Engelse opvatting omtrent Shakespeare-vertolking
Het eerste wat men natuurlijk te Stratford on Avon de directeur van het Shakespeare Memorial Theatre vraagt, die zelf een groot aantal stukken heeft geregisseerd, is: ‘Hoe vindt u, dat Shakespeare gespeeld moet worden?’
‘Wij zijn,’ zo zegt Anthony Quale,’ sedert de dood van Shakespeare op een weg terecht gekomen, die steil bergafwaarts gaat. Om u dit te doen begrijpen, behoef ik niet de gehele geschiedenis van het theater op te halen, maar wel moet u weten, dat niet zo lang voor Shakespeare de acteurs nog op wagens speelden, die door de stad rondtrokken en dat de spelers, vooral in komische rollen, zich ook op straat begaven, tussen het publiek.
Het eerste theater in Londen werd pas in 1576 gebouwd, Shakespeare was toen dus twaalf, hij heeft de geboorte van het theater meegemaakt. In 1592, toen hij als jonge man begon, waren er reeds acht. De ontwikkeling ging razend snel in zijn werk, vooral ook dank zij Shakespeare, die een grote invloed heeft uitgeoefend.
Eén ding moeten we echter niet vergeten: als de toeschouwers uit de tijd van Elizabeth Cleopatra zagen optreden, veronderstelden ze geen ogenblik, dat de speler waar ze naar keken Cleopatra wás. Het was immers een jongen! Shakespeare's theater was dus niet realistisch, het trachtte geen ogenblik de werkelijkheid weer te geven. Men zag Burbage, die de Moor speelde, niet de Moor zelf.
Waarschijnlijk is de grote breuk in de traditie de sluiting van de theaters geweest van 1642-1660, achttien jaar lang. Wij hebben zelf gedurende de laatste oorlog ondervonden, wat zo'n breuk betekent, maar dit was erger. Na 1660 was er waarschijnlijk niemand meer in leven, die nog iets van het theater uit de tijd van Elizabeth afwist.