Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Boek van de wraak Gods (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Boek van de wraak Gods
Afbeelding van Boek van de wraak GodsToon afbeelding van titelpagina van Boek van de wraak Gods

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

Scans (30.83 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Vertaler

Wim van Anrooij



Genre

proza

Subgenre

vertaling
leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Boek van de wraak Gods

(1994)–Jan van Boendale–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

15 Dat raadslieden geen onenigheid moeten hebben, maar dat ze het gemeenschappelijk bezit moeten besteden voor het algemeen belang

Degenen die een stad goed willen regeren, moeten onderling niet vijandig zijn maar eendrachtig, wat er ook gebeurt, en niet veel geven om winst. Want geldelijk voordeel belemmert eendrachtigheid. Waar de aanzienlijksten van de stad elkaar onderling haten, daar storten ze de stad in het verderf en zichzelf erbij. En waar raadslieden altijd uit zijn op giften, daar moet wel haat en nijd ontstaan. Als een man ernstige vijandelijkheden heeft met iemand en hij wordt raadslid van een stad, dan moet hij de vete beëindigen, opdat men niet zal zeggen dat de stad door zijn schuld op enigerlei wijze in de problemen komt. Wie schepen wil worden omdat er voordeel mee verbonden is en niet omdat hij onder alle omstandigheden de gerechtigheid wil dienen, heeft dat ambt op oneigenlijke gronden aanvaard. Het zou beter voor hem zijn als hij deze kwestie liet rusten. Besef goed dat een stad nergens meer door te gronde wordt gericht dan doordat de stedelingen elkaar in onderlinge partij-

[pagina 32]
[p. 32]

schap haat toedragen en onenigheid hebben om de eerste te zijn. Dan loopt het oneervol af. Men moet een stad dus zo regeren dat als men de ene partij wil begunstigen, de andere partij daardoor niet in aanzien daalt of in het nauw gedreven wordt. Zo zal in elke stad dan altijd eendracht heersen. De grote filosoof Plato brengt dit voorschrift als volgt onder woorden: ‘Men zal de hebzuchtige niet de opdracht geven stad of burcht te beschermen, want het valt te verwachten dat hij deze door zijn hebzucht in het verderf stort.’

In Gent waren voorheen negenendertig verstandige heren die de stad menig jaar goed en wijs bestuurden. Toen ze de stad goed regeerden en het gemeenschappelijk bezit gebruikten waarvoor het bestemd was zonder daar voordeel van te hebben, en toen ze eendrachtig waren, stond de stad in hoog aanzien. Vanaf het moment dat ze het tot hun eigen voordeel wilden aanwenden en daarover onderling gingen twisten en kibbelen, gingen al hun zaken verloren [1297]. Want God wilde niet toelaten dat ze op enigerlei wijze langer regeerden en ze werden het land uitgedreven. Ze werden nauwelijks beklaagd, zodat het erop leek alsof zij en hun kinderen in rook waren opgegaan.

Begrijp dus hoe noodlottig het vonnis van God kan uitpakken. Zo is het in menige stad gegaan: God strafte zeer zwaar door middel van het volk dat hij tot aanzien bracht, als de heren te veel aan zichzelf dachten en het algemeen belang niet in de gaten hielden. Als het volk daarentegen te veel begeerde, vernederde Hij het ook terstond. Onrechtvaardige toestanden kunnen niet lang voortduren. Het is vaak gezegd: ‘Geen kwaad blijft ongewroken.’

Beste vrienden, beste heren, houd het belang en de eer van het volk in het oog, bescherm beide op voortvarende wijze en zet daarvoor te allen tijde uw leven in, want dat bent u verplicht. Als u het niet doet, gedraagt u zich trouweloos ten opzichte van uw stad omdat u Gods volk niet rechtvaardig behandelt.

[pagina 33]
[p. 33]

Schepenen en raadslieden moeten er in elke stad voor op hun hoede zijn dat het volk hen onder geen enkele voorwaarde aan de kant zet, zoals ik u hiervoor heb gezegd. Weet u wat dit wil zeggen? Onder het volk zijn er heel wat die nauwkeurig acht geven op hun eigen zaken en hun eigen bezigheden, en maar al te goed beseffen dat het gemeenschappelijk bezit hun toebehoort. Men beschikt over menige wijze man die in zijn hart en zijn gemoed uiterst nauwgezet het onrecht onthoudt dat men hun aandoet, dat ze in de openbaarheid zouden brengen als ze wisten dat de tijd er rijp voor was. Dat zou nog heel wat ontsteltenis teweegbrengen, zoals men vaak heeft gezien.

Aristoteles, de geleerde klerk, maakte een mooi boek, waarin hij uiteenzet hoe men moet omgaan met gemeenschappelijk bezit en hoe men het moet bestemmen en beheren. Ik zou willen dat stadsbestuurders dit boek goed begrepen en dat ze aan de hand daarvan verder zouden gaan. Dat zou goed zijn voor menige stad die nu weinig voorspoed heeft en nauwelijks welvaart kent omdat haar bestuur niet deugt. Dat de kracht van God, die macht heeft boven alle dingen, hierin verbetering moge brengen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken