Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 21 Octobris 1579.Na wij de voersz. stucken neffens mundtlick onderricht sijn Gen. inbracht up der Omlanden versueck van reformatie upter kamere, hefft sijn Gen. ons enich concept van redressement behandight Wondsdage a prandio, als de van den Omlande bij sijn Gen. des middages to gaste west ende noch mit hoeren syndico present weeren Edzardt Rengers, Wigbolt van Eusum cum fratre, Eysso Jarges, Egbert Clandt. RemonstrantzGa naar voetnoot1) ende versueck bij den gedeputeerden der Omlanden an sijn. Gen. overgegeven. Welgeborner, genediger heer, alhoewel die gedeputeerden der Omlanden gantzlick vertrouwen, dat U Gen., aenmerckende ende erwegende de wichticheit der rhedenen, swarichheyden ende oogenschijnlycke inconvenienten, bij hemluyden U Gen. geremonstreert, neet behoerlycken noch practicabel sall bevinden, des conincx kamer wederomme binnen der stadt Groeningen up te richtende ende te eropenen, maer oft nochtans U Gen. niettegenstaende alle de allegeerde swaricheyden durch enige oersaecke mochte gemoveert worden, om yetwes anders int stucke van de vorsz. camer tegens denen van de Omlanden vertrouwen te disponeren, soe hebben de voersz. gedeputeerde niet willen nalaeten, sekere articulen te concipieren, na forme ende inholdt van den welcken sij verstaen, dat de vorsz. camer (in sulcken gevalle) behoert gereformeert te wordende, als conforme wesende den landtrechten ende goeden olden gewoenten der Omlanden, | |
[pagina 471]
| |
daerup de lieutenant, hooftmannen ende andere personen van de camer gewoentlick sijn hueren eedt te doen, reserverende sich nochtans, om te moegen bij desen selven articulen adderen, als sij hiirnamaels sullen moegen bevinden den landtrechten ende olden gewoente gemetich te sijn, oitmoedelick biddende, dat U Gen. gelieven will, de handt daeranne te holden, dat sonder alsulcke reformatie de eropeninge ende restauratie der voersz. camer niet en geschiede, ten einde de grondtlycke ruyne ende verdarff van de ingesetenen der Omlanden ende de confusie van alle goede ordeninge ende politie, die daeruuyt anders solden moeten entstaen, moegen verhindert werden ende dit alles bij provisie ende sunder praeiudicie van huere principale saecken, gerechticheyden ende actien civil ende criminel, hoe de moegen wesen, die sij tegens de van Groeningen hebben ende eerstes dages gedencken te intenteren, daervan expresselick midts desen protesterende. 1. In den eersten achten de voersz. gedeputeerden voer all noodich te sijn, dat U Gen. tot versekerheit van U G. egen persoon ende van de personen van de lieutenant, hooftmannen ende van alle den ingesetenen der Omlanden, de binnen Groeningen soellen willen oft huerer geschaften halven moeten komen, alle moegelyke middel gebruycken will, om in de stadt garnison te crijgen volgende hueren eygen geloffte ende eedt, U Gen. gedaen, ofte ten minsten, dat U Gen. de van Groeningen will constringeren, tot versekeringe van de vorsz. personen ghijselers te gheven, sowel uuth den reformeerden als catholijcken ende daerbeneffens goede versegelinge ende cautie, daermede sij alle huere personen ende goederen soewel het corpus van de stadt als een iegelyck borger ende inwoender int particulier competerende, woe ende waer de gelegen moegen wesen, sampt alle huere heerlyckheyden, als van den Oldenampte, Goerecht ende anderen, met allen den ancleeff van dien in cas van contraventie daetlick verbinden ende de reale executie van allen rechten submitteren offte ander dergelijcke verseeckeringe, als U Gen. int anschouw vant tgene aldaer gepasseert is, naer alle redelycheit ende billicheit sal bevinden genoechsaem te sijnen. 2. Ten anderen, dat de heere lieutenant van wegen Con. Ma t. sich aldaer eerst ende voer all nedersette ende gedaen hebbende den gewoentlycken eedt up landtrecht ende privilegien des landts, den hoofftmanne, secretarien ende dieneren van der camere in den anfanck van hueren dienst den gewoentlycken eedt stave ter praesentie van seeckere gedeputeerde van den Omlanden. 3. Dat neffens den hoefftmannen, bij die van Groeningen gekoren, oeck sekere qualificeerde personen in gelijcken getale uuyt den Omlanden bij den Staten des landts erwelet ende nedergesettet moegen worden, dewelcke alle hueren eedt sullen doen, als voersz. is, om naer privilegien ende statuten des landts het recht administreren. 4. Dat de secretarien ende vier dieneren oft loperen der camer, die in desen tijden grootlick sich vergrepen hebben, de facto affgestelt ende geremoveert ende in huer plaetsen andere bequaeme onverdachtige personen gesurrogueert moegen worden, die den Staten des landts aggreabel sijn. 5. Dat de gemelte Lieutenant ende Hoofftmannen sich gheen judicature sullen annemen van enige questien oft differenten tusschen den Omlanden ende der stadt swevende, maer dat sij remitteren de determinatie van den selvigen aen den hove oft aen den heere stadtholdere. 6. Item dat sij sunder eenige contradictie alle ordinantien, die goede policie des landts angaende, als bij ons tot vorderinge van de gemene walfaert geraempt | |
[pagina 472]
| |
moegen wesen, des versocht sijnde, publiceren ende ter executie met behoerlycke middelen doen stellen. 7. Dat sij de Oester- ende Westerwarff nae older gewoenten veer offte meermael des jaers uuytscrijven ende holden up alsulcke tijden, als den hoefflingen ende richteren der Omlanden goetduncken sall, tegens welcke warven sij sullen geholden wesen, alle saecken van appel up te holden ende uuyt te scrijven sonder enige weygeringe. 8. Dat gemelte Lieutenant ende Hoefftmannen sich geen saecken sullen aennemen te berichten als rentebreven, hebbende in sich de clausule, om mit hoofftmansrecht ofte bottbrieven ingemaent te wordende, ofte van andere saecken, de bij expresse wilckoere van partijen hueren gerichte gesubmitteert sijn. Item van penninckschulden, die binnen Groeningen gemaeckt ende uuyt aldaer verteerde costen geresen zijn. 9. Dat de vorsz. Lieutenant ende Hoofftmannen sich sullen ontholden, ghene saecken bij middelen van verkortingen, handtslutinge oft anderssins van den competenten richter uuyt den Omlanden aen sich te trecken (als sij nu een tijdtlanck sinistre tegens older gewoente hebben gepractizeert), maer sullen de saecken to landrechte, daer sij gelegen ende begunt sijn, laten termineren. Ende indien bij Lieutenant ende Hooftmannen sulcx oft diergelijcke mochte voergenomen worden, sullen de geciteerde ende geïnteresserde partijen de saecke tanquam an non competenti iudice an den gemenen landtzwarff moegen beropen, dewelcke van de gelegentheit der saecken metten heren stadtholder sullen kennisse nemen ende voer den competenten richter na landtrechte renvoyeren. 10. Dat sij oeck ghene mandaten offte ladingen en passeren up andere saecken, als daervan sij de judicature hebben, wie voersz. is, ten einde de ingesetenen des landts neet onnuttelick up costen gejaeght worden, als bissheer geschiet is. 11. Dat sij oeck up jeder dach neet meer personen sullen verdachfaerden, als sij ongeveerlick sullen koenen expedieren ende neet also bij 100, 200, 300 partien min offte meer, als sij besheer hebben gedaen. 12. Dat sij een ordinarys rulle sullen holden van alle de partijen, de voer huer sullen compareren, als in anderen ordentlycken gerichtstoelen gebruycklick ende voerts in de stijll, forme ende maniere van procederen alsulcke reformatie te laten, als hiir naemaels bij gemenen advise sal bevonden worden te behoerende. 13. Dat sij int uuytscrijven van hueren mandaten de gewoentlycke penen van 5, 10, 20 goutguldens, als tselve van olden tijden gebruycklick, sullen onderholden, sunder de na hueren gevallen te verhuegen oft veranderen bes ter tijdt, dat bij adviis der gemene landtschap daerin anders sij versehen. 14. Dat sij denjennen, soe voer hoer gerichte in enige broecke oft amende mochten vervallen, ghene hooger broecke als na landtrechte sullen moegen affnemen. 15. Dat sij sich geheel ende all ontholden sullen, enige apprehensie offt gevancknisse in den Omlanden voer to nemende, oft enige dergelijcke acten van hooge justicien te exerceren, also hem sulcks neet en hefft gecompeteert, dan den hoefflingen ende richteren des landts alleen, diewelcke merum et mixtum imperium in den Omlanden alleen gehadt ende noch hebben. 16. Dat sij de verhoeginge van den schrijffgelden, loopgelden, sententiegelden ende dergelijken nieuwicheiden, bij tijden des van Bylly ingefuert, affschaffen ende weder up de olde voet stellen. | |
[pagina 473]
| |
17. Dat de verkopinge der ghoederen ende landen bij der executie sall gedaen worden int gerichte, daer de landen ende ghoederen gelegen sijn, mits dat men de verkopinge te voeren binnen Groeningen sall laten verkundigen. 18. Dat de secretarys van der camer oft dieghene in welckeren handen dat koopschatt van die verkoffte goederen gestelt oft geconsigneert wort, die penningen den oldesten creditoren erst ende also ex ordine na de praeferentie getruwelick sall uuthdeelen, sunder daervan enige corruptien oft geschencken te nemen ende dat hij sall geholden wesen, so mannichmael hij versocht wort, rekenschap, bewijss ende relinqua te doende, soewel den creditoren als den debitoren, wiens goederen bij der executie verkofft sijn. 19. Dat de Lieutenant ende Hooftmannen sullen geholden wesen, alle schattingen, bij der landtschap bewillight, uuyt te scrijven ende te doen vorderen doer hoer executeuren, soewel in den Oldenampten ende stadthamrick, de altijdt met ons gewoentlick sijn te contribueren, als in den Omlanden. 20. Dat sij geen placcaten oft ordinantien, uuth den hove oft elders heercomende, sullen in den Omlanden doen publiceren, eer sij deselvige eerst metter landtschap gecommuniceert hebben ende huer adviis ende consent daerup gehadt na older gewoente. Ende dit alles onder voergaende protestatie ende onverkortet die ordinantie, bij sijne hoocheit ende Raedt van State in den jare van 1578 tusschen de van den Omlanden ende die stadt Groeningen gedecreteert, sampt daerup gevolghde interpretatien, dewelcke evenwell hueren effect sullen sorteren. Dese articulen heeft sijn Gen. wel willen dien van Groeningen communiceren, ten eynde sij, hiirup rijpelyck lettende, van alles sijn Gen. goet bericht gheven moegen, begerende mede, dat sijluyden hiirinne soevoele moegelick tot de meeste enicheit ende vruntschap sich accomoderen wilden, seeckerlick verhoopende, indien sij tselve doen, dat sijn Gen. middelen ende wegen sall hebben, alle voirdere differenten, tusschen de stadt ende lande swevende, sonder pleyt oft voirder onlust tot eene gedurige vrede ende vrientschap te leggen ende vergelijcken. Actum Essen den 17 Octobris 1579. Poincten, de sijn Gen. noodich bevindt tot redressement van justicie up de Co. Mat. gerichtcamer tot Groeningen, up dewelcke sijn Gen. geneight is, die justicie te openen ende hueren voertganck gewinnen te laten. Ierstlick, alsoe velerleye dachten, oock enige informatien betoenen, dat die secretarien ende dieneren naer behoeren int bedienen van huerlieder officien sich neet behoerlick gequeten, sullen deselve gesuspendeert blijven (onverkortet huer eere ende reputatie) tot der tijdt voirder ende pertinente informatien genomen ende in huer saecken eyndtlick sall gedisponcert sijn. Ende sullen midlertijdt bij provisie andere bequaeme personen daertoe thogestelt worden bij den stadtholder ende hoefftmans naer ouder gewoente. Also oeck alle hooge oevericheit ex officio tostaet, regard te nemende, dat de administratie van justicie oprecht bedient worde ende alle tijdt macht hefft, reformatie tdoende int ghene daer misbruyck in bevonden wort, soe is sijn Gen. tevreden, soe de Lieutenant ende Hoeftluyden na landtrechte, privilegien, olde hercompsten ende goede gewoente die justicie administreren, mit condicie dat sij mit sijn Gen. alhier ofte elders hieromtrent, daert sijn Gen. best gelegen sall sijn, sullen besoignieren, raden ende sluyten, ten eynde alle voirdere abusen gereformeert ende wechgenomen moegen worden. | |
[pagina 474]
| |
Soe sullen sij oeck sijn Gen. up huer eerste wederkompste antwort gheven op de poincten, de sijn Gen. bij maniere van memoriael ofte instructie van Vollenhoe heurluyden overgesonden heefft. Actum Essen den 21 Octobris 1579. Up dit voersz. concept erst Donderdach a prandio muntlick bericht (als tom dele na scryfftlick durch tadviis) bij sRaedts gesanten inbracht ende de heren hoeftmannen Sondages raport gedaen, van des sijn Gen. des Saterdages van den secretarien ende dienaren oer voergedragen, hebben de Raedt ende geswoern den volgenden adviis mit sampt copie vant reverss der hostagiers, van in hoer staet, eher etc. onverkrencket weder to bevrijen, den heren hoeftmannen sijn Gen. to remonstreren mitgegeven. Adviis ende ghoede meninge des Raedts ende geswoerne van der stadt, der hoeftmannen 4 dienaren ende loperen belangende. Erstlyck bij sijn Gen. in onderdanicheit antholdende, dat deselve dienaren (om alle argwanige ende eherrhuerrende consequentien oeck in andere personen to vermijdende) tom geringsten in hoer ampt ende officie continueert moegen worden, bes se gerichtlick tegens hoere wedersaeckeren verhoert edder rechtmetigerwijse verantwoerdet sullen hebben, tgene hem overgesecht ende daermit se beschuldiget worden sint. Voerbeholden, dat denselven als oeck volgenden dienaren partinente regel ende ghoede ordnung erst uperlacht ende voergestelt, waerna se sich kumpstichlick sullen hebben ende weten to richten ende holdende. Item daermit tucht ende dwanck over bemelte dienaren geholden, sal derselver denst alle jaer up dage Petri ad Cathedram vrij sijn soedat alsdan in der heren stadtholder ende hoeftmannen vrije wille ende khuer sall staen, de voerigen alle of tom deele te continueren ofte anderen in hoer plaets te stellen ende substituerende. Woe dan sulckes in gelijcken up den vijff stadtdienaren voermaels verordnet ende oeck volgendts onderholden worden sall. Soe wijth ende veer oeverst sijn Gen. ummers bij der daetlycker entsettinge edder suspensie werde verharren, dat alsdan den delatoren edder beschuldigers seecker korten tijdt ende terminus gestelt, binnen welcken se oere clachten verificeren ende inbrengen ende deselve alsdan den beschuldighten voerts ter handen gestelt moegen worden. Soe sich dan daerna emants konde van der antichte als onschuldich verdegenen ende sunst oeck den denst langer tholden begeerde, dat dan deselve in den denst dit anstaende jaer bes Petri 81 solde continueert ende neet daetlyck daervan priveert moegen worden. Actum den 25 Octobris 1579. |
|