De Indiaan en de kot'kotti
Iedereen in het dorp sprak over de luiheid van de zoon van de familie Tawejoe. Hij was niet alleen lui, maar ook vadsig en traag. Wanneer hij met zijn ouders naar de kostgrond ging, bleef hij altijd achter en kwam hij langzaam aangesukkeld. Dit was een grote ergernis voor de ouders. Men schold de jongen uit. Men maakte hem uit voor alles wat lelijk was. Sjoemboe trok zich dit erg aan, en hij vergoot er hete tranen om. Maar hij bleef lui en traag. De jaren verstreken, doch Sjoemboe werd maar niet flinker. Hij werd de spot van het dorp. Iedereen hield hem voor de gek. Niemand nam hem ernstig. Zijn ouders hadden er veel verdriet over.
Tot op een mooie morgen Sjoemboe uit zijn hangmat opstond zo fief als een kemphaantje. Zijn luiheid en traagheid waren verdwenen. Met grote verbazing sloegen zijn vader en moeder hem gade. Wat is er toch met de jongen gebeurd, vroegen zij zich af.
Sjoemboe lachte opgewekt en deed erg beweeglijk. Wat was de luie jongen overkomen? Toen het middag geworden was vertelde hij het aan zijn ouders.
In de nacht had hij een droom gehad. Hij had gedroomd, dat hij de volgende nacht genezen zou worden van zijn luiheid. Nu begrepen zijn ouders zijn opgewektheid, en zij waren met hem erg blij.
De zon begon aan het eind van de dag te zakken. Het werd avond. De nacht was gevallen. Sjoemboe wachtte in spanning af. Tjoep, tjoep, tjoep. Wat was dat? Wat voor insekten sprongen daar rond? In enkele tellen was het hele kamp van Sjoemboe's ouders vol springende kot'kottie's. Ze werden zo lastig dat de Indianen zich genoodzaakt zagen de insekten te doden. Tot grote verwondering van de Indianen begon een der kot'kottie's te pragen. ‘Dood ons niet’, zei het insekt, ‘dood ons niet. Wij zijn gekomen om je zoon van zijn luiheid te genezen.’
Het was de hoofdman der kot'kottie's die gesproken had. Hij legde Sjoemboe's moeder uit wat zij moest doen. Neem zoveel kot'kottie's als je kan, zie hij, en bestrijk de voetzolen van je zoon ermee. De moeder deed dit, en zie: Sjoemboe sprong op van dat gekietel. Hij was bij toverslag genezen van zijn luiheid.
Tot op de dag van vandaag geloven de Indianen dat luiheid genezen kan worden door met een kot'kottie de voetzolen van een luilakte te bestrijken.