Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vertaalde gedichten (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vertaalde gedichten
Afbeelding van Vertaalde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Vertaalde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.07 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

A.A. Keersmaekers



Genre

poëzie

Subgenre

vertaling
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vertaalde gedichten

(1981)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 154]
[p. 154]

Nicole Nanni, de verklede page

De negenste Historie van Deel IV verhaalt de geschiedenis die ook Shakespeare verwerkte in As you like it: ‘Hoe dat eene Romeynsche dochter sigh in kleedinge van een Pagie stellende, diende langen tijt eenen diese lief hadde sonder ghekent te wesen, den welcken sy daer naer ten huwelijck kreegh, met andere fraeye discoursen’ (blz. 301-341).

 

Te Rome woonde een koopman uit Essi, Ambrosius Nanni. Na de dood van zijn vrouw was hij achtergebleven met twee kinderen van vijftien jaar, een zoon Paulus en een dochter Nicole, ‘beyde seer schoon ende van aenghesichte malcander soo ghelijckende als oock in manieren, dattet bynaest onmoghelijck was van malcander te onderkennen’ (blz. 304). Toen Rome in 1517 geplunderd werd, vielen de kinderen in handen van de soldaten: Paulus werd door een Duitser meegenomen naar Napels, Nicole door twee Spanjaarden, maar gelukkig kwam zij kort nadien bij haar vader terug.

Vader en dochter gingen nu weer in Essi wonen. Een ‘Ouden Satyre’ (blz. 305), de rijke koopman Gerard Lanzetti, vriend van Nanni, vroeg Nicole ten huwelijk; Nanni kon hem afwijzen onder voorwendsel dat hij zijn zoon te zeer miste om nu ook zijn dochter nog te derven. Kort daarop werd een jonge man, Lactancius Puccin, verliefd op de mooie Nicole en deze beantwoordde zijn liefde. Lactance wilde een huwelijksaanzoek doen bij Nicoles vader, maar omdat hij aarzelde heeft ‘de Fortuyne voor dien tijt hem de gelegentheyt ontnomen, op dat hy syne lichtveerdicheydt syn alderliefste soude doen ghevoelen’ (blz. 310). Omdat Nanni voor zaken naar Rome moest, bracht hij zijn dochter bij haar oom ‘inde Stadt van Fabrian’ (blz. 310); gescheiden van zijn geliefde, vergat Lactancius haar en hij werd verliefd op de dochter van Lanzetti. Toen Nanni na een half jaar met Nicole terugkeerde, bezocht Lactancius haar niet meer. Tot haar grote ontgoocheling moest zij vernemen ‘dat hy tot een ander heylighjen sijn keersjens brachte’ (blz. 312). Herhaaldelijk schreef zij hem, maar telkens vond hij een uitvlucht. Nicole werd naijverig en jaloers. ‘Ende also sy in dese rasernien leefde,

[pagina 155]
[p. 155]

sy die cloec was in de Italiaensche dichten, schreef sy hem een clachte die ick niet en hebbe willen nalaten, maer hebbese alsoo in onse tale overgheset (blz. 313):

 
Mach ter werelt eenige pijn (XII).

De jonge man kwam onder de indruk van het gedicht en wellicht zou zijn liefde weer zijn opgeflakkerd, indien Nicole hem had kunnen spreken. Maar nóg eens moest haar vader naar Rome. Ditmaal bracht hij zijn dochter naar een klooster, in de overtuiging dat ze daar veilig zou zijn voor alle ‘wereltsche ijdelheden’ en voor ‘de stricken der Liefde’ (blz. 318). Niets was minder waar: onder al de nonnen was er niet één ‘die geenen fraeyen Serviteur en hadde’ (blz. 320). Een geregeld bezoeker van het klooster was ook Lactance. Zo vernam Nicole dat hij zijn page verloren had. Meteen stond haar plan vast: bij haar Minne-moeder vond ze mannenkleren en als page Romulus viel ze bij Lactance zeer in de smaak. Hij gelastte haar met een boodschap aan zijn geliefde, Catelle Lanzetti. Die bleek zijn liefde weinig op prijs te stellen: op slag verloor ze haar hart aan de knappe page, die alle moeite had om de verliefdheid enigszins binnen de perken te houden, ‘also Romulus vreesde dat Catelle ergens de hant mochte leggen door de dwase liefde ghedreven, daer sy haer bedrogen soude gevonden hebben’ (blz. 327). Tevergeefs waarschuwde de page haar meester; al moest hij vaststellen dat Catelle hem weinig genegen bleek, toch verzocht hij Romulus-Nicole nog eens bij Catelle te gaan om haar van zijn liefde te overtuigen.

Juist toen keerde Pauwels, Nicoles broer, terug. Daar hij in het wit gekleed was, net als de page, wilde Catelle hem binnenroepen. Ook Nanni verscheen weer in de stad; Nicole, nog als page verkleed, zocht radeloos een toevlucht bij de Minnemoeder, die de vader allerlei liefs over zijn dochter ging vertellen. Pauwels bezocht Catelle, ze deden zelfs ‘meer als wel hadde betaemt’ (blz. 334). Intussen was Lactance op zoek naar zijn page; bij de Minne-Moeder vernam hij de volle waarheid. Voor zo grote liefde bezweek hij: hij zou met Nicole trouwen en met niemand anders! Dadelijk vroeg hij haar ten huwelijk, wat Nanni graag inwilligde. Daar verscheen dan, tot verbazing van Lactance en tot grote vreugde van Nanni en Nicole, de herrezen Paulus. Ook de oude Lanzetti voegde zich bij het gezelschap, zodat Paulus hem meteen om de hand van zijn dochter kon verzoeken. Van Lanzetti's amoureuze plannen kwam natuurlijk niets terecht, maar ‘hy nam patientie, hoe wel het hem in sijn herte seer wee dede’ (blz. 341).

 

Hetzelfde verhaal bij Bandello, Novelle, II, 36, zonder gedichten.

[pagina 156]
[p. 156]

XII Complainte de l'amante sur la desloyaute de son amant

 
S'il y a au monde peine,
 
Qui le coeur des hommes geine:
 
S'il y a quelque douleur,
 
Qui suyue nostre naissance,
5[regelnummer]
Pour luy donner cognoissance
 
De sa misere & malheur.
 
 
 
Si les passions qui nuisent,
 
Et l'homme au tombeau conduisent,
 
Ont en aucun lieu effort,
10[regelnummer]
C'est sur moy que la misere
 
Se lance, & que la fiere
 
Fortune me paist de mort.
[pagina 157]
[p. 157]

XII De clachte van Nicole, op de ongetrouheydt van haren lief

 
Mach ter werelt eenige pijnGa naar voetnoot1
 
Hier des menschen herten quellen?
 
Macher eenighe droefheydt sijn
 
Die ons altyt gaet versellen?Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Om onse groote ongheluckGa naar voetnoot5
 
Te doen kennen door de druck.Ga naar voetnoot6
 
 
 
So de smarten ons nemen afGa naar voetnoot7
 
En de menschen vast aenclevenGa naar voetnoot8
 
Tot int verrotte stinckend' graf,
10[regelnummer]
Soo aenschouwt mijn droeve levenGa naar voetnoot10
 
En hoe dat die Fortuyne snootGa naar voetnoot11
 
Mijn Ionckheyt spijsset metter doot.Ga naar voetnoot12
[pagina 158]
[p. 158]
 
Les saisons de l'an renaissent,
 
Et derriere elles ne laissent
15[regelnummer]
Qu'vn bien simple souuenir:
 
Le printemps l'Esté nous donne
 
Cestuy suyui de l'Autonne
 
A l'hiuer nous fait venir.
 
 
 
Les glaçons de peu de ioye
20[regelnummer]
Que ce malplaisant enuoye,
 
Perdent leur froide vigueur,
 
Lors que le Soleil honore
 
Le mouton, & le redore
 
De sa naifue splendeur
 
 
25[regelnummer]
Mais las! las! moy miserable,
 
Vn est demeuré trop stable
 
Au malheur de mon tourment.
 
Et la fortune saccage
 
L'aise de ce mien tendre aage
30[regelnummer]
D'vn cruel bourrellement.
[pagina 159]
[p. 159]
 
Het Iaar verjaert sich alle IaarsGa naar voetnoot13
 
Steedts vernieuwen haer de dinghen,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Latende hier gheheuchnis schaarsGa naar voetnoot15
 
Door de beurts veranderinghenGa naar voetnoot16
 
Sleept soete Lent de Soomer heetGa naar voetnoot17
 
En gure Herfst de winter wreet.
 
 
 
De ys-keeghels van cleyne vreuchtGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Die de kouwde vorst mach senden:Ga naar voetnoot20
 
Die werden vervormt en verjeuchtGa naar voetnoot21
 
Haar wrange kild' slist int ende,Ga naar voetnoot22
 
Als de goude sons blond ghesichtGa naar voetnoot23
 
De Ram vergult met glantsche licht.Ga naar voetnoot24
 
 
25[regelnummer]
Maer eylacy mijn banghe lastGa naar voetnoot25
 
Is geplaatst soo gants stantvastich,
 
En mijn ongheluck blijft oock vastGa naar voetnoot27
 
Mits 'tghevalle overlastichGa naar voetnoot28
 
My flucx ontrooft de soetste vreucht
30[regelnummer]
Van mijn tedere groene jeucht.Ga naar voetnoot30
[pagina 160]
[p. 160]
 
Les vents hideux ni l'orage
 
Ne nuisent au nauigage,
 
Tant que ce malheur me nuit,
 
Et la tempeste bruyante
35[regelnummer]
Tant le Nocher n'espouuente
 
Durant l'horreur de la nuit:
 
 
 
Comme l'ombre qui est l'ame
 
Me peint vne esteinte flame
 
Et obscurcist ma clarté,
40[regelnummer]
Comme l'esperance morte
 
Me rauit, & me transporte
 
Aux lieux pleins d'obscurité.
 
 
 
Si la suitte de ma peine
 
Auoit quelque heure certaine,
45[regelnummer]
Pour y fonder mon espoir,
 
Ie la souffriroy contente
 
Et la suyuroy blandissante
 
Auec seruice & deuoir.
[pagina 161]
[p. 161]
 
'Tonweer noch de gillende wind
 
Becrijcht soo niet die Zeebaaren.Ga naar voetnoot32
 
Niemant hem soo beangst en vindtGa naar voetnoot33
 
Om gevaerlijck snachts te varen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
De Zee niemant so seer en schentGa naar voetnoot35
 
Als my dit ongeluck vol ellent.
 
 
 
Soo de schaduw' Ziel verbeeldtGa naar voetnoot37
 
Een ontgloorde doove koole.
 
Mijn claarheyt ghy oock soo ontsteeltGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Dies moet ick int duyster doolen:Ga naar voetnoot40
 
Wech doode hoop vol valsch bedroch
 
Wat pluymstrijckt ghy mijn harte noch?Ga naar voetnoot42
 
 
 
Indien het vervolch van mijn smartGa naar voetnoot43
 
Waer gebouwt op hoop of redenGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Ick leed' gherust, ghetroost van hartGa naar voetnoot45
 
Seer wel vernoeght, ja te vredenGa naar voetnoot46
 
Ghy soudt mijn seer schuldige vlijt,Ga naar voetnoot47
 
En trouwe plicht, mercken altyt.Ga naar voetnoot48
[pagina 162]
[p. 162]
 
Mais l'espoir a perdu force,
50[regelnummer]
Souffrant la cruelle estorse
 
Qu'on a fait à mon amour
 
Et plus ne marche cogneuë
 
Ma loyauté à la veuë
 
Transparante d'vn cler iour.
 
 
55[regelnummer]
Las! si les herbes cueillies
 
Et cent monts, cent Thessalies,
 
Sous vn moite & froid croissant
 
De la Lune vagabonde,
 
De cest autre oeil beau du monde
60[regelnummer]
Qui tous les mois va naissant.
 
 
 
Ie penseroy voir encore
 
Ce mien rauy, que i'honore.
 
Le tenir i'espereroy,
 
Et si les sorts de Medee
65[regelnummer]
Auoyent vigueur bien fondee,
 
Encor' vn coup ie l'auroy.
 
 
 
Mais cruel, ie n'ay ni armes,
 
Ni herbes, ni sorts, ni charmes
 
Pour te vaincre à mon souhait:
70[regelnummer]
Le seul desir me conforte
 
Le seul amour me transporte,
 
Me rauit, & me deffait.
[pagina 163]
[p. 163]
 
Maar Hope is zijn sterckheyt quijtGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Dies moet ick het onrecht lijen,
 
Want voor mijn liefde crijgh ick spijtGa naar voetnoot51
 
Voor mijn trouwheyt een vermyen:Ga naar voetnoot52
 
Ach! ick ontschuyl het claar ghesichtGa naar voetnoot53
 
Van't doorluchtich heldere licht.Ga naar voetnoot54
 
 
55[regelnummer]
Eylacy! recht als 'truyghe cruyd'Ga naar voetnoot55
 
Op 'tghebercht, en diepe dalen
 
Niet sonder vocht, voort en spruyt:Ga naar voetnoot57
 
So loop ick lusteloos dwalen
 
Als haer dat werelts ooge reptGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dat alle maenden sich verschept.Ga naar voetnoot60
 
 
 
Had ick Medeas Rieme krachtGa naar voetnoot61
 
'K souw' die Tover-kunst gaan leeren
 
Ick sou haast krijghen in mijn machtGa naar voetnoot63
 
Mijn ontroofde lief en Heere
65[regelnummer]
Ick soude hopen dat ick dan
 
Hem sou ghenieten voor mijn Man.Ga naar voetnoot66
 
 
 
Maer ick heb wapen cruyt, noch kunstGa naar voetnoot67
 
Noch verboden gogel-wetenGa naar voetnoot68
 
Om u te trecken tot mijn gunstGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Ach hoe meuchdy my soo vergheten?Ga naar voetnoot70
 
In dees mijn troosteloose noot
 
V liefde voert my inde doot.Ga naar voetnoot72
[pagina 164]
[p. 164]
 
Las! où est ceste promesse,
 
Où est ce nom de maistresse,
75[regelnummer]
Et ce mariage saint?
 
La foy tienne est infidelle.
 
Et ta maistresse fidelle,
 
Et sans nul fard, & toy faint.
 
 
 
Fut-il que de toy me plaigne,
80[regelnummer]
Et que la terre ie baigne
 
Comme vn arrousoir de pleurs?
 
Et que cruel tu te ries
 
De mes grands melancolies,
 
De mes ennuis & douleurs?
 
 
85[regelnummer]
Seray-ie ainsi mesprisee?
 
Seray-ie ainsi delaissee
 
Sans auoir rien offencé?
 
Las! amy voy ma constance,
 
Et celle perseuerance
90[regelnummer]
Qui ne voit de temps passé.
 
 
 
Ie ne suis point inconstante,
 
Ny follement languissante
 
Apres diuers amoureux:
 
Mon coeur ne reçoit figure
95[regelnummer]
Que de celle pourtraiture,
 
Qu'il eut pour son sort heureux.
[pagina 165]
[p. 165]
 
Laas waar is die beloofde trouwGa naar voetnoot73
 
Waar is de naem van u vrouwe:Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Siet hoe heylich dat ickse houwGa naar voetnoot75
 
En u trouw, is onghetrouwe
 
Gants meyn-eedich heel gheveynst
 
En mijn eed' is noch op het reynst.Ga naar voetnoot78
 
 
 
Ach moet ick klagen dus om u?Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Moet ick met mijn laauwe tranen
 
De rulle aarde sprenghen nu?Ga naar voetnoot81
 
Ach ick smelt door het vermanen,Ga naar voetnoot82
 
Maar ghy wreede, scharst en lachtGa naar voetnoot83
 
Met mijn droefheyt, en mijn klacht.
 
 
85[regelnummer]
Sal ick soo heel schots sijn versmaatGa naar voetnoot85
 
Sal ick soo verlaten werden?
 
Sonder schult van eenigh misdaat?Ga naar voetnoot87
 
Ach lief siet mijn trouw volherden,
 
Verleden jonst, of deucht en eerGa naar voetnoot89
90[regelnummer]
Ghedenckt ghy liefste die niet meer?
 
 
 
Ick ben niet slingerliefd', noch lichtGa naar voetnoot91
 
Noch van weyffelbare sinnen.Ga naar voetnoot92
 
Noyt en becoorde mijn gesichtGa naar voetnoot93
 
Een ander lief, als u te minnen,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Als u: Door wien mijn jonge Ziel
 
Hem wel eer gheluckich hiel.Ga naar voetnoot96
[pagina 166]
[p. 166]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

 
Ie ne suis en rien semblable
 
A la Grecque detestable,
 
Femme de plusieurs espoux,
100[regelnummer]
Ny à l'espouse insensee
 
Du fort & vaillant Thesee:
 
Mon naturel est plus doux.
 
 
 
Ie ne suis pas si cruelle
 
En mes desirs comme celle
105[regelnummer]
Qui enflamma le palais
 
De Creon, & fut meurtriere
 
De sa proye la plus chere:
 
Car ie n'aime que la paix.
 
 
 
Rien, doux amy, ne desire,
110[regelnummer]
A autre cas ie n'aspire
 
Qu'à te voir le seul support
 
De ma vie desploree,
 
Ou d'aller (desesperee
 
De t'auoir) souffrir la mort.
 
 
115[regelnummer]
Car viure ainsi delaissee,
 
Et me voir la mesprisee
 
Pour vne moindre que moy,
 
Ie ne puis, & y resiste,
 
Mon destin, & le sort triste,
120[regelnummer]
Qui fait constante ma foy.
 
 
 
Vien amy & plein de grace
 
Nostre amour encor' embrasse
 
Faisant reuiure mon coeur,
 
Te voyant ie prens enuie,
125[regelnummer]
De garder forte ma vie,
 
Et de reprendre vigueur.
[pagina 167]
[p. 167]
 
'Tquaatste lief, dat ick begheer,Ga naar voetnoot97
 
Is dat ick u mijn trouw wil gheven
 
Mijn eenighe troost, naast God den HeerGa naar voetnoot99
100[regelnummer]
Hier in mijn beschreylijck levenGa naar voetnoot100
 
Och kan u mijn commerlijck leydGa naar voetnoot101
 
Niet brengen tot medoogentheyd?
 
 
 
Dat ghy my om een minder laatGa naar voetnoot103
 
Dat en can ick niet verdraghenGa naar voetnoot104
105[regelnummer]
Waar sy noch van een hooger staatGa naar voetnoot105
 
Soo soud' ick soo seer niet klagen!
 
Of my toe-schick, of nood-lod raecktGa naar voetnoot107
 
Mijn trouheyt blijft even volmaackt.
 
 
 
Comt mijn Lief, mijn hart, mijn vreucht
110[regelnummer]
Comt omhelst ons oude minnenGa naar voetnoot110
 
Als ick u sie, mijn ziel verheuchtGa naar voetnoot111
 
Dan vernieuwen haer mijn sinnenGa naar voetnoot112
 
Mijn hart sijn kracht by een vergaartGa naar voetnoot113
 
Mijn leven wert voort u bewaart.Ga naar voetnoot114
[tekstkritische noot]In ed. Rouen, 1604, Tome IV, blz. 375-379.
37 est in ed. 1578, Lyon, I. Farine: en - 79 Fut-il in ed. 1578, Lyon, I. Farine: Fault-il -
Varianten van de Nederlandse tekst:
Titel in 1622: Dochters Klach-Dicht, Van de ongetrouwicheyt van een die sy bemint. Op de Wyse: Alst begint. - 4 versellen? in 1650: versellen! - 5 onse groote in 1622: onsen grooten - 10 leven zonder punt in 1650: leven. - 11 die in 1622: de - 16 beurts in 1646 en 1650: beurs - 17 Sleept in 1650: Sleeps - 20 senden: in 1650: senden, - 23 de in 1622: des - 24 glantsche in 1650: gantsche - 32 die in 1622: de - 33 beangst in 1646 en 1650: begangst - 37 Ziel in 1622: de Ziel - 40 doolen: in 1650: doolen, - 45 gherust, in 1650: gerust zonder komma - 46 vernoeght in 1622: ghenoeght - 48 trouwe plicht, in 1622: trouweplicht zonder komma - 52 vermyen: in 1650: vermijen, - 53 ontschuyl in 1622: onschuyl - 57 spruyt: in 1650: spruijt, - 61 Had ick Medeas in 1646 en 1650: Had Medeas - 73 die beloofde in 1622: de bedroefde - 79 u? in 1622: u! - 83 scharst in 1650: scharct - 89 jonst, in 1622: jonst zonder komma - 90 meer? in 1650: meer. - 92 sinnen. in 1650: sinnen zonder punt - 95 u: in 1650: u, - 97 lief, in 1622 en 1650: lief zonder komma - 106 ick soo seer in 1650: ick seer - 107 toe-schick, in 1650: toe schick zonder komma - 114 voort in 1622: voor

[tekstkritische noot]In 1646 en 1650, Deel IV, blz. 313-317. Dit lied komt ook voor in het Groot Lied-boeck, 1622 (ed. Stuiveling, Culemborg 1975, Lied CXLI, blz. 465-469). In de ed. 1646 werd tussen de strofen geen scheiding aangebracht, in de ed. 1650 en in het Lied-boeck wel; in dit laatste werden de strofen bovendien genummerd.

voetnoot1
Mach: kan (zie Inleiding, blz. 69).
voetnoot4
gaet versellen: vergezelt, bijblijft. In plaats van het vraagteken leze men een komma.
voetnoot5
onse groote ongheluck: ons zeer ongelukkig lot.
voetnoot6
druck: zorg, verdriet. Hierna leze men een vraagteken in plaats van de punt.
voetnoot7
So: indien, indien het waar is dat (en het is waar; dat blijkt uit de retorische vragen in de eerste strofe); nemen af: verzwakken, de krachten ontnemen.
voetnoot8
vast aencleven: onlosmakelijk bijblijven.
voetnoot10
Soo: dan, in dat (onbetwijfelbaar) geval.
voetnoot11
die Fortuyne snoot: de boosaardige Fortuna; het ellendige lot; Fortuna was in de Romeinse mythologie de godin van geluk en ongeluk.
voetnoot12
spijsset: spijst, voedt.
voetnoot13
verjaert sich: vernieuwt zich, wordt herboren.
voetnoot14
haer: zich.
voetnoot15
gheheuchnis schaars: weinig herinnering; na dit vs. leze men een punt.
voetnoot16
beurts veranderinghen: beurtwisselingen.
voetnoot17
Sleept: brengt mee, heeft in haar gevolg.
voetnoot19
van cleyne vreucht: vreugdeloze, droevige.
voetnoot20
mach senden: kan teweegbrengen, kan doen verschijnen; in plaats van de dubbelepunt leze men een komma.
voetnoot21
werden enz.: veranderen en worden zoals vroeger, nl. ze worden weer water en maken een prettiger indruk; hierna leze men een komma of een kommapunt.
voetnoot22
Haar wrange kild': hun onaangename kilte, hun bittere koude; slist: houdt op, eindigt.
voetnoot23
Als de goude enz.: wanneer het blonde gelaat van de gouden zon.
voetnoot24
De Ram: een van de twaalf tekens van de dierenriem; naarmate de lente vordert komt de zon in het teken van de Ram; voor de dichters van de Renaissance begon de lente wanneer de zon in het teken van de Ram kwam; vergult: met gouden schijn doet schitteren; glantsche licht: lichte glansen.
voetnoot25
banghe last: benauwende verdriet.
voetnoot27
vast: bestendig.
voetnoot28
Mits: omdat, aangezien; 'tghevalle overlastich: het al te zeer kwellende lot.
voetnoot30
groene: prille, frisse; of: verliefde.
voetnoot32
Becrijcht: bestrijdt, teistert; die: de; in plaats van de punt leze men aan het einde van dit vs. een komma.
voetnoot33
hem ... vindt: bevindt zich, voelt zich; en: deel van de ontkenning, bij Niemant.
voetnoot34
Om ... varen: wanneer hij moet gaan varen; gevaerlijck: met levensgevaar.
voetnoot35
schent: doet kwaad, berokkent schade.
voetnoot37
Soo de schaduw' Ziel enz.: zoals de ziele-schim gelijkt op een uitgedoofd, glansloos kolenvuur; de lengte van de versregel maakt de toevoeging van de (zoals in 1622) niet noodzakelijk: zie nog de vzn. 97 en 109; de punt na vs. 38 denke men weg.
voetnoot39
ontsteelt: rooft; na dit woord denke men een komma of een kommapunt.
voetnoot40
Dies: daarom.
voetnoot42
pluymstrijckt: vleit.
voetnoot43
vervolch: uitkomst, dat wat erop volgt.
voetnoot44
Waer: ware, zou zijn; reden: redelijkheid; na dit woord denke men een komma.
voetnoot45
leed': zou lijden.
voetnoot46
vernoeght: voldaan; aan het einde van dit vs. leze men een punt of een kommapunt.
voetnoot47
schuldige vlijt: verschuldigde ijver, toewijding.
voetnoot48
trouwe plicht: trouwe plichtsvervulling, trouwe dienst.
voetnoot49
sterckheyt: kracht.
voetnoot51
voor: als vergelding voor; spijt: afkerigheid.
voetnoot52
een vermyen: een vermijden, een ontwijken.
voetnoot53
ontschuyl: ontduik, verberg mij voor.
voetnoot54
doorluchtich: schitterend; licht: zonlicht.
voetnoot55
recht als: net als; ‘truyghe cruyd’: het wilde struikgewas.
voetnoot57
Niet ... voort en spruyt: niet langer groeit.
voetnoot59
haer ... rept: zich voortspoedt; dat werelts ooge: het oog van de wereld, nl. de maan.
voetnoot60
sich verschept: herschapen te voorschijn komt.
voetnoot61
Medeas: van Medea, een tovenares uit de Griekse mythologie; Rieme kracht: het vermogen van de tovergordel.
voetnoot63
haast: spoedig.
voetnoot66
Hem sou enz.: hem als man zou krijgen, het geluk zou ervaren hem als man te hebben.
voetnoot67
cruyt: toverkruid; na wapen en kunst denke men een komma; kunst: toverkunsten.
voetnoot68
gogel-weten: toverkennis.
voetnoot69
mijn gunst: genegenheid, liefde voor mij.
voetnoot70
meuchdy: kunt gij; het vraagteken hoort na het volgende vs.
voetnoot72
V liefde: mijn liefde voor u.
voetnoot73
Laas: helaas; aan het einde van dit vs. en van het volgende denke men een vraagteken.
voetnoot74
de naam van u vrouwe: de tijd toen gij mij uw vrouw, uw gebiedster en aangebedene noemde.
voetnoot75
se: nl. de trouw (vs. 73); houw: onderhoud.
voetnoot78
op het reynst: geheel ongeschonden.
voetnoot79
dus: zo, op deze wijze.
voetnoot81
rulle: mulle, losse; sprenghen: besprenkelen.
voetnoot82
smelt: kwijn weg; door het vermanen: door het spreken erover, terwijl ik het zeg.
voetnoot83
scharst: schertst, spot.
voetnoot85
schots: schamper, uit de hoogte.
voetnoot87
Sonder schult: zonder schuldig te zijn; misdaat: vergrijp.
voetnoot89
Verleden jonst: vroegere liefde.
voetnoot91
slingerliefd': veranderlijk in de liefde; licht: lichtzinnig, onstandvastig.
voetnoot92
van weyffelbare sinnen: wispelturig van aard.
voetnoot93
becoorde: bekoorde het; gesicht: ogen
voetnoot94
een ander lief, als u: een andere geliefde dan u, of: een andere dan u, geliefde.
voetnoot96
Hem ... hiel: zich achtte.
[tekstkritische noot]De vzn. 97-108 werden in de Nederlandse bewerking overgeslagen.
voetnoot97
'Tquaatste: het allerergste; lief: geliefde; aangesproken persoon.
voetnoot99
troost: bijstelling bij u (vs. 98).
voetnoot100
beschreylijck: beschreienswaardig, rampzalig; aan het einde van dit vs. denke men een punt of een kommapunt.
voetnoot101
commerlijck leyd: zorgwekkend, zwaar leed.
voetnoot103
een minder: iemand van lagere afkomst.
voetnoot104
en: deel van de ontkenning, bij niet; aan het einde van dit vs. denke men een punt of een kommapunt.
voetnoot105
Waar sy: indien zij zou zijn; staat: stand.
voetnoot107
toe-schick: lotsbeschikking, hetzelfde als noodlod; raeckt: treft.
voetnoot110
omhelst ons oude minnen: keer terug tot onze vroegere liefde; hierna denke men een punt of een uitroepteken.
voetnoot111
mijn ziel verheucht: verheugt zich mijn ziel; hierna leze men een komma, evenals na de vzn. 112 en 113.
voetnoot112
vernieuwen haer: verjongen zich, worden als nieuw.
voetnoot113
Mijn hart enz.: dan verzamelt mijn hart al zijn krachten, of: mijn hart maakt zich sterk.
voetnoot114
wert voort u bewaert: wordt ook voortaan voor u bewaard, is ook in de toekomst aan u gewijd; misschien is de variant 1622: voor i.p.v. voort de juiste.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Gerbrand Adriaensz. Bredero