Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 70 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 70
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 70Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 70

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.84 MB)

Scans (423.81 MB)

ebook (21.09 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 70

(2001)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 305]
[p. 305]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Vatten/vaten

? Waarom is het meervoud van handvat handvatten en dat van wijnvat wijnvaten?

 

! Het verschil tussen de meervoudsvormen handvatten en wijnvaten heeft te maken met de herkomst van deze woorden. Vat in wijnvat is niet hetzelfde woord als vat in handvat.

Vat in wijnvat is volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, deel XVIII, 1958) de ‘Benaming voor gebruiksvoorwerpen, zooals kruiken, kannen, potten, schalen, bekers enz., waarin een vloeibare of droge stof kan worden verzameld of bewaard.’ Dit zelfstandige naamwoord kwam in het Middelnederlands al voor met de meervoudsvormen vate en vaat. Het meervoud van dit vat heeft dus van oudsher een lange a, net als vergelijkbare zelfstandige naamwoorden: bad - baden, gat - gaten. Vat in deze betekenis is in Nederlandse teksten voor het eerst aangetroffen in 1236.

Vat in handvat is niet - zoals vat in wijnvat - van oorsprong een zelfstandig naamwoord; het is tussen 1450 en 1500 afgeleid van het toen al bestaande werkwoord vatten, dat ‘aangrijpen, aanpakken’ betekent. Hoogstwaarschijnlijk is het meervoud vatten onder invloed van de korte a-klank in dit werkwoord ontstaan. De betekenis die het WNT geeft van dit tweede, jongere vat is: ‘Plaats, gelegenheid of mogelijkheid om iemand of iets aan te vatten, te grijpen, vast te pakken en derg.’ Dit vat komt ook voor in uitdrukkingen als ergens vat op krijgen en geen vat op iemand hebben.

‘Meld(t) u aan’

? Waarom moet bij ‘Meld u aan’ geen t achter de persoonsvorm (meldt) worden gezet en bij ‘Houdt u rekening met vertraging’ wel?

 

! ‘Meld u aan’ en ‘Houdt u rekening met vertraging’ zijn zinnen in de gebiedende wijs. Voor de gebiedende wijs wordt normaal gesproken de ik-vorm van een werkwoord gebruikt. ‘Ga zitten’, ‘Loop even door’, ‘Houd rekening met vertraging’, enzovoort. Als een zin in de gebiedende wijs echter u als onderwerp bevat, moet er een t achter de persoonsvorm worden gezet: ‘Gaat u zitten’, ‘Loopt u even door’, ‘Houdt u rekening met vertraging’, enzovoort.

In ‘Meld u aan’ is u geen onderwerp maar een lijdend voorwerp. De zin is vergelijkbaar met bijvoorbeeld ‘Meld de veranderingen aan’ of ‘Geef de veranderingen aan’, waarin de veranderingen het lijdend voorwerp is. Het lijdend voorwerp u in ‘Meld u aan’ heeft de vorm van een wederkerend voornaamwoord en hoort bij het (wederkerend gebruikte) werkwoord zich aanmelden. Dit wederkerend voornaamwoord komt ook voor in bijvoorbeeld ‘Hij meldt zich aan’, ‘Wij melden ons aan’ en ‘U meldt u aan.’

Meld in ‘Meld u aan’ is dus zonder t omdat de zin geen onderwerp bevat. De versie mét een onderwerp is ‘Meldt u u aan’ of ‘Meldt u zich aan.’ In plaats van u kan dus ook zich als wederkerend voornaamwoord worden gebruikt. Dat heeft te maken met een taalontwikkeling. U was vroeger een derde persoon, net als hij. Men zei bijvoorbeeld: ‘Is u zich bewust van de veranderingen?’ Tegenwoordig wordt u als een tweede persoon gezien, net als jij. Niemand zegt meer u is, iedereen heeft het over u bent. En bij u als tweede persoon hoort niet het wederkerend voornaamwoord zich maar u. Als het onderwerp u en het wederkerend voornaamwoord u meteen achter elkaar komen, wordt vaak nog wel voor zich gekozen, zoals in ‘Meldt u zich aan.’

Overigens kunt u bij zinnen als ‘Meld u aan’ heel makkelijk horen of u wel of niet een t moet gebruiken als u het werkwoord vervangt door een vorm waarvan de persoonsvorm niet op een t-klank eindigt, bijvoorbeeld zich omdraaien. Het is ‘Draai u om’ en ‘Draait u u/zich om’, en dus ook bijvoorbeeld ‘Meld u aan’ of ‘Houd u rustig’ en ‘Meldt u u/zich aan’ of ‘Houdt u u/zich rustig.’

Newyorks/New-Yorks/New Yorks

? Welk bijvoeglijk naamwoord hoort bij New York? New Yorks, New-Yorks of Newyorks?

 

! Daarover verschillen de naslagwerken van mening. Onze voorkeur gaat uit naar New Yorks.

Het Groene Boekje geeft geen regel voor bijvoeglijke naamwoorden bij geografische namen die een spatie bevatten, zoals New York, Costa Rica en Sierra Leone. Het zegt alleen iets over aardrijkskundige namen met een streepje: het bijvoeglijk naamwoord daarbij krijgt ook een streepje. Bij Zuid-Holland hoort dus Zuid-Hollands en bij Latijns-Amerika hoort Latijns-Amerikaans.

Sommige naslagwerken hebben ervoor gekozen het bijvoeglijk naamwoord bij namen als New York als één woord te schrijven: Newyorks, Costaricaans, Sierraleoons. Deze schrijfwijze is onder meer te vinden in de Taalunie-uitgave Buitenlandse aardrijkskundige namen in het Nederlands (1996), het woordenboek van Verschueren (1996), de Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) en de stijlboeken van de Volkskrant (1997), Trouw (2001) en Het Financieele Dagblad (1999). Andere naslagwerken, waaronder Van Dale (1999), de Spellingwijzer Onze Taal (1998) en het stijlboek van NRC Handelsblad (2000), adviseren de schrijfwijze New Yorks. Daarnaast beveelt de Taalbaak de schrijfwijze New-Yorks aan.

De spelling Newyorks sluit aan bij de oude spellingregels, die voorschreven dat spaties en streepjes bij afleidingen van aardrijkskundige namen moesten verdwijnen, tenzij het eerste deel al een afleiding was. Het was dus Zuidhollands en Newyorks, maar Zeeuws-Vlaams omdat Zeeuws in Zeeuws-Vlaanderen een afleiding is. In de huidige spelling blijven streepjes altijd staan. Het is daarom volgens ons logisch om ook spaties te laten staan, net als in samenstellingen als Van Gogh-tentoonstelling en Onze Taallezer. Op die manier blijft het woordbeeld behouden. Vandaar onze keuze voor de schrijfwijze New Yorks. Bij inwonernamen zouden wij eveneens de spatie laten staan: New Yorker, Costa Ricaan, Sierra Leoner, enzovoort.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken