Arawa-Ojo de moeder van de Arowakken
Vroeger geloofden de Indianen dat alle wezens een stammoeder hadden. Zo ook hadden de Weilokono's of Arowakken, een moeder van wie zij afstamden. Arawa-Ojo wil letterlijk zeggen: De Reuze Tijger. Arawa-Ojo heet de moeder te zijn van de Arowakken. Luister maar hoe de Indianen aan deze legende kwamen.
Lang terug bestonden er nog geen Arowakken. De reuze tijger liep rond in alle bossen. Vredig en goed was het leven voor haar. Ze at en dronk naar hartelust waarin ze maar zin had. Geen moeilijkheden, geen zorgen die het leven van Arawa-Ojo zuur maakten. Op gezette tijden organiseerde zij grote feesten voor haar kinderen en kleinkinderen. Arawa-Ojo genoot zo van het leven, dat ze overmoedig werd.
Ze was groot en sterk. Daarom daagde ze op zekere dag alle dieren en mensen uit, die meenden het tegen haar te kunnen opnemen, tot een duel.
Niemand minder dan de kleine koni-koni meldde zich aan. Ze bonden de strijd aan. Arawa-Ojo greep koni-koni bij de oren en wierp hem de lucht in. Koni-koni kwam met een akelige plof op de grond terecht, en was morsdood. Toen de andere dieren dit hoorden, gingen ze allemaal schuilden. Ze waren bang, dat hetzelfde lot hen zou overkomen. Fluisterend spraken ze over het gebeurde. Dia, het hert, had een voorstel. Alle dieren moesten gezamenlijk de Reuze-Tijger overvallen en onschadelijk maken. Om dat te kunnen doen, zou een groot feest worden aangericht waarop Arawa-Ojo zou worden uitgenodigd. Maar voor het zover kwam, klopte heel vroeg in de morgen een Karaib aan bij het huis van Arawa-Ojo, en daagde haar uit tot een tweegevecht. Nu moet je weten, dat de Reuze Tijger er niet van hield om op te staan. Als ze lag te rusten, was het een hele toer om haar tot opstaan te bewegen. Tot de Indiaan bulderde ze: ‘Meld je maar wat later aan, en dan zal ik je verpletteren alsof je een mier bent.’ ‘Neen’, schreeuwde de Indiaan terug. ‘Nu moet je voor de dag komen, en als je niet komt, weet ik dat je bang bent.’
Zo'n grootpraats van de Indiaan wilde Arawa-Ojo niet op zich laten zitten. Ze stormde de deur uit. Maar daar stond de Indiaan gereed, en zo vlug als de wind schoot hij honderd pijlen op de Reuze Tijger af. Maar Arawa-Ojo was sterk. En ondanks de pijlen, kreeg ze de Indiaan toch te pakken. Maar de Indiaan weerde zich dapper.
Plotseling gaf Arawa-Ojo een doordringende gil. Wat gebeurde er? Uit haar reuze muil sprongen honderd Arowakken te voorschijn. Zij bonden de strijd aan tegen de Karaib. Deze op zijn beurt blies op zijn hoorn, en zie: Een leger van Karaiben stroomde samen. Het werd een grote veldslag tussen de Karaiben en de plotseling op aarde verschenen Arowakken. Terwijl de strijd aan de gang was voerde een aantal Arowakken Arawa-Ojo, hun stammoeder, weg uit het strijdgewoel. Haar gekerm was huizenver te horen. Alle