Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 79 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.56 MB)

ebook (26.43 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 79

(2010)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

Taaladviesdienst
Vraag en antwoord

Wijd()open()staan

? Is het ‘Ze zag het raam wijdopen staan’, ‘wijd open staan’ of ‘wijd openstaan’?

 

! Dat is op grond van de spellingboeken niet zomaar te zeggen. Daarin wordt namelijk zowel wijdopen als openstaan als één woord geschreven, en het is niet direct duidelijk welke woorddelen het sterkst bij elkaar horen (en dat is een belangrijk criterium bij aaneenschrijfkwesties).

Onze voorkeur gaat uit naar ‘Ze zag het raam wijd openstaan.’ Het ligt het meest voor de hand om aan te nemen dat het in deze zin gebruikte werkwoord openstaan is en niet staan; het raam stáát niet op een bepaalde manier (namelijk ‘wijdopen’), maar het staat op een bepaalde manier ópen (namelijk ‘wijd’). Wijd is dus een bijwoordelijke bepaling bij het werkwoord, die weggelaten kan worden zonder dat de zin ongrammaticaal wordt.

Vooral in bijvoeglijk gebruik wordt wijdopen aan elkaar geschreven: ‘Met wijdopen ogen staarde hij uit het raam.’

Moge(n) zij rusten in vrede

? Op een gedenksteen voor oorlogsslachtoffers las ik: ‘Moge zij rusten in vrede.’ Moet dat niet mogen zijn?

 

! Ja, mogen is hier de juiste vorm. Het gaat hier om de meervoudsvorm van de aanvoegende wijs, en die heeft dezelfde vorm als het hele werkwoord. Als met zij op één persoon zou worden gedoeld, zou moge wél juist zijn.

De aanvoegende wijs, die vaak een wens, aansporing of juist berusting uitdrukt, is vooral bekend in de enkelvoudige vorm; die is gelijk aan het hele werkwoord min de slot-n: ‘Hij leve hoog’, ‘Gebeure wat gebeurt’, ‘Het ga je goed’, ‘Dat moge zo zijn.’ Dat er ook een meervoudsvorm van bestaat, is minder bekend. Voor sommige mensen ziet die vorm er ook ronduit vreemd uit: ‘Leven de geallieerden’ is weliswaar correct, maar ‘Leve de geallieerden’ komt vaker voor; leve lijkt voor veel mensen een soort onveranderlijke uitroep te zijn geworden. Bij mogen is het nog niet zover.



illustratie
‘Moge’ zij rusten in vrede? Fragment van een gedenksteen voor slachtoffers die zijn gevallen bij de aanleg van de Birmaspoorweg, 1942-1945.
Foto: Bram Jaquet


Financier/financierder

? Ik kom regelmatig het woord financierder tegen. Moet dat niet financier zijn?

 

! De woordenboeken vermelden alleen de vorm financier, die ook in de praktijk het meest voorkomt; daar gaat de voorkeur dus naar uit. Toch is financierder zeker niet zo gek: dit is een afleiding van het werkwoord financieren, net zoals je versierder kunt afleiden van versieren. Maar erg logisch is het niet om deze afleiding te maken, want financieren is zelf al afgeleid van financier, financierder is dus in zekere zin dubbelop. De vorm komt in de praktijk al wel betrekkelijk vaak voor; mogelijk zal hij ooit in de woordenboeken vermeld worden.

Overigens zijn er wel meer van dit soort ‘dubbelvormen’. Van Dale vermeldt bijvoorbeeld graveur en graveerder, observator en observeerder, en kabinetsformateur en kabinetsformeerder. De vorm op -eerder is in alle gevallen jongeren ‘Nederlandser’ dan de Franse of Latijnse tegenhanger.

Internetgebankierd/geïnternetbankierd

? Wat is juist: ‘Heb je weleens geïnternetbankierd’ of ‘Heb je weleens internetgebankierd’?

 

! Juist is geïnternetbankierd. Het werkwoord internetbankieren is niet scheidbaar: ik internetbankier - ik internetbankierde - ik heb geïnternetbankierd. Dat heeft te maken met de manier waarop het werkwoord is opgebouwd.

Internetbankieren bestaat uit een zelfstandig naamwoord en een werkwoord. Zulke samengestelde werkwoorden zijn soms scheidbaar, zoals ademhalen - ademgehaald, lesgeven - lesgegeven en plaatsvinden-plaatsgevonden, en soms onscheidbaar, zoals ijszeilen - geijszeild, koorddansen - gekoorddanst en slaapwandelen - geslaapwandeld. De scheidbare bevatten vrijwel zonder uitzondering een werkwoord dat normaal gesproken met een lijdend voorwerp wordt gecombineerd (een overgankelijk werkwoord dus: halen, geven, vinden) en een zelfstandig naamwoord (adem, les, plaats) dat als lijdend voorwerp fungeert.

Bij de onscheidbare samenstellingen is het werkwoord meestal ónovergankelijk (zeilen, dansen, wandelen) en is er geen sprake van een lijdend voorwerp. De relatie tussen het naamwoord en het werkwoord kan daarbij het best worden uitgedrukt met een voorzetsel: ‘zeilen over/op het ijs’, ‘dansen op een koord’, ‘wandelen in je slaap’. Hier sluit internetbankieren - ‘bankieren via internet’ - bij aan.

Overigens zijn er uitzonderingen op dit patroon: sommige werkwoorden bevatten wél een overgankelijk werkwoord en zijn toch niet scheidbaar, zoals stofzuigen - gestofzuigd, beeldhouwen - gebeeldhouwd en raadplegen - geraadpleegd. Maar die zijn in de minderheid.

Door de bank/band genomen

? Laatst hoorde ik iemand zeggen: ‘Webwinkels zijn door de band genomen goedkoper dan traditionele winkels.’ Ik zou zelf ‘door de bánk genomen’ zeggen. Wat is het nu?

 

! Door de bank (genomen) en door de band (genomen) bestaan allebei, en ze hebben dezelfde betekenis: ‘gemiddeld’, soms ook ‘doorgaans’. De herkomst van de twee varianten is wél verschillend.

In Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen (1956) schrijft K. ter Laan: ‘Door de band = gemiddeld, door elkaar gerekend. De uitdrukking zal gekomen zijn van de gebonden schoven koren, die ook gemiddeld dezelfde dikte hebben.’ De versie met bank wordt toegelicht in Waarom is een blauwe maandag blauw? (2009) van Heidi Aalbrecht: ‘De bank was vroeger een tafel in een markthal waarop producten uitgestald lagen. Het woord toonbank herinnert daar nog aan. Verkocht een handelaar dure of goedkope waar? De prijzen per exemplaar waren natuurlijk verschillend, maar berekende je het gemiddelde van wat er op zijn bank lag, dan kon je zeggen dat hij door de bank genomen duur of goedkoop was.’

De variant met band komt wat vaker in België voor, die met bank vaker in Nederland.

Meer taaladvies?

Op onze website vindt u zo'n 1400 taaladviezen: www.onzetaal.nl/advies. De Taaladviesdienst is telefonisch bereikbaar op 0900 - 345 45 85 (zie ook colofon).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken