Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785 (1785)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

Scans (38.31 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 577]
[p. 577]

Algemeene vaderlandsche letter-oefeningen.

Leerredenen van G.J. Zollikofer, Predikant der Evangelisch Hervormde Gemeente te Leipzig. In het Nederduitsch overgezet. Zevende Stuk. Te Amsterdam, by de Erven P. Meijer en G. Warnars, 1784. In gr. octavo 288 bladz.

Het in 't voorige Stuk aengevangen onderzoek, wegens de waerdy der voornaemste dingen, die tot 's menschen gelukzaligheid behooren, word in dit tegenwoordige, op de eigenste leerzame en aenmoedigende wyze, achtervolgd. De Eerwaerde Zollikofer vestigt hier onze opmerkzaemheid, op de waerdy der Godsdienstige aendacht, der gevoeligheid, der deugd, der Christelyke deugd, van den Godsdienst in 't algemeen, van den Christelyken Godsdienst in 't byzonder, ter aentooninge, hoe Jezus alle onze geestlyke behoeften vervult, van het Christendom, met opzigt tot de algemeene voordeelen, welken het zelve aan het Menschdom in 't gemeen bezorgd heeft en nog bezorgt, van de leer onzer onstervelykheid, en de waerdy der onderlinge en openbare Godsdienstoefeningen. ----- Gemeenlyk overweegt de Leeraer eerst het onderwerp, en daerop ontvouwt hy deszelfs waerdy: zo beschryft hy ons, by voorbeeld, eerst de Deugd, en dan toont hy derzelver waerdy.

‘De deugd is, zegt hy, die hoedanigheid van onzen geest, die richting en verordening zyner vermogens, welke ons steeds zodanig denken, zodanig gezind zyn, zodanig handelen doet, als met de waarheid, de orde, den wil van God overeenkomstig is. Zy bestaat in eene algemeene, heerschende, werkzaame neiging tot alles, wat waar, recht en goed, wat met onze natuur en onze verbindtenissen, en de natuur en de verbindtenissen der overige dingen overeenkomt; in eene bestendige bereidwilligheid, om dat geene te doen, of niet te doen, te lyden of te dulden, te zyn en te hebben, of niet te zyn en te hebben, wat Gode behaagt, dat wy doen of niet doen, lyden of dulden, zyn en hebben, of niet zyn en hebben

[pagina 578]
[p. 578]

zullen. Zy bestaat in de waarheid onzer gedachten, aandoeningen, neigingen, woorden en werken, in de overeenstemming van alle de deelen onzes inwendigen en uiterlyken gedrags onder elkanderen en met de goddelyke wet. Zy is derhalven even het zelfde, wat wy anders liefde tot en oeffening van het goede, gewillige en onbepaalde gehoorzaamheid jegens God en zyne geboden, wat wy braafheid gewoon zyn te noemen. Zy is de gezondheid en het waare leven onzer ziele, die toestand in welken onze geest dat geene is en werkt, wat hy naar zyne verordening zyn en werken moet; die kracht, welke ons steeds tot alles, wat schoon en goed en nuttig en edel is, wat Gode behaagt, en de menschelyke volmaaktheid en gelukzaligheid bevordert, aanspoort, ----- ons met goedwilligheid jegens alle menschen vervult, ons gebiedt, om meer voor anderen, dan voor onszelven, te leeven en te werken, en allen, wat wy zyn en bezitten, op de beste wyze aan te wenden.’

Na deze beschryving van de deugd gegeven te hebben, gaet de Leeraer over, om te toonen, dat zy grooter waerde bezit dan alle andere goederen dezer waereld, dan rykdom, eer, zinnelyk vermaek, en alle voorrechten en geneugten des geestes, in zo verre zy met de deugd stryden, of als van haer onafhangelyk beschouwd worden. ----- Ter stavinge hiervan brengt zyn Eerwaerde de volgende aenmerkingen te berde, die hy, in tegenoverstelling met de opgenoemde goederen, ten nadruklykste uitbreid. ‘1. De deugd is in het algemeen en zonder eenige bepaalinge goed. 2. De waardy der deugd is veel onveranderlyker dan de waardy van alle andere goederen en voorrechten. 3. Zy is veel algemeener en onafhangklyker van rang en betrekking. 4. De deugd heeft eene uitsteekende waarde wegens de uitneemende goede uitwerkselen, welke zy in ons voortbrengt, wegens haaren uitneemend grooten invloed op onze volmaaktheid en gelukzaligheid: zy maakt ons veel beter, veel nuttiger, veel gelukkiger, veel geschikter voor een verheevener, beter leven, en Gode gelyker; ook geldt zy, deeze Dogter des hemels, by God, haaren Vader, meer dan al het andere.’ ----- Op de voorstelling hiervan besluit zyn Eerwaerde deze Leerreden, met de volgende ernstige aenspraek.

‘Zoudt gy, na dit alles, der Deugd uwe hoogachting, uwen eerbied kunnen onthouden, ô mensch, ô

[pagina 579]
[p. 579]

Christen, die nog eenig gevoel bezit van het geene voortreslyk en eerbiedenswaardig is? Neen, wacht u dit gevoel der waarheid in u te verdrukken! Acht en eerbiedig de deugd meer dan al het andere, wat buiten haar aanspraak maakt op uwe achting en eerbied. Terwyl gy de deugd eerbiedigt, eerbiedigt gy God. Acht en eerbiedig haar dan overal, waar gy ze ook ontmoet, in welk eene gedaante, onder welk een kleed zy u verschynt, in welk eene taal zy u aanspreekt, door welk eene daad zy zich openbaart. Doe haar recht niet alleen in het algemeen, maar ook in ieder byzonder mensch, welken zy bezielt en bestuurt. De deugd in het algemeen is niets dan een denkbeeld, een voorstel in ons verstand: zy zelve bestaat in byzondere wezens. In deezen moeten wy haar derhalven achten en eerbiedigen. Wie ooit eenen armen, behoeftigen, deugdzaamen veracht, die veracht de deugd zelve; en wanneer gy de deugd veracht, ô mensch, dan veracht gy alles, wat schoon, wat groot, wat eerbiedenswaardig is, dan veracht gy God, de bronwel van alle volmaaktheid.

Acht gy haar echter zodanig, als zy verdient, ô bedenk u dan toch nimmer, wat u te doen, wat te verkiezen staat, wanneer gy tusschen haar en den rykdom, tusschen haar en de eer by menschen, tusschen haar en de zinnelyke of geestelyke geneugten, eene keus moet doen. Laat veel liever alles vaaren, dan dat gy haar verliezen of kwetsen zoudt. Weigert gy nog, om alles, wat met haaren wil en aart strydt, aan haar op te offeren; bekommert gy u nog angstvallig, om op geenerhande wyze iets te verliezen; smart u nog elk gering verlies, 't welk gy om haaren wil ondergaat, ô zeg dan niet, dat gy deugdzaam zyt! ----- Neen, wenscht gy dat te weezen, wees het dan geheel en al. Scheur niet van een, wat God, wat de natuur der dingen op het naauwste en onscheidbaar samengevoegd heeft. Hier heet het: gantsch of geheel niet. Hier kan men geen vergelyk aangaan. Zo lang gy de deugd en de zonde, - de tegenstrydigste, onverzoenbaarste dingen, met elkanderen zoekt te bevredigen en te verbinden, zo lang zyt gy dubbeld ongelukkig. Gy smaakt de zaligheid der deugd niet, en het voorbysnellende, vlugtige vermaak der zonde, smaakt gy ook slechts ten halve, niet met een gerust gemoed, niet zonder heimelyken angst en verwyt. Wilt gy gelukkig zyn, gelukkig blyven, en telkens gelukkiger worden, ô, zonder u dan, geheelenal, bepaald en onherroepelyk voor de deugd af! Laat zy u gantschlyk doordringen

[pagina 580]
[p. 580]

en bezielen, u schier in een nieuw mensch herscheppen, u ten allen tyde en aan alle plaatzen leiden en bestuuren; laat haar de ziel van uwen geheelen wandel weezen. Dan zult gy ontdekken en bevroeden, hoe groot, hoe onuitspreeklyk groot haare waarde is, welk eene waardigheid en sterkte zy den mensch verleent, welk eene rust en zaligheid zy hem verschaft; en dan zult gy in haare bezitting u altoos en eeuwig verheugen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken