Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis) (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)
Afbeelding van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)Toon afbeelding van titelpagina van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.77 MB)

Scans (20.85 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)

(1966)–Hugo Brandt Corstius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]


illustratie

Hoofdstuk V
Waarin pater Key missie in concreto bedrijft en weer stank voor dank krijgt.

Pater Key was bekend om zijn rotsvast geloof en zijn buitengewone volharding. Het was dan ook geen wonder dat zijn superieuren hem als missionaris naar het verre eiland Tristan Da Cunha zonden, driehonderd mijl ten zuiden van Guanopole. Tot Guanopole was de reis op de Portugese passagiersboot een kwelling voor Key geweest, daar er niets gebeurde en alle opvarenden katholiek waren. In een klein motorjachtje van het missiegenootschap zag men hem op donderdag 20 september 19.. in gezelschap van een halfbloedkapitein en twee negermatrozen in Zuidelijke richting wegvaren.

Voorzeker had de jonge pater op Tristan veel goed werk kunnen verrichten, ware het niet dat een stormpje het jacht deed kapseizen en pater Key als enige over-

[pagina 22]
[p. 22]

levende na drie dagen ronddrijven bij een ander eilandje aankwam.

Een rijtje kleurige badhokjes wees erop dat Key geen Robinson Crusoë S.J. was geworden en de celibaatsbelofte dus zijn inhoud behield.

Een man in een keurig tropenkostuum stelde zich voor als Wa, aannemer. De uitleg van de aangespoelde priester werd direct aanvaard: er kwam wel eens meer iets aandrijven.

Ze waren dicht bij de stad, zei hij, en als de pater mee wilde lopen, zou hij hem onderdak bezorgen. Zo'n hartelijke ontvangst was wel zeer onverwacht. Toen ze aan het begin van de betonweg stonden, die naar de grote, moderne stad voerde, bekroop de pater een merkwaardig gevoel. Hij krabde zich dan ook op de rug er hield opeens iets in zijn hand. Verbaasd staarde hij naar een beestje van ongekende kleur en vorm. Zijn begeleider was minder verbaasd, maar moest toegeven dat het een ‘merkwaardig gevoel’ was. ‘Een merkwaardig insect’ verbeterde Key.

Ze kwamen bij een huis, waar een zuster van de aannemer, een weduwe, bleek te wonen. Ze was bereid de kamer van haar overleden man aan de pater te geven maar, zo zei ze, ‘mijn Kees is onder zware pijnen gestorven en ik heb de sterfkamer niet opgeruimd.’ He was een heel gesjouw voordat de zware dozen en pakken met de onaangename substantie uit de kamer verdwenen waren.

Wa nam hem mee naar zijn sociëteit waar hij werd voorgesteld aan de elite uit de stad, die zeer verlangend bleek iets te horen over de wereld waar Key vandaan kwam. Ze hadden er via vissers en verdwaalde handelaars wel eens contact mee gehad, maar al deze mensen waren na een paar dagen vreemde vragen gaan stellen

[pagina 23]
[p. 23]

en binnen een week weer weggevlucht. Zelf hadden ze niet de minste lust hun eiland te verlaten. Key bevond de Ma's, zoals ze zich noemden, van goede beschaving en intelligentie, maar het kwam toch meer dan eens voor dat hij iets wat er gebeurde of gezegd werd, niet begreep.

Lang brandde die avond het licht op de kamer bij de weduwe. Key had begrepen dat de bevolking geen geloof bezat en zag dus een rijk arbeidsveld voor zich. Maar eerst moest hij doorgronden, waarin het vreemde van dit eiland school.

Methodisch overdacht hij de gebeurtenissen van de dag en verzamelde hij de ongewone feiten die hij had ontmoet; daar lagen ze op zijn werktafel, van links naar rechts: het merkwaardige gevoel dat hem bekropen had, de zware pijn die ze uit de kamer gesjouwd hadden... opeens ging er een licht op (de weduwe was binnengekomen met de koffie en had het grote licht aangedraaid) en Key begreep wat er aan de hand was: deze mensen stonden nog aan de voet van het menselijk leven; ze kenden geen abstracties. Een paar ter zake dienende vragen aan de weduwe bevestigden zijn vermoedens. Dit volk moest alles ervaren als concreet; ideeën en gevoelens konden letterlijk op de weegschaal worden gelegd. Zijn missietaak was nu nog zwaarder geworden: eerst moest hij de mensen tot het abstracte brengen en vandaar weer tot God.

Blijmoedig zette Key zich tot deze dubbele arbeid.

Na zeven jaar was Key in het eerste gedeelte al aardig geslaagd. Ter illustratie verhalen wij u van een bekering die door vele Ma's als een abstract wonder werd gezien. Op een ochtend kwam er een man bij de pater. Op het hoofdkussen van zijn vrouw had hij een briefje gevonden: ‘...je hebt ook wel gemerkt dat onze liefde

[pagina 24]
[p. 24]

steeds kleiner werd. Ik wilde niet wachten tot ze een ons woog en laat je daarom alleen...’

Grote druppels radeloosheid, afgewisseld met korreltjes woede vormden een spoor, terwijl hij doelloos door de straten liep. Hij kwam bij de kerk die pater Key van zijn rotsvast geloof had laten bouwen. Er ging van het gebouw een grote rust uit, waarin de functionele architect een toegangspoort had laten uithakken. Hij was nooit eerder in een kerk geweest, maar een zwakke hoop dreef de nog zwakkere man naar binnen en tot pater Key, die juist aan het preken was. Zwaar vloeiden zijn woorden over de massa, die ze gretig inslurpte. Ook de man opende zijn oren. Eerst kokhalsde hij van de zalvende substantie maar allengs werd hij doordrongen van de preek. ‘Er is meer dan deze concrete wereld van dingen en gevoelens’ zei de pater. ‘Abstract’ noemde Key het, en dat wij mensen er niet bij konden, bewees alleen maar dat het ver boven ons stond en dat men er slechts geloof in kon stoppen.

‘Maar hoe kan men geloof stoppen in iets wat er niet is? Hoe kan iets wat er niet is, boven ons staan?’ Deze vragen stelde de ongelukkige man na afloop op Key's spreekuur. De pater produceerde een half uur lang een stortvloed van zoete en kleverige woorden totdat de man ten slotte, enigszins duizelig, meende in het ongrijpbare te geloven. ‘Maar wat moet ik nu met mijn weggelopen vrouw doen?’

‘Het enige waar we heil van kunnen verwachten is bidden. Rijg elk gebed aan een stevige draad op de volgende manier: vijftien tientjes (ieder tientje is tien Weesgegroeten) waarbij ieder tientje wordt voorafgegaan door een Onzevader en een Gloria, terwijl het geheel wordt voorafgegaan door het Credo met een Onzevader, drie Weesgegroetenen bij elke Weesgegroet een

[pagina 25]
[p. 25]

Gloria.’

Ontroerd dankte de man, bad verscheidene glinsterende kettingen, stopte wat dankbaarheid in het offerblok, en ging ruim een pond lichter naar huis. Daar sloeg hem een geur van inkeer en zelfverwijt tegemoet. Zijn vrouw wachtte hem met echte tranen in de ogen op. Naast zijn blijdschap legde de man ook nog een diepe gedachte op tafel: ‘Abstracte wegen zijn ondoorgrondelijk.’

Na nogmaals zeven jaren was de bevolking zo katholiek geworden, dat pater Key de eerste verschijnselen van een hervorming meende te zien. Nu was hij geheel klaar. Met zeer veel moeite liet hij een schip bouwen. Met nog meer moeite nam hij afscheid van zijn parochie. Driemaal voer men naar Guanopole voor alle bagage van Key vervoerd was.

Op de reis naar Europa was hij zeer zwijgzaam.

Te Rome vroeg hij direct audiëntie aan bij de Paus. De verloren gewaande missionaris kreeg onmiddellijk toegang tot de heilige stoel. Een dozijn Zwitsers sleepten kisten en dozen achter Key aan en lieten hem toen met de Paus alleen. Maar een verschrikt gillen deed hen spoedig de deur weer openen. Een verschrikkelijk schouwspel deed zich aan hen voor. De Heilige Vader was al half bedolven onder de dankbaarheid van de Ma's en Key was druk bezig hem met zijn eerbied te overstelpen. De pauselijke garde bevrijdde de paus en Key werd in een sanatorium opgeborgen, waar hij drie dagen onder de douche stond om van de Ma'se besmetting af te komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken