Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 79 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.56 MB)

ebook (26.43 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 79

(2010)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 273]
[p. 273]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Licht(e) verstandelijke handicap

? Spreek je van ‘kinderen met een licht verstandelijke handicap’ of van ‘kinderen met een lichte verstandelijke handicap’?

! ‘Kinderen met een lichte verstandelijke handicap’ is juist. Lichte is een bijvoeglijk naamwoord bij handicap, of beter gezegd bij de woordgroep verstandelijke handicap. Van die (verstandelijke) handicap wordt gezegd dat hij licht is; licht krijgt een e omdat het voor een de-woord staat. In ‘kinderen met een licht verstandelijke handicap’ is licht als bijwoord gebruikt, dat iets zegt over verstandelijk. De handicap zou dan ‘in lichte mate verstandelijk’ zijn en voor de rest van een andere aard, en dat is geen gewone manier van zeggen.

Licht is wel juist in zinnen als ‘Deze kinderen zijn licht verstandelijk gehandicapt.’ Hier wordt bedoeld: ze zijn verstandelijk gehandicapt, in lichte mate. Omdat licht hier iets zegt over een bijvoeglijk naamwoord (namelijk gehandicapt), is het een bijwoord en blijft de e weg.

Halteren

? Laatst zag ik een tijdelijk verkeersbord met de tekst ‘Let op! Bus halteert op rijbaan.’ Is halteren een bestaand werkwoord?

 

! Ja, halteren is onder meer opgenomen in de grote Van Dale (2005), met de omschrijving ‘stoppen bij een halte’. (Dit halteren rijmt op asfalteren; het moet niet verward worden met halteren in de betekenis ‘oefenen met een halter’.)

Halteren is alleen geen alledaags woord. Het heeft zelfs iets plechtigs, en kan op zo'n bord wat dikdoenerig aandoen. Wel is halteren specifieker dan stoppen: bij een bord met ‘Bus stopt op rijbaan’ ontbreekt de informatie dat dat stoppen ter hoogte van een halte gebeurt, waarbij passagiers kunnen in- en uitstappen. Halteren is een kort woord waarin die informatie wél zit, en daarom is het toch wel geschikt voor verkeersborden.



illustratie
Halteren: een goed Nederlands woord?
Foto: nedtaal.blogspot.com


Frans(e) dichter, Nederlands(e) cabaretier

? Voor mijn gevoel is ‘Arthur Rimbaud was een Frans dichter’ een normale zin, maar ‘Theo Maassen is een Nederlands cabaretier’ niet: ik zou een e toevoegen na Nederlands. Is dat verschil te verklaren?

 

! Niet helemaal. Er zijn geen duidelijke regels voor het al dan niet schrijven van de buigings-e na een aardrijkskundig bijvoeglijk naamwoord dat voor een persoonsaanduiding staat. In elk geval is zowel een-Frans dichter als een Franse dichter juist, en zowel een Nederlands cabaretier als een Nederlandse cabaretier.

Maar de e kan niet bij álle combinaties van dit type achterwege blijven. Het wegblijven van de e lijkt vooral voor te komen bij mannelijke, traditionele functies, die vrij algemeen ‘erkend’ zijn als een vak met een zekere status, in culturele of historische zin bijvoorbeeld. Gevallen als een Deens gravin, een Weens lasser en een Brits keeper zijn vreemd.

Als beide vormen mogelijk zijn, is bij de versie mét buigings-e doorgaans geen sprake van een bijzondere betekenis; het gaat, in het geval van een Franse dichter, heel neutraal om een dichter die Frans is. Wie een Frans dichter gebruikt, geeft er een andere betekenisnuance aan - al is die moeilijk te omschrijven. Het heeft er vaak mee te maken dat de dichter als dichter typisch Frans is, dat hij als zodanig de geschiedenis in is gegaan, en/of dat hij behoort tot de ‘stroming’ van Franse dichters.

Vooral bij die laatste nuance is de combinatie op te vatten als een soort eenheid, een categorieaanduiding; daardoor gelden de gewone regels voor het verbuigen van bijvoeglijke naamwoorden minder sterk. Als de categorie waartoe iemand behoort er in de context minder toe doet, en er geen sprake is van een vaste eenheid, is de versie met e gewoner: ‘In Parijs zag ik een beeld van een Franse dichter.’

Er zitten dus allerlei nuances aan de kwestie. Die gelden bovendien sterker voor Franse dichters dan voor Nederlandse cabaretiers en Weense lassers; dichters hebben nu eenmaal een meer tot de verbeelding sprekende geschiedenis dan cabaretiers of lassers, en vormen veel meer een categorie.

Burgemeester/burgermeester

? Waarom is het burgemeester en niet burgermeester? Zo iemand is toch de ‘meester van de burgers’?

 

! Volgens etymologische naslagwerken is deze kwestie niet helemaal opgehelderd. In de schrijfwijze burgemeester wordt in elk geval niet uitgegaan van het woord burger maar van burg, een verouderde vorm van burcht in de betekenis ‘stad’ of ‘wijk’. De e na burg staat er om de uitspraak te vergemakkelijken.



illustratie
Ahmed Aboutaleb: burgemeester of burgermeester?
Foto: Dirk van der Made


Maar daarmee is niet alles gezegd. De vrij gangbare schrijfwijze burgermeester is immers ook logisch te verklaren (‘meester van de burgers’) én heeft bijna even oude papieren als burgemeester. Al in de Middeleeuwen kwamen beide varianten voor: de oudst bekende vormen zijn borghmeester, burchmeester en borgermeyster, aldus het Etymologisch woordenboek van het Nederlands.

Al in het Middelnederlands bestonden er dus twee varianten, en taalkundig gezien zijn ze even goed te verdedigen. Toch is burgemeester uiteindelijk de juiste vorm geworden, omdat die vaker voorkwam dan burgermeester. Maar dat is dus min of meer een kwestie van toeval.

Het is beter dat/als er...

? Wat is juist: ‘Het is voor iedereen beter dat er snel een oplossing komt’ of ‘Het is voor iedereen beter als er snel een oplossing komt’?

 

! Zowel als als dat is in deze zin mogelijk. Wie dat gebruikt, lijkt erop te rekenen dat er een oplossing zal komen. De zin met als impliceert vooral een voorwaarde waaraan voldaan moet worden om iets te laten slagen. Dat klinkt dus iets stelliger dan als. De strekking van de twee versies is verder grotendeels hetzelfde: het is in beide gevallen niet duidelijk óf er een oplossing komt - maar dat zou wel beter zijn.

Meer taaladvies?

Op onze website vindt u zo'n 1500 taalkwesties: www.onzetaal.nl/advies. De Taaladviesdienst is telefonisch bereikbaar op 0900 - 345 45 85 (zie ook het colofon).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken