De bosgeest en de gouverneur
Het vuur laaide op terwijl het brandhout knetterde. Buiten was het reeds donker geworden. Al de kleinkinderen van Pipi, oma, zaten rondom het vuur en verzochten oma om toch een verhaal te vertellen. Na enkele malen gekucht te hebben begon Pipi het volgende verhaal aan de kinderen te verhalen:
Panakeres, oftewel de Hollanders, konden soms erg nieuwsgierig zijn. Overal, zowel in het bos als in de stad onderzochten de blanken van alles en nog wat. Het gebeurde daarom vele keren, dat deze mensen in het bos verdwaalden, ziek werden en stierven.
Zo gebeurde het eens, dat een gouverneur in de bossen van Boven Suriname ging ‘wandelen’. Hij was heel deftig en mooi gekleed. Ook een grote hoed had de verwaande gouverneur op. Hij negeerde al de Indianen die daar woonden en zei hun dat hij de hulp van de Karaiben niet nodig had. De Indianen waren hierover zeer boos.
Terwijl de blanke gouverneur in het bos ‘wandelde’ ontmoette hij een bosgeest. Deze vroeg aan de gouverneur wat hij in zijn woonplaats kwam doen. ‘Wat’, zei de gouverneur, ‘Ik ben hoofd van het land, ik mag gaan waar ik wil, heb je begrepen? Ruk in!!!’ De bosgeest antwoordde: ‘Het is waar wat je daar zegt, maar weet dit, ik was voor jullie allemaal hier de baas’. De grond schudde. Gelijk het geluid van de donder klonken de voetstappen van de bosgeest terwijl het met grote stappen wegliep.
Eerlijk gezegd, zelfs de brutale gouverneur schrok van het dondergeluid. Een ogenblik huiverde hij, maar liep tenslotte door en liet zich niet meer afschrikken. Ondertussen was de bosgeest weer in het geestenkamp, Pataidja, teruggekeerd. De geest vertelde het geval aan Tansie Owa, de oppergeest die erg boos werd.
Het hele bos beefde, er woei een sterke wind, al de bosdieren gingen schuilen, want ze begrepen dat Tansie Owa over het een of ander geval boos was. Vele grote bomen vielen om. Het water van de kreekjes stroomde over de oevers. Boos, erg boos waren Tansie Owa en Sjano Okatonbo over de brutaliteit van de gouverneur. Wij zullen hem leren, wij zullen hem leren, schreeuwden en tierden de grootste bosgeesten van Suriname. Dagenlang, zelfs wekenlang maakten de bosgeesten pijlen en bogen klaar om ten strijde te trekken. Toen de andere geesten zagen hoe gebelgd hun Oppergeesten waren, verzochten zij hen om toch niet zo'n weerwraak te namen. Maar niets daarover wilden Tansie Owa en Sjano Okatonbo weten. Neen, neen, mijn ‘kinderen’ de gouverneur is te brutaal geweest, om tot in in mijn woonplaats grootpraats te vertellen. Nooit, maar dan ook nooit zullen wij dat aannemen!! De gouverneur moet maar voor de gevolgen instaan.
Grote potten werden op het vuur gezet met............blokken vlees.