zelfs ‘gewoner’ dan wat betreft. Zo kwamen we op internet via een zoekmachine 16.000 keer voor wat betreft tegen en 10.400 keer wat betreft. De constructie is tegenwoordig ook in Van Dale (1999) en Koenen (1999) te vinden. Het gaat ons daarom te ver om voor wat betreft af te keuren. Wilt u echter taalkritiek vermijden, dan kunt u voor beter weglaten en alleen wat betreft gebruiken.

‘Als ik hen/hun was’

? In een krant las ik de kop ‘Als ik hun was, zou ik oppassen’. Moet hun niet hen zijn?

 

! Juist is inderdaad ‘Als ik hen was, zou ik oppassen’. Volgens de Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) wordt in de constructie ‘Als ik... was’ niet de onderwerpsvorm maar de niet-onderwerpsvorm van een persoonlijk voornaamwoord gebruikt. Dus niet jij maar jou, en niet hij maar hem. Het meervoudige zij heeft twee niet-onderwerpsvormen: hun en hen. Hun moet worden gebruikt als het fungeert als meewerkend voorwerp (‘Ik geef hun de cadeaus’), als belanghebbend voorwerp (‘Ik schenk hun een borrel in’) of als ondervindend voorwerp (‘Dat valt hun zwaar’). In de overige gevallen moet hen worden gebruikt. In ‘Als ik... was’ gaat het niet om een meewerkend, belanghebbend of ondervindend voorwerp, dus is hen de correcte vorm.

Oorsprong vraagteken

? Hoe is het vraagteken ontstaan?

 

! Het vraagteken is mogelijk ontstaan uit de afkorting voor het Latijnse woord quaestio (‘vraag’): q., aldus de Tekstwijzer van K.F. Treebus (1995). De punt van deze afkorting kwam later onder de letter q te staan, waarna het teken zich verder ontwikkelde tot het huidige vraagteken. De Tekstwijzer vermeldt dat ook het uitroepteken waarschijnlijk van Latijnse afkomst is: ‘(...) volgens één verklaring was het oorspronkelijk io, een uitroep van vreugde. Dit evolueerde tot i. en nog later kwam de punt ook onder de i, waarna het nog maar een kleine stap naar! was.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken