Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Oosterse gastvrijheid

 
Ga uw knecht toch niet voorbij
 
GEN. 18:3

Wie eens als gast bij een Oosterling aan tafel mee heeft aangezeten, die heeft voorgoed een afdoend begrip gekregen van de gastvrijheid in de Oriënt. Het is een gastvrijheid, waarvan wij als Westerlingen geen begrip hebben. Bij ons is een gast een bekende, die wij met enig overleg uitnodigen. Reeds voor zijn verschijning wordt er met hem een bepaalde regeling getroffen. Hij zal een paar dagen blijven, een week, misschien twee weken. Hij zal in den regel niet onaangekondigd verschijnen.

In het Oosten bestaat dat allemaal niet. Iedere willekeurige vreemdeling, die het huis van een Oosterling passeert, wordt dringend naar binnen genodigd en van het ogenblik af, dat hij deze uitnodiging aanneemt, is hij geen vreemdeling meer maar gast. Van het moment af, dat hij binnentreedt, wordt hij de spil waarom alles draait, het centrum van de familie, de hoge gast, die alleen al door zijn aanwezigheid Gods zegen op het huis doet neerdalen. Niets is goed genoeg voor hem, het prachtigste stuk vee wordt geslacht, de schoonste tapijten worden te voorschijn gehaald en al wat zijn oog ook maar bewonderend aan-

[pagina 5]
[p. 5]

schouwt, wordt hem onmiddellijk aangeboden en door zijn gastheer met warmte in de handen gedrukt. Zegt ge, in een Bedoeïnentent zittend, prijzend tot uw gastheer: ‘Wat is dat een prachtig kamelenzadel!’, of ‘Wat is dat een fraai pistool,’ dan ligt het voorwerp van uw lof terstond met een kort maar krachtig: ‘Het is het uwe, broeder; neem het!’ op uw knieën. En probeer uw gastheer dan maar te bewegen het terug te nemen. Dat kost u zeker een kwartier aan woordenstrijd. Het begrip tijd bestaat niet bij gastvrijheid. Van het moment af dat de gast binnen is, laat de gastheer al zijn overige beslommeringen in de steek. De kans op een voordelige handel, die hij een uur later in de stad zou kunnen afsluiten, laat hij zonder meer verlopen. Zijn bezoek, dat hij die middag bij een kennis of familielid had moeten afleggen, vervalt. Hij neemt vaak niet eens de moeite dat bezoek af te zeggen. Hij heeft immers zelf een gast! Dat verontschuldigt bij voorbaat alles. Ja, al staat zijn schuur in brand, al daalt een sprinkhanenplaag neer op zijn akkers, hij zal een ander naar de plek des onheils zenden en zelf rustig met zijn gast blijven babbelen. Als hij arm is en niets anders heeft dan wat kleinvee om er zijn nooddruftige familie mee te voeden, dan komt het niet zelden voor, dat hij de gast in enkele dagen voorzet waar hijzelf met vrouw en kinderen maanden van had moeten leven. Na het vertrek van de gast wachten hem dan honger en armoede. Maar hij zal zich niet beklagen en zijn daad niet berouwen. Want hij heeft zijn eer en die van de familie gered door een voortreffelijk gastheer geweest te zijn. De Oosterse gastvrijheid is door menige oude dichter in het Arabisch bezongen en geroemd als de hoogste deugd der Oosterlingen. Het is dan ook wel gebeurd, dat een Oosterling, die onverwachts gasten kreeg en die geen eten genoeg had voor zichzelf, een zijner onmisbare en kostbare rijdieren slachtte om toch zijn gasten maar een welvoorziene dis voor te zetten. Getuige het volgende Arabische gedicht, dat een vereeuwiging is van zulk een onbeperkte gastvrijheid.

[pagina 6]
[p. 6]

Men stelle zich de woestijn voor op een koude winternacht. Ergens in die verlatenheid staat een Bedoeïnentent, nauwelijks in het duister te onderscheiden. De nacht is zo zwart, dat zelfs de waakhond het tentekoord niet onderscheiden kan en dat hij, als hij vreemdelingen hoort, maar één keer blaft en zijn snuit terstond weer in de krul van zijn staart steekt. Maar de arme Bedoeïn, die niets te eten meer in voorraad heeft, heeft de naderende vreemdelingen gehoord en hij spreekt zijn vrouw als volgt toe:

 
Huisvrouw sta op, opdat geen blaam u treffe;
 
Neem in ontvangst de zadels der kamelen,
 
In deze koude nacht vol koude regen,
 
Waarin een hond zelfs door het diepe donker
 
Het tentekoord niet ziet, slechts één keer blaft
 
En dan zijn snuit weer met zijn staart omwikkelt.
 
Wat denkt ge vrouw, brengen wij hen niet liever
 
Naast onze tent, nu onze voorraad op is?
 
Of zullen wij, opdat geen blaam ons treffe
 
En niemand onze eer in twijfel trekke,
 
Ondanks 't gemis, hen rijkelijk onthalen?
 
Dan sta ik op, dan ga ik met mijn zwaard
 
Het duister in; daar doemt mijn troep kamelen
 
Dan voor mij op, zij liggen neergeknield
 
Dicht naast elkaar in deze bittre koude,
 
En een van hen zal ik dan slachten gaan!

Een dergelijke Oosterse gastvrijheid, waarvan wij geen begrip hebben, is nochtans een normaal verschijnsel in het Oude Testament. Om ons daarvan te overtuigen, behoeven we slechts het boek Genesis op te slaan en te lezen hoe Abraham de drie vreemdelingen bij zijn tent ontvangt en hen op volkomen Oosterse wijze onthaalt. Abraham handelt juist eender als nog heden ten dage een Bedoeïnenvorst zou doen. Hij beschouwt zich terstond als de knecht van zijn gasten, laat water brengen om hun voeten te wassen,

[pagina 7]
[p. 7]

leidt hen in de schaduw naast de tent en dient zijn gasten persoonlijk een rijkelijk maal op onder de boom. Zo'n maal is naar echt Oosterse zeden veel overvloediger dan de drie gasten - die engelen blijken te zijn - ook maar met mogelijkheid op kunnen. Daartoe hoeft men slechts het menu te lezen, dat het boek Genesis opsomt: ‘En Abraham haastte zich naar Sara in de tent en zei: Neem snel drie maten meel,’ (dat is zeven en dertig liter!) ‘fijn meel, kneed het en bak er koeken van. Daarna liep Abraham naar zijn runderen, koos een mals, jong kalf uit en gaf het aan zijn knecht, die het snel moest toebereiden. Vervolgens nam hij melk en boter en het kalf dat hij had laten toebereiden en zette het hun voor. Zelf echter bediende hij hen onder de boom, terwijl zij aten’. Een dergelijk grootscheeps menu zou men niet verwachten als men enkele verzen te voren gelezen heeft, dat Abraham de drie vreemdelingen ten eten nodigt met de woorden: ‘Ik wil u iets te eten halen, opdat gij u verkwikt’ of zoals een andere vertaling het geeft: ‘Ik zal u een bete broods toereiken......’ Maar ook dit is volkomen Oosters. De uitnodiging zelf wordt hartelijk maar bescheiden gesteld en de vreemdeling, die voor het eerst in het Oosten de uitnodiging tot een zeer bescheiden maal aanvaardt, gelooft zijn ogen niet, als hij nadien de tafel aanschouwt, die schier zwicht onder de last der gerechten. Ja, de Oosterse gastvrijheid is onmogelijk te overtreffen. Een gastvrijheid, waarover Paulus spreekt in zijn brief aan de Hebreeën, wanneer hij, zinspelend op Abrahams gastvrijheid, zegt: ‘Vergeet de gastvrijheid niet. Daardoor immers hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken