Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beknopt kunstwoordenboek (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beknopt kunstwoordenboek
Afbeelding van Beknopt kunstwoordenboekToon afbeelding van titelpagina van Beknopt kunstwoordenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.78 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beknopt kunstwoordenboek

(2014)–I.M. Calisch, N.S. Calisch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Q.

Q, rom. getalm. 500.
qua, bijw. als, in zoo verre, in hoedanigheid van; qua talis, als zoodanig; qua mandatarius, als gevolmachtigde; qua professor, als hoogleeraar.
quaderzandsteen, m. (quaderzandsteenen), zekere duitsche steensoort (bouwstof).
quadraat, o. (quadraten), vierkant, regelmatige vierhoek met vier gelijke zijden en rechte hoeken; (wisk.) vierkant getal, tweede macht; electrisch quadraat, zeker toestel bij electrische proeven; (sterr.) groot quadraat, zeker vierkant door groote sterren gevormd; magisch quadraat, toovervierkant (zeker kunstspel); soort talisman (in Indië).
quadraat, bn. vierkant, vierhoekig, vierzijdig.
quadragesima, de zesde Zondag vóór Paschen.
quadrangulair, bn. vierhoekig, vierkant.
quadrans, o. zeker apothekersgewicht (3 oncen of 6 looden med.).
quadrant, o. (quadranten), vierde gedeelte van een geheel (inz. van eenen cirkel); hoekmeter, graadcirkel, hoogtemeter (werktuig).
quadratrix, v. (oudt. wisk.) zekere kromme lijn.
quadratus homo, m. kort en gezet mensch, vierkante vent.
quadratuur, v. verandering in eenen vierhoek; quadratuur des cirkels, herleiding van den cirkel tot het vierkant; (fig.) iets onuitvoerbaars.
quadratuurstanden, m. mv. kwartierstanden (der maan).
quadreeren, quadrateeren, bw. gel., vierkant ‒, vierhoekig maken, in het vierkant brengen, den inhoud van een vlak berekenen; (een getal) met zich zelf vermenigvuldigen.
quadrateeren, ow. (fig.) passen, schikken, overeenkomen.
quadri…, het viervoud, vier…
quadrille, v. (quadrilles), dans met vier personen; omberspel met vier spelers.
quadrillioen, o. millioen in de vierde macht, duizendmaal duizend trillioenen (het cijfer 1 met 24 nullen er achter).
quadro, (muz.) vierstemmig.
quadrumanen, mv. vierhandige dieren.
quadrupeden, mv. viervoetige dieren.
quadrupel, bn. viervoudig; quadrupel alliantie, viervoudig verbond, verbond van vier mogendheden.
[pagina 223]
[p. 223]
quadrupleeren, bw. gel., verviervoudigen.
quaeritur, men vraagt, er wordt gevraagd.
quaestie, v. (quaestiën), vraag, twistvraag, geschilpunt; aanhangige zaak, aangelegenheid, kwestie; de zaak, de persoon in quaestie, waarvan ‒, van wien gesproken wordt; waaraan ‒, aan wien gedacht wordt; de bewuste zaak of persoon; dat lijdt geen quaestie, dat is buiten quaestie, dat spreekt van zelf.
quaestor, m. (quaestors), (rom. gesch.) schatmeester; stemopnemer (in vergaderingen).
quagga, m. zeker zuid-afrikaansch zoogdier.
quallen, v. mv. zeenetels.
qualificatie, v. (qualificatiën), opgave der noodige eigenschappen; toekenning eener eigenschap; het geven van eenen titel; volmacht; deugdelijkheid, geschiktheid; verzwaring eener misdaad door omstandigheden die een gestrenger straf tengevolge hebben.
qualificeeren, qualifiëeren, bw. gel., eigenschappen toekennen; geschikt ‒, vatbaar maken; benoemen; volmacht geven; een gequalificeerde diefstal, diefstal met verzwarende omstandigheden.
qualitatief, bn. volgens de waarde; naar den aard; het gehalte ‒, de gesteldheid eener zaak betreffende.
qualiteit, v. (qualiteiten), gesteldheid, eigenschap, hoedanigheid, aard; stand ‒, betrekking in de maatschappij; titel.
quand-même, hoe het ook ga, tot elken prijs.
quantitatief, bn. volgens de hoeveelheid, ‒ de grootte, naar het getal.
quantiteit, v. hoeveelheid, menigte; tijdduur der lettergrepen.
quantum, o. zekere som; hoeveelheid, getal; maat.
quarantaine, v. ligdagen, proefdagen (vroeger 40 in getal) van schepen, reizigers of waren die uit vreemde plaatsen komen waar besmettelijke ziekten heerschen of die daarvan verdacht gehouden worden; (ook) de inrichting ‒, de plaats waar zulke reizigers of voorwerpen gedurende die dagen zich moeten bevinden.
quarré, carré, o. vierkant; vierkante plaatsing bij militairen.
quarreau, o. vierhoekig liniaal tot het trekken van evenwijdige lijnen.
quarreograaf, m. (quarreografen), werktuig tot het opnemen van perspectief-teekeningen.
quart, o. (quarten), vierde deel, vierde maat, zekere vochtmaat; zekere graanmaat (in Pruisen).
quartaal, o. (quartalen), vierde gedeelte van een jaar, vierendeeljaars.
quarteeren, bw. gel., goud en zilver samensmelten in de verhouding van 1 tot 3.
quarteronen, quadronen, m. mv. kinderen van eenen kreool en eene tercerconsche vrouw (in Midden- en Zuid-Amerika). Zie terceronen.
quartet, o. (quartetten), vierstemmig muziek- of zangstuk.
[pagina 224]
[p. 224]
quartier, o. (quartieren), vierendeel van sommige dingen; vierde gedeelte van een uur; eene der vier afwisselingen van de maan; vierde gedeelte van een wapenschild; bewijs van adeldom; schapenbout; achterstuk van eenen os; wijk eener stad; afdeeling (grondgebied); huisvesting van militairen; genade, lijfsbehoud; optrekje; buitenverblijf; (zeew.) wacht; hoofdquartier, verblijfplaats van den bevelhebber des legers en zijnen staf; de winterquartieren betrekken; geen quartier geven, geen lijfsbehoud schenken; (zeew.) quartier maken, de wacht hebben; (mil.) voor huisvesting (inkwartiering) zorgen.
quartijn, o. kwartijn, boek in quarto, 4°.
quarto, bijw. ten vierde, in de vierde plaats; in quarto, boekformaat waarbij het vel 4 bladen of 8 bladzijden heeft.
quasi, bijw. als ware het, bijna als, ongeveer, schijnbaar, even als.
quassia, m. zekere zuid-amerik. boom; quassiahout, kwassiehout (zeker geneesmiddel).
quatemper, zie quatertemper.
quaterne, v. (quaternen), vier bezette en tegelijk uitgekomen nommers (in de getallen-loterij); vijf nommers in ééne rij (in het lotto-spel); zes bladen papier ineengeschoven.
quatertemper, m. (quatertempers), eerste dag van een vierendeeljaars; (r.k.) boete- en vastendag (de eerste Vrijdag van ieder vierendeeljaars.
quatrain, o. klein gedicht van vier verzen of dichtregels.
quatre-mains, quattro mani, muziekstuk voor vier handen gezet.
quatuor, o. (quatuors), vierstemmig muziek- of zangstuk.
queen’s bench, v. rechtbank der koningin (naam van het oppergerechtshof te Londen, wanneer in Engeland eene koningin regeert).
queen’s metal, o. zeker metaal-mengsel (tin, lood, spiesglans en bismuth).
quekker, m. soort zeer vurige palmwijn.
quentschen, o. zeker duitsch gewicht, een vierde lood.
quercitron, o. geelkleurig hout als verfstof gebezigd.
querel, (querellen), klacht, bezwaar; twist, geschil, strijd.
querellaat, m. (querellaten), beklaagde, gedaagde.
querellant, querulant, m. (querellanten, querulanten), eischer, klager.
querelleeren, ow. gel., twisten, strijden, geschil hebben.
questie, v. zie quaestie.
queue, v. (queuen), staart, paardestaart; biljartstok; de laatste soldaten eener afdeeling (bij eenen marsch); de laatste menschen (bij eene optrekkende processie; een optocht, voorbijgaande stoet); (fig.) lange reeks rijtuigen; lange reeks of rij personen die op eene beurt staan te wachten.
quibus, m. (quibussen), zot, gek, dwaas.
quidam, zeker iemand; (ook) zot, gek.
quickzand, o. parelzand, bronzand; het gewone grove zand.
quidproquo, quiproquo, o. misverstand, verwisseling, het eene voor het andere.
[pagina 225]
[p. 225]
quiëscentie, v, rust, toestand van rust.
quiëtisten, m. mv. rustvrienden (zekere godsdienstsecte).
quiëtismus, o. gemoedsrust, volkomene berusting in Gods wil.
quillage, o. kielgeld (recht geheven van schepen die voor de eerste maal eene fransche haven binnenloopen).
quincaillerie, v. (quincailleriën), kleine galanteriewaren, kramerijen (inz. metalen voorwerpen).
quadecagoon, m. (quadecagonen), vijftienhoek.
quine, v. zie quinterne.
quinine, quinquina, v. extract van den kinabast, middel tegen de koorts enz.
quinquennium, o. tijdvak van vijf jaren.
quinquet, v. (quinquetten), argansche lamp met dubbelen lichtstroom.
quinta, v. vijfde klasse eener latijnsche school.
quintaal, o. (quintalen), honderd pond gewicht; een fransch quintal = 48.95058 nederl. pond.
quinte, v. (muz.) de vijfde toon gerekend van den grondtoon; hoogste vioolsnaar; (schermk.) vijfde stootmanier; quintes, mv. streken, knepen.
quinterne, v. vijf bezette en tegelijk uitgekomen nommers (in de getallen-loterij); vijf nommers in eene rij (in het lottospel).
quintescens, quintessence, v. de keur of kern (van iets), het fijnste, edelste, krachtigste; (scheik.) vijfmaal overgehaalde geest eener vloeistof; de ware inhoud (van iets) in den minst omvangrijken vorm.
quintet, o. (quintetten), vijfspel, vijftoonig muziekstuk.
quintupliceeren, bw. gel., vervijfvoudigen.
quintus, m. de vijfde; de vijfde der leerlingen in eene klasse.
quipos, quippos, o. knoopenschrift der oude Peruanen.
quisquiliën, mv. alles wat slecht is en niet deugt; slechte voortbrengselen van den geest.
quitantie, v. (quitantiën), kwijtbrief, bewijs van ontvangst.
quitte, bijw. vrij, even, kamp-op, ontheven van de verplichting om te betalen; quitte ou double, kamp-op of dubbel.
quitteeren, bw. gel., als voldaan onderteekenen (eene rekening); eene quitantie afgeven; (ook) verlaten, afzien van, laten varen.
qui vive! werda! wie daar! op zijn qui vive zijn, zeer goed toezien, een streng wakend oog houden.
quodlibet, o. (quodlibets), wat men belieft, mengelmoes, allerlei, van alles wat; laffe woordspeling; platte dubbelzinnigheid.
quomodo, v. handelwijze, manier van uitvoering.
quota, quotum, o. evenredig aandeel (dat ieder heeft bij te dragen).
quotie, quotiatie, v. (quotiën, quotiatiën), berekening van ieders aandeel.
quoteeren, bw. gel., naar evenredigheid verdeelen; van volgnommers voorzien, nommeren, merken (bescheiden enz.).
quotiënt, o. (quotiënten), (rek.) uitkomst eener deeling.
quotiseeren, bw. gel., naar verhoud. verdeelen; schatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken