Waar de grote tijger vandaan komt
In een dorp woonde eens een Indiaan, die niet van kinderen hield. Hij leefde helemaal alleen in een afgelegen kampje, en leidde een leven geheel afgescheiden van de overige dorpelingen.
Op een dag evenwel, maakte deze man bekend dat hij alle kinderen in het dorp zou trakteren op bosvruchten. De ouders vertrouwden deze plotselinge vriendelijkheid niet. De onvriendelijke man had alle soorten bosvruchten verzameld en in zijn kamp opgehoopt. Wat zag de markoesa er heerlijk geel uit. De maripa's barstten bijna, zo lekker rijp gespannen zagen zij er uit. De bacoven deden de kinderen watertanden.
Een voor een kwamen de kinderen van het dorp om hun deel vruchten te krijgen. De man, die altijd nors was, deed die dag erg vriendelijk. Buiten het kamp stonden de ouders wantrouwend toe te kijken hoe hun kinderen getrakteerd werden.
Alles liep goed af en de kinderen snoepten naar hartelust van de heerlijke vruchten.
Een paar dagen later was Ottowie, een aardig jongetje, verdwenen. Hoe de dorpelingen ook naar de jongen zochten, hij was spoorloos verdwenen. Het hele dorp sprak over de geheimzinnige verdwijning.
De mensen begonnen tenslotte de Indiaan die niet van kinderen hield ervan te verdenken dat hij meer van de verdwijning moest afweten. Teneinde raad gingen ze naar de piaaiman en riepen zijn hulp in. Dezelfde avond begon de piaaiman al te piaaien. Hij ratelde met zijn maraka en zong luidkeels om de geesten op te roepen in zijn tokai (piaaihut).
De volgende morgen kwamen de ouders van Ottowie vol spanning naar de tokai om te horen wat de piaaiman bereikt had. De piaaiman vertelde aan de ongeruste ouders dat de Oppergeest in de nacht ook was gekomen en geopenbaard had dat het inderdaad de onvriendelijke Indiaan geweest was, die de hand had gehad in de verdwijning van Ottowie.
‘Wat willen jullie dat ik met deze boze man doe?’, vroeg de piaaiman aan de ouders. ‘Laat hem voor straf voor altijd in de bossen rondlopen,’ verklaarden de gegriefde ouders.
De machtige geestenbezweerder begon direkt te piaaien om de opdracht uit te voeren. En wat gebeurde? Binnen enkele minuten klonk een verschrikkelijk gebrul in het kamp van de onvriendelijke Indiaan. En zie daar: Een rood gespikkelde tijger kwam plotseling het kamp uitgesprongen en verdween vreselijk brullend het bos in.
De Indianen zeggen sedert die tijd dat al de rode tijgers die in de bossen voorkomen, afstammelingen zijn van deze betoverde Indiaan, die voor straf in een tijger veranderd werd.