Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Een dagboekblad

 
De wateren waren hun een muur aan hun rechter- en linkerhand
 
EX. 14:22

Ik geef de lezer dit keer een dagboekblad, geschreven aan het strand van de Rode Zee. ‘Wat mij het meest bevreemdt is het feit, dat het volk van Juda hier, ongeveer ter plaatse waar ik zit, door de zee getrokken moet zijn. Ik kijk onwillekeurig achter mij om te zien, welke weg zij zouden kunnen genomen hebben. Ja, daar links kunnen zij langs het gebergte uit de woestijn gekomen zijn, die tussen het land Gozen en de Rode Zee lag.

Plotseling zie ik hen in mijn verbeelding. Duizenden en duizenden, langzaam naderend in een stofwolk uit de gloeiende haard van de woestijn. Kamelen voorop, kamelen opzij, met hun prachtige dédaigneuze koppen. Onverstoorbaar wandelen zij naast de uitgeputte massa's, deze woestijndansers. Langs hun flanken fonkelt het gouden vaatwerk, dat de Joden van de Egyptenaren hebben meegenomen. En dan nadert de stroom van mensen in lange

[pagina 63]
[p. 63]

veelkleurige gewaden, de vrouwen het hoofd in sluiers gehuld, de mannen het hoofd omwonden met kleurige lappen. Oude mannen met baarden, die dor zijn geworden en uitgeplozen en zoutkleurig van de Egyptische zon. Vrouwen met de kinderen op haar door de zon gebarsten nek. Blinden, die tastend meelopen op de stroom van het geluid. Kreupelen, die meehinken, koste wat het kost, naar het Beloofde Land. Zij hebben allen een vreemde, koortsachtige haast, want het is weer Pharao, die hen vervolgt. Ergens ver weg, als men scherp ziet, ontwaart men de stofwolk van zijn ruiters reeds in de trillende woestijn. En dan plotseling is daar de zee. Een ontzaglijke plas bijna roerloos, diepblauw water met een mysterieuze rode glans er overheen. Dat is het einde. Dat is de dood. Links steile, dorre bergketenen, voor hen de zee, achter hen het naderende leger van Pharao. De punten der lansen schitteren reeds in het zonlicht. En het volk zegt smalend tegen Mozes: ‘Hebt gij ons daarom, omdat er in Egypte soms geen graven waren, meegenomen, opdat wij in de woestijn zouden sterven?’ En Mozes zegt tot het volk: ‘Weest stil. God zal voor u vechten. De Egyptenaren, die gij op het ogenblik ziet, die zult gij in der eeuwigheid niet weerzien’. Toen zei de Heer tot Mozes: ‘Zeg tegen de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken. En gij, hef uw staf op en strek uw hand over de zee en klief haar, opdat de kinderen Israëls door het midden van de zee kunnen gaan over de droge bodem’.

En Mozes strekte zijn hand uit en de Heer ‘dreef het water terug’ en de wateren werden hun ‘een muur aan hun rechter- en linkerhand’.

Als kind had ik, ik weet niet wat willen geven, als ik deze tocht had mogen meemaken. Het leek mij het schitterendste avontuur, ooit ter wereld beleefd. En nu, jaren later, zit ik aan het kokende strand en weer vraag ik mij af: hoe zouden die muren der zee aan weerskanten er wel uitgezien hebben? Diepblauw met roodachtige en purperen plekken, zoals de zee er uitziet aan haar oppervlakte? Zou-

[pagina 64]
[p. 64]

den zij geleken hebben op de gigantische ruiten van een aquarium, waarachter men vraatzuchtige haaien en kronkelende inktvissen zag loeren op de voorbijgangers? Zouden koffervisjes hun nieuwsgierige neuzen gedrukt hebben tot net waar het water ophield? En was de bodem bezaaid met oerwouden van koraal? Maar het volk van Juda had geen tijd om naar de wonderen der diepzee te kijken. Want aan het eind van de hemelsblauwe waterallee stortte het leger van Pharao zich reeds in de droge bedding. ‘Al Pharao's paarden en wagens en ruiters trokken achter hen aan in het midden van de zee.’

Als men de reliëfs in de tempels van Luxor en Karnak heeft gezien, kan men zich indenken, hoe de schrik de Joden om het hart sloeg. Pharao's waren geweldenaars als zij op hun strijdwagens kwamen aanwervelen, de boog in de hand. Dan miste geen pijl. Ieder schot bleef trillend rechtop staan in het tuimelende lichaam van een vijand. Op de tempelreliëfs stort alles zich in een wilde chaos op de vlucht voor Pharao's naderende strijdwagen: voetvolk, boogschutters, ruiters en wagenvechters. En het lot, dat hun daarna te wachten staat, laat op de reliëfs ook al niets aan duidelijkheid te wensen over. De koning houdt zijn gevangenen bij tientallen in zijn linkerhand bij hun hoofdhaar te zamen, als een nietige bos uien, terwijl hij met zijn rechterhand het zwaard breed uithaalt om als een maaier het graan te oogsten. Prachtige reliëfs zijn dat: de geweldige pharao met lendeschort en gouden halsversieringen en ver beneden hem in een compacte, symmetrische massa de lichamen der knielende gevangenen, die hij bij de vlechten vasthoudt. Maar dit keer valt er geen overwinningsreliëf in een der gigantische tempels van Egypte aan te brengen. Want er staat geschreven: ‘God de Heer stiet de raderen van hun wagens weg en stortte de Egyptenaren in het midden van de zee’ en: ‘Israël zag de Egyptenaren dood aan het strand van de zee liggen’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken