Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

stof

Stof is het zakelijke materiaal, de bouwstoffen, van een (literair) werk, de zgn. verhaalstof. Dat materiaal betreft gegevens die verbonden zijn aan bepaalde figuren (personages), gebeurtenissen en hun gebondenheid aan ruimte en tijd. De stof kan ontleend zijn aan reële gebeurtenissen of aan mondeling dan wel geschreven bronnen. In de antieke retorica werd de stof aangeduid met de term materia. In dat materiaal diende de redenaar (officia oratoris) ordening aan te brengen (dispositio). Daarbij diende zich het vraagstuk aan of de stof, het totaal aan ‘materia artis rhetoricae’, begrensd of onbegrensd was. De voorstanders van de begrensde opvatting, de minimalisten, vonden dat de stof beperkt diende te worden tot het terrein van politiek en ethiek. De maximalisten zagen geen enkele beperking.

Het Franse begrip ‘matière’ voor de stof dankt zijn bekendheid aan de auteur Chrétien de Troyes (2de helft 12de eeuw), Hij koppelde het begrip aan de ‘sin’ (= zin), de betekenis van een literair werk en de ‘conjointure’, de (gekunstelde) structuur van een werk. In de Franse literatuurgeschiedenis maakt men voor veel middeleeuwse stof onderscheid in de matière de Bretagne (de Brits-Keltische roman) de matière de France (chanson de geste) en de matière de Rome (klassieke roman). In middeleeuwse prologen komt men de term ‘materie’ veelvuldig tegen, bijv.:

Ware vrouwe ocht here die vrien woude,
Hoemen dit boec heten soude:
Die Rose seggic dat heten sal,
Want daer es in besloten al
Die art van minnen geellike.
Die materie es scone ende rike.
(ed. E. Verwijs, Die Rose van Heinric van Aken, 1868, fol. 1, vs. 31-36)

Het onderzoek naar stof of stofgeschiedenis ontleent zijn belang vooral aan het feit dat het gebruikte inhoudelijke materiaal vaak conventioneel (conventie) bepaald blijkt te zijn. Zo kan voor de renaissance gewezen worden op de voorkeur voor klassieke of Bijbelse stof (bijv. in het Bijbels drama of de pastorale-2). Maar ook bij bepaalde literaire genres is de stof sterk conventioneel bepaald, zoals in het volksverhaal, sprookje, de gothic novel, de mythe en de sage.

In de romantiek komt de nadruk te liggen op de ‘stofvinding’, waarvoor het dichterlijk genie verantwoordelijk wordt gesteld. Stof is dan de bekleding of het materiaal waarin de dichter zijn ideeën uitdrukt en dat stoffelijk omhulsel ‘vindt’ de dichter in de natuur (waarbij eerder aan ‘Umwelt’ gedacht moet worden, dan aan ons begrip ‘natuur’). Daar ligt ook de relatie tussen stof en idee , omdat tot de stof behorende motieven en thema’s (motief, thema) de idee helpen uitdrukken. Stof is dan het inhoudelijk feitenmateriaal dat de schrijver gebruikt om een bepaalde idee tot uitdrukking te brengen. De rangschikking of vormgeving van de stof bepaalt de betekenis of de idee ervan. Deze zienswijze leidt uiteindelijk tot de bekende doctrine ‘vorm en inhoud zijn één’.

In de literatuurwetenschap gebruikt men begrippenparen als fabula/suzjet om het verband aan te geven tussen respectievelijk de feitelijke gegevens van het verhaal (de stof) en de samenhang die tot stand wordt gebracht door de vormgeving.

Lit: F.C. Maatje, ‘Abstracties van de inhoud. II. Stof, thema, idee’ in Literatuurwetenschap (1970), p. 203-207 • E. Frenzel, Stoff- und Motivgeschichte (19742) • E. Frenzel, Stoff, Motiv- und Symbolforschung (19784) • G.P. Knapp, ‘Stoff-Motiv-Idee’ in Grundzüge der Literatur- und Sprachwissenschaft, dl. 1 (19806), p. 200-207 • B. Naumann, Th. Strässle & C. Torra-Mattenklot (red.), Stoffe: zur Geschichte der Materialität in Künsten und Wissenschaften (2006).

stockregel zie stock-1 stofgeschiedenis
thematisch veld:

Literatuurtheoretische concepten en tekstinterpretatie
Tekst: inhoud en betekenis

Motieven en themata
Algemene terminologie

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken