Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij (ca. 1644)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij
Afbeelding van Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis BoccatijToon afbeelding van titelpagina van Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

Scans (42.02 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)
vertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij

(ca. 1644)–D.V. Coornhert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Fresco riet sijn Nichte indient haer verdrietich viele (so zy seyde) de ghene die onlustich waren om te aenschouwen, dat zy haer nemmermeer spiegelen en soude.

De dertighste Historie.

Om te bespotten sommighe onlustighe neuswyse vrouwen, die niet schoons noch lustichs en bevinden dan haer selven.

EEn man ghenaemt Fresco van Chelatio hadde een Nichte die Franchon was geheten uyt boerten. Dese suyverlijck van leden ende oock schoon van aensichte zijnde (nochtans niet van sulcker engelscher schoonheydt alsmer wel sommighe siet) achte haer selven soo grooten ende edelen dinck te wesen, dat zy aenghewent hadde alle mannen ende vrouwen te lasteren ende ooc alle tgene dat zy sach sonder eenichsins te mercken op haer selven die also onlustich, verdrietich, ende spijtich was alsmen eenich mensch sien mochte: want men mochte haer gheen dinck te passe doen: ende hier en boven noch, was sy alzoo fier en verwaent, dat het al veel te vele waer gheweest, oft zy al vant Coninckelijcke huys van Vranckrijck geweest hadde. Alle dingen stoncken haer toe als sy lancx de straten ginck: sulcx dat zy dan nimmermeer anders en dede dan de neuse op te fronselen, recht of alle de ghene die sy sach oft die haer ghe-

[pagina T3v]
[p. T3v]

moeteden, stanck ende vuylnis waeren gheweest. Maer laet ons nu ter saecken gaen ende veel van haer walghende ende hatelijcke seden overslaen. Het geviel op eenen tijt dat zy wederomme was thuys ghekeert daer haren oom was, ende dat zy al vol abelheydt, niet anders doende dan blasen, ginck sitten benevens haren oom, die haer vraechde: wat beduyt ditte Franchon? dat ghy heden daert nochtans heylich dach is zo haest wederom thuys zijt ghekeert? daer op zy, die by nae in stucken viel van heusheydt, gheantwoort heeft: Het is waer dat ick zoo haest weder thuys ben gecomen, ende dat overmidts ick niet en wane datter oyt zoo veel mans ende Vrouwen in dese stadt en waeren die zoo mishaghelijck ende onbevallijck van ghelate mochten wesen als hier nu zijn. Want lancks de straten gaende en sie ick niet een mensche oft hy en mishaecht my, ick en weet niet hoe, ende en gheloove niet datter Vrou inde werelt is die grooter weersin heeft in onbevallijcke lieden: sulcx dat ick om die niet te sien, zoo vroech weder thuys ghekeert ben. Nu mishaechden Fresco de stinckende zeden van sijn Nichte wonderlijcken seer, dies hy tot haer seyde: Ist saecke Dochter dat u de onbevallijcke menschen dus seer mishaghen als ghy seght, ende indien ghy vrolijck wilt leven, zoo wacht dat ghy u nemmermeer en spiegelt. Maer zy die ydeler was van verstant dan eenich riedt, ende nochtans zo wijs als Salomon waende te wesen en verstondt niet meer wat haer ooms woorden in hadden dan een Schaep gedaen soude hebben: dies zy antwoorde dat zy haer zo wel wilde spieghelen als de ander. Dus bleef zy in dese grove plompheyt ende is noch daer inne.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken