Voortgang. Jaargang 1
(1980)– [tijdschrift] Voortgang–
Auteursrechtelijk beschermdVoortgang. Jaargang 1. Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam 1980
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Voortgang. Jaargang 1 uit 1980.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 19: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier op iedere regel herhaald.
p. 102, 129-130, 146-147: de eindnoten op deze pagina's zijn in de lopende tekst geplaatst. Betreffende pagina's zijn daardoor komen te vervallen.
p. 105: in de tabel staan woorden vertikaal gedrukt, met een grote accolade. De woorden zijn steeds op iedere regel herhaald, de accolade is weggelaten.
p. 142: noot 32 heeft geen nootverwijzing in de tekst en is daarom door de redactie geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina voorplat]
[pagina 1]
voortgang
van het onderzoek in de subfaculteit Nederlands aan de Vrije Universiteit
I, 1980
| Inhoud | |
| Lopend onderzoek in de subfaculteit Nederlands aan de Vrije Universiteit, 1 juli 1980 | 3 |
| L. STRENGHOLT: Fictieve gasten op Hofwyck in Hofwyck | 9 |
| ARIE VERHAGEN: On contrastive stress | 18 |
| MICHAëL ELIAS en BARTIE THIJS: Achtergronden bij het onderzoek naar taal en socialisatie | 34 |
| J. NOORDEGRAAF: Schotse Verlichting en Nederlandse grammatica: Weiland en Blair | 46 |
| MAAIKE HOGENHOUT: Een velspot | 53 |
| J.D.F. VAN HALSEMA en MARGARETHA H. SCHENKEVELD: Het proemium van Mei II | 57 |
| WILLEM BREEKVELDT: De episode van de verwisselde brieven in Cornelia Wildschut | 63 |
| AD ZUIDERENT: Koplands afscheid van een land van bergen en dalen | 75 |
| THEO VAN LOON: Een kader voor de analyse van lyriek | 86 |
| ROEL ZEMEL: ‘Maar gij geheel anders’ | 107 |
| L. STRENGHOLT: Onderzoek oudere letterkunde/renaissance | 120 |
| HENK DUITS: Een machiavellist bij Coornhert | 125 |
| F.J.H. DE BREE: ‘Allegoria’ en de Zeven Wijzen | 131 |
[pagina 2]
| HENK KOEMAN: Over de interpretaties van ‘Haegh en meijen-Boeck’ in Huygens' Hofwyck | 137 |
| Kleinere bijdragen | 152 |