Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Veelderhande geneuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereynen (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Veelderhande geneuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereynen
Afbeelding van Veelderhande geneuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereynenToon afbeelding van titelpagina van Veelderhande geneuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereynen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

drama
non-fictie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
refreinen
tafelspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Veelderhande geneuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereynen

(1977)–Anoniem Veelderhande geneuchlijcke dichten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Van t'arme Bier, dat kranc, ende watersuchtig is.]

Een beklaeghelijck Refereyn, Van dat arme Bier, hoe dattet seer kranck, ende Watersuchtigh is. Seer ghenoeghlijc om te lesen.

 
Ghy lieue Drincke broeders bidt voor dit bier,
 
Want den adem wil uyte, t'is seer kranc hier,
 
t'En wasser noyt soo qualijcken ane
 
Wy moeten al blijuen op de bane,
 
Alle die daer geerne pleghen mede om te gane,
[pagina 189]
[p. 189]
 
aant.
 
Het wort seer beklaecht van menighen Kuythane,
 
Om dattet in alsulcken quale is ghesleghen,
 
Van een iammerlijc gebrec, my deert dat ickt vermane
 
Want het heeft een groote Water-ziecte ghekreghen,
 
Ghy die daer raet of remedie weet teghen
 
Comt, ende helpet doch wt rechter ghenaden
 
Het heeft langhe tijt dus plat gheleghen,
 
Want dit arme Bier heeft het water gheladen.
 
Het heeft langhe ghesien seer bleeck, ende blaeu
 
Maer nu ist t'eenemael flaeuwer dan flaeu,
 
Het en heeft niet een haerken op zijnen kam,
 
Ten heeft reuck noch smaeck, ten stont noyt so nauwe,
 
En bysonder sint dat Maria van rossum quam,
 
Zy dede dat men't eenemael zijn cracht benam,
 
Al lagh het te vooren ghenoegh in qualen,
 
Och, ick worde daerom so bloedelijcke gram
 
Datmen de schade op t'arme Bier wil verhalen,
 
En op mijn Heer van Halewijn, dat zy moeten betalen
 
Die soo menighen ghoeden ghilde kunnen versaden,
 
Jae ick vreese dat ons t'Bier op t'leste sal falen,
 
Want het arme Bier heeft het water gheladen.
 
Mijn Heere de Kan sit soo deerlijck int ghetreure,
 
Om dat dit arme Bier als een magher leure,
[pagina 190]
[p. 190]
 
aant.
 
Kranck is hy en weet ter werelt geen lieuer vriendinne
 
Men schooter wel een bout van seuen ellen deure,
 
Het leyt en zwalpt, ten heeft niet dan t'water inne,
 
Och, sterft het Bier, ick verliese mijn sinne,
 
Ick sorghe jae, nae dat de sieckten uytwijsen,
 
Want waer ick my keere of waer ick my winne,
 
Ick en hoore niemant het onnosele Bier meer prijsen
 
Och condemen noch vinden eenighe provisen,
 
Die dit arme Bier een weynich mochte comen in staden
 
Comt thoont v hulpe alle lieve Accijsen,
 
Want het arme Bier heeft het water gheladen.
 
Het maeckt nu de broeders alle confuys
 
Om dat men t'arme Bier doet sulcken kruys,
 
t'welck in seuen jaeren niet al te ghesont en was
 
Och het dede ons soo hertelijck loopen van huys,
 
Als wij hoorden segghen dattet ghenas,
 
Maer (eylaes) nu ist teenemael inden plas,
 
Het swalpt inden buyc, ten can niet verheughen,
 
En twort alle daghen hoe langher hoe argher gebras
 
Ten sal haest nau om wat te spoelen deughen,
 
Niemant en achtet dan onnutte zeughen,
 
Die daer in plossen als Eenden die baden
[pagina 191]
[p. 191]
 
aant.
 
Dit is die meeste oorsake datment niet sal meughen,
 
Want het arme Bier heeft het water gheladen.
 
Prince wy bidden u ootmoedelijc voor onse Vrouwe
 
Soect doch remedie in eenighen Wouwe
 
Op dat dit arme Bier wat verfrayen magh,
 
De Brouwers gaen soo deerlijck inde rouwe,
 
Zy klaghen en kermen den gantschen dagh,
 
Ende alle Drincke-broeders maken sulcken gheklagh
 
Een steenen hart sout moeten erbarmen,
 
Om datmen dit Bier noyt naerder en sagh,
 
Ghy Bier-makers tis in uwer macht wildy beschermen
 
Verhoort het ghebedt van uwen armen
 
Ten is anders niet mogelijc dattet mach verfrayen,
 
Doet het met wat meer Hoppe en Mout verwarmen,
 
Want het arme Bier heeft het water gheladen,
 
 
 
Finis.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken