Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onverschilligheid.Ga naar voetnoot*

 
't Kon my altijd weinig schelen
 
Wat men van mijn schriften zeit:
 
Wijsheid huist niet onder velen,
 
Ze is tot weinige uitgebreid;
 
En die weinige verstommen
 
Onder 't algemeene brommen
 
Tot zich 't onweêr nederleit.
 
Dan eerst neemt van lieverlede,
 
Ongevoelig, ongestoord,
 
Goede leer en wijze rede
 
't Plaatsjen dat er aan behoort.
 
Wat is roem- of eerbehalen? -
 
Niet dan ijdel windgeschal.
 
Wat het oordeel moest betalen
 
Hangt aan 't grillig lotgeval;
 
En zijn ziel aan wind te hangen,
[pagina 292]
[p. 292]
 
Wind te jagen, wind te vangen
 
Wee, die daar by leven zal!
 
Laat de Zotten, prijzen, laken,
 
Als met richterlijk gezag;
 
't Zal geen goud tot koper maken,
 
Met wat Keur men 't stemplen mag.
 
 
 
Moet hun kei voor toetssteen gelden,
 
'k Lach met dien vermeetlen waan,
 
En begeer dien Letterhelden
 
Zeker niet op zij' te staan.
 
't Gun hun dat ze elkander streelen
 
En hun rol genoeglijk spelen,
 
Van zich-zelven hoogst voldaan.
 
Gun men my slechts rust van 't woelen!
 
'k Sprak voorheen een woordtjen meê,
 
Doch als 't bloed begint te koelen,
 
Wordt men lijdzaam en gedwee.
 
 
 
Maar een aartig hersenkindtjen,
 
Waar men toch een zwak voor voedt,
 
Zoo te zenden in het windtjen!
 
Kan 't den vader van 't gemoed;
 
Dat hy 't zich niet aan zou trekken,
 
't Voor geen onbescheid zou dekken,
 
Als men 't smaad of onrecht doet? -
 
Och, mijn vriend! met grijze hairen,
 
Sterft men ook die zelfzucht af;
 
Onder 't drukkend pak der jaren
 
Denkt men slechts aan 't rustvol graf.
 
 
 
1827.

voetnoot*
Nieuwe Oprakeling, 188.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken