Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

pastorale-1

Etym: Lat. pastoralis = herderlijk < pastor = herder.

Dichtkunst die de liefde voor het platteland bezingt en die steeds een idyllisch, ongerept en vredig natuurkader oproept, zoals in de idylle. Deze poëzie kende in de Griekse literatuur haar grootste bloei tijdens het hellenisme-1 in het werk van Theocritus en in de Latijnse literatuur bij Vergilius (Bucolica; vandaar bucolische poëzie). Bij deze laatste vindt men reeds toespelingen op de actualiteit. Deze tendens vindt men ook terug in de herderspoëzie van de renaissance, de barok en de rococo in heel West-Europa. Zie ook anacreontisch-1 en ecloge.

In de middeleeuwen is de pastorale een subgenre binnen de Franse hoofse lyriek, de zgn. pastourelle uit de 13de eeuw, waarin de liefde gethematiseerd wordt aan de hand van een ontmoeting ergens in het open veld tussen een hoofs ridder met een niet-hoofs herderinnetje. De ridder zet ogenblikkelijk zijn zinnen op het meisje en tracht met loze praatjes en beloften, desnoods met geweld, zijn wellust terstond en ter plekke te bevredigen.

De Oudfranse literatuur kent tal van pastorales, het Middelnederlands niet of nauwelijks. In de buurt komt het vijfde Gruuthuselied:

Het was een rudder wael ghedaen,
Voer spelen doer sijn lant.
Hi vant in zinen weghe staen
Een joncfrauwe achemant.
Hi namse bi der witzer hant.
Hi seide: ‘vrouwe mijn, Nu wilwi trueren avelaen
Ene altoos vroilic zijn.’
(Gruuthuse-handschrift, ed. Heeroma en Lindenburg, 1966, p. 241, vs. 1-8)

In de renaissance is het herdersdicht de lyrische vorm van de bucolische poëzie waarin - in navolging van Vergilius’ Bucolica - het eenvoudige landleven wordt geïdealiseerd als tegenhanger van het verdorven hofleven. Het gouden-eeuw-motief en de locus amoenus komen er regelmatig in voor, evenals muziek en dans. Uit de vaak in dialogen geschreven herderspoëzie, o.m. vele hoofse pastourelles, ontwikkelde zich de dramatische vorm van de bucolische literatuur (zie pastorale-2).

Veel Nederlandse herdersdichten zijn vertalingen of bewerkingen uit het Italiaans. Gedichten waarin klassieke herdersnamen als Amaril, Chloris, Coridon, Myrtil, Philemon of Tytirus voorkomen, horen vaak tot dit genre, bijv. Simon van Beaumonts ‘Liet’ in de Zeeusche nachtegael (1623; ed. Meertens en Verkruijsse, 1982, p. 46). De bekendste auteur van herdersdichten is J.B. Wellekens, die ook een Verhandeling van het herdersdicht (1715; ed. Warners, 1965) schreef. Zijn poëzie, bestaande uit ‘herders-, hoef- en veldgezangen’ is uitgegeven als Dichtlievende uitspanningen (1710).

Lit: J.L.P. Blommendaal, De zachte toon der herdersfluit; de pastorale poetica van Jan Baptista Wellekens (1987) • E. Kegel-Brinkgreve, The echoing woods. Bucolic and pastoral from Theocritus to Wordsworth (1990) • M. Smits-Veldt & H. Luijten, 'Nederlandse pastorale poëzie in de 17de eeuw: verliefde en wijze herders' in P. van den Brink & J. de Meyere (red.), Het gedroomde land: pastorale schilderkunst in de Gouden Eeuw (1993), p. 58-75 • S. Macé, L'Eden perdu: la pastorale dans la poésie française de l'âge baroque (2002).


pastorale literatuur pastorale-2
thematisch veld:

Lyrische en poëtische genres
Natuurlyriek: pastorale en bucolische poëzie

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken