Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis) (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)
Afbeelding van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)Toon afbeelding van titelpagina van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.77 MB)

Scans (20.85 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)

(1966)–Hugo Brandt Corstius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]


illustratie

Hoofdstuk XI
Waarin pater Key aanspoelt op het bewoonde eiland Lburg. Vreemde ontmoetingen en ontboezemingen. Krijgt Matje een gewenst kindje? Onze geliefde hoofdpersoon brengt een onrustige nacht door. Waar is Tom Poes gebleven? Het onvermijdelijk einde: Key wordt zogenaamd ‘wegens gezondheidsredenen’ weer in zee geworpen door de met knuppels gewapende Lburgers.

Pater Jaap Key was aangesteld als enig missionaris van het eiland Tristan da Cunha in het Zuidelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan. Het was daarom jammer dat hij op zijn reis daarheen reeds in het Noordelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan, in de Harderwijkerbocht om precies te zijn, schipbreuk leed. Volgens sommigen was het sabotage van Belgische havenarbeiders, anderen weten het aan de wroetende krachten van homoseksuelen en kommunisten die de grondslagen van onze maatschappij vergiftigen, maar Key begreep wat

[pagina 55]
[p. 55]

de werkelijke oorzaak was: schipbreuk. Hij wilde dan ook al een geschikt drijfvlotje onder een andere opvarende uittrekken, maar merkte toen dat het water zo ondiep was dat hij best kon lopen. Een paar maal liep hij in een fuik, maar het duurde toch niet lang of hij zag de vestingmuren van het trotse Lburg voor zich opdoemen. Gelukkig had hij die middag in Het Parool van 12 januari 1965 kunnen lezen: dagen lengen, een sensationeel artikel met de ondertitel: ‘Vooral in de middag langer licht,’ en daar maakte hij gebruik van. Tegen de wal geklauterd vlijde hij zich in decoratieve staat aangespoeld neer, en werd na een poosje inderdaad gered. Er kwam een man aan, die naar hem keek, en toen in verontschuldigingen losbrak: het spijt me ontzettend dat ik u beroofd heh, en die pij van u heb uitgetrokken, en u nog een mep gegeven ook, toe vergeeft u mij alstublieft.

Key was verbaasd want niet bestolen, uitgekleed en geslagen. Maar voor hij iets kon zeggen kwam Matje langs. Voor de lezers die niet op de hoogte zijn van het culturele leven van deze tijd: Matje is een inwoonster van Lburg. Ook Matje wierp zich aan Keys voeten en smeekte om vergiffenis: het spijt mij zo dat ik, toen Melis (zo heette de eerste man dus) u had uitgekleed, heb moeten lachen (trouwe lezers herinneren zich het kleine mankement dat de pater tot zijn roeping had gebracht), en dat ik met het geld dat Melis had gestolen toen die schandelijke dingen heb uitgehaald. Inmiddels waren ook Stoffel, Blaas, Dingeman, Engel, Foort, Wisse, Forre, Leuntje en Miebet naderbij gekomen om hun spijt te betuigen, terwijl in de verte Kleis, Fedde, Hitte, Kaartsje, Melle, Oege en Offe kwamen aanhollen. Key maakte dat hij weg kwam. In de nauwe hoofdstraat van Lburg botste hij tegen het neergebogen

[pagina 56]
[p. 56]

hoofd van de dominee op. ‘Het spijt me, neemt u me niet kwalijk...’ begon Key, en dat maakte een goede indruk. ‘Ja, ik begrijp het al’ sprak de dominee triest ‘u wilde mij ook al bespotten, maar daar heeft u nu spijt van. Komt u maar met me mee naar huis, dan kunt u zich wat drogen.’ Natuurlijk werd Key al in het portaal om de knieën geklemd door de vrouw van de dominee, die bekende dat ze bij het zien van de pater afschuwelijke wellustige gedachten had gekoesterd. Ik laat dergelijke bekentenissen en spijtbetuigingen maar weg, ze behoren in Lburg tot het sociale leven, zoals bij ons handen geven en roddelen.

Die avond in bed moest hij even aan het eiland Vpro denken. Daar dachten de mensen dat er zou gebeuren wat ze wensten. Hier in Lburg dachten de mensen kennelijk dat al gebeurd was wat ze alleen nog maar vaag van plan waren geweest. Het schuldgevoel was zo groot dat ze het niet met een dagelijks uurtje bij de psychiater konden afdoen, maar het een volledige dagtaak vormde. Neem nu eens die vrouw van de dominee, die hem gastvrijheid verleende. Bij deze gedachte voelde Key ineens dat hij niet meer alleen in bed lag. Ja hoor, Miene (zo heette de vrouw van de dominee) lag naast hem. Het was toch wel echter dan die psychokinese op Vpro. ‘Het spijt me’ begon hij, maar Miene was het bed al uit, ‘ja, ja’ zei ze haar ogen uitwrijvend ‘ik verwachtte al zo iets. Zegt u het zondag maar even in de kerk, er is nog wel een ogenblikje open tussen twee abortussen, maar ik heb nu slaap, welterusten.’ En ze was in haar slaapkamer verdwenen.

Nu begon pater Key te zweten. Die Lburgers toch, de intentie was gelijk aan de daad, hij had het vaak gezegd, maar als het letterlijk waar wordt, en je ligt in het donker in bed. Vreselijke verleidingen, waar ik echt

[pagina 57]
[p. 57]

niet veel over kan zeggen, kwamen door zijn hoofd, en werden op hetzelfde ogenblikwaarheid. Tenslotte greep hij de noodrem, zoals Vader Overste dat altijd noemde, en dacht aan Maria. Daar stond ze naast zijn bed.

‘Dat is een tijd geleden, dat u verschenen bent. Was het niet in Fatima, of nee, in de tuinen van het Vatikaan bent u nog aan Pius xii verschenen. Waarom verschijnt u niet meer? Het is, met alle eerbied natuurlijk, of ineens Tom Poes uit de Volkskrant zou verdwijnen. We hebben er u op het concilie in Rome toch weer een paar eretitels bijgegeven, en toch al tien jaar niet verschenen, hoe zit dat?’

‘Ja, ziet u, ik had een persoonlijke binding met de toenmalige paus, Pius xii dus, en ik vind dat ze die op een rare manier aan de kant hebben gezet. Toen hij stierf had iedereen het nog over heilig verklaren, maar daar hoor je nu niets meer van. Nou zeggen ze wel dat hij fout was in de oorlog en dat kan best wezen, maar hij was toch maar een plaatsvervanger, dus laten ze dan zijn chef aanklagen. Nee hoor, ik verschijn niet meer.’ En weg was ze. Dat was duidelijk, maar waarom staat Tom Poes ineens niet meer in de Volkskrant?

Het ging niet best met Key in Lburg. Missie mocht hij niet bedrijven, want de inwoners verkeerden in de dwaling dat ze al christelijk waren, en toen Key tot overmaat van ramp zei dat hun systeem tenminste het voordeel had dat er nooit ongewenste kinderen kwamen, werd hij door Kaartsje, Oege, Stoffel, Wisse en Blaas het stadje uitgeknuppeld. Daar viel hij in handen van de journalistenbenden die al weken een vruchteloos beleg om de stad hadden geslagen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken