Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Oosterse schone

 
In die dagen zal de Heer haar sieraden afrukken
 
IS. 3:18

Een Oosterse schone houdt van opschik. Zij versiert zich graag en schminkt zich graag. Zij houdt er in dit opzicht echter geheel andere gewoonten op na dan haar Westerse zuster. Niet alleen de nagels worden gelakt met henna, een sap uit de hennaplant, maar de hele handpalm wordt er mee ingewreven, totdat hij rood is. Het zwart maken van

[pagina 18]
[p. 18]

de wimpers is in het Westen een nieuw gebruik. In het Oosten is het eeuwen oud. De Oosterse vrouw verft echter niet alleen haar wimpers zwart, maar ook haar oogleden, om er het wit van de oogbal des te beter door te doen uitkomen. Voorts tatoueert zij zich, meest op het voorhoofd en op de kin. In het Oude Testament echter was dit tatoueren verboden. Haar halskettingen zijn van zilver, koper of glas. Ofschoon glas en koper geen edele metalen zijn, zijn de sieraden, die er van vervaardigd worden, er niet minder mooi om. Wie de schatten uit het graf van Toet-anch-Amon gezien heeft en daaronder de betoverende kettingen van eenvoudige kralen, zal er wel nooit meer aan twijfelen, dat men van bijna niets kunstwerken kan maken. Maar blijkbaar moet men nog iets van het kunstgevoel van een kind hebben om ze te vervaardigen en...... om ze te dragen, want bij een moderne dracht verliezen ze op mysterieuze wijze hun bekoring. Een Oosterse schone draagt niet alleen halskettingen, armbanden en oorringen, haar opschik is niet volledig als zij geen zware zilveren enkelringen en een neusring draagt. Voor ons hebben deze versierselen iets primitiefs, iets slaafs. Vooral de neusring doet ons denken aan de neusring van het vee. In werkelijkheid is er natuurlijk niets dienstbaars aan deze versierselen. Een Oosterling, die trouwen wil, geeft zijn bruid zulke sieraden. Als de knecht van Abraham Rebecca als toekomstige vrouw voor Abrahams zoon Isaäk vindt, dan leest men in het Oude Testament, dat de knecht Rebecca onder andere een gouden neusring geeft, die een halve sikkel weegt en die hij haar aan de neus steekt. Zulk een neusring kwam klemvast in de neusvleugel te zitten. Een fraaie inventaris van wat de vrouw in het Oude Testament als sieraad droeg en nog draagt vindt men opgesomd bij Isaias. Isaias verwijt de dochters van Sion haar modezucht en profeteert: ‘In die dagen zal de Heer haar sieraden afrukken: haar voetringen, haar voorhoofdversierselen, haar halve maantjes, haar oorringen, haar armbanden en sluiers, haar hoofddoeken,

[pagina 19]
[p. 19]

loopkettinkjes en prachtgordels, haar odeurflesjes en amuletten, haar vingerringen en neusringen, haar prachtige kleren en omslagdoeken’.

 
‘En dan zal het wezen:
 
In plaats van balsemgeur, stank;
 
Voor gordel, een strop;
 
Voor haarvlechten, schurft;
 
Voor statie, een zak;
 
Voor schoonheid, een brandmerk!’

Het loopkettinkje, waarvan Isaias spreekt, was een merkwaardig schoonheidsmiddel. Het kettinkje verbond de ene voetring met de andere en noodzaakte de draagster er van kleine trippelpasjes te maken, hetgeen voor modieus gold. In de opsomming komt ook de sluier voor, die de Oosterse vrouw nog altijd draagt. Er zijn verschillende soorten sluiers. Korte, die even onder het gezicht ophouden, en lange, die tot op de voeten vallen en bezaaid zijn met opgenaaide munten. De laatste worden ook door de landelijke herderinnen gedragen en als men er een achter een nukkig schaap ziet aanrennen lijkt zij meer op de koningin van Saba dan op een eenvoudige herderin, want haar sluier vol koperen munten wordt een wapperende stroom van goud en haar neus- en oorringen dansen als levende zonnestralen.

Ook de hoofddoek, die om het hoofd wordt geslagen, is aan de voorkant versierd, hetzij met pailletten, hetzij met munten. Nu nog wordt zij in sommige streken van het Oosten als spaarpot gebruikt. Wat de man aan goud overspaart, laat hij zijn vrouw aan de hoofddoek naaien en wanneer de omstandigheden het eisen, neemt hij het er weer af van zijn levende spaarpot. Er wordt wel aangenomen, dat de gelijkenis van de tien penningen, waarvan de vrouw er een verloor, op zulk een levende spaarpot slaat. De vrouw zou dan tien penningen, die zij als bruidsschat gekregen had, aan haar hoofdtooi hebben hangen en een er van was losgeraakt. Zij keert het hele huis om met de bezem om deze tiende penning terug te vinden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken