Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelycke dichten (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelycke dichten
Afbeelding van Gheestelycke dichtenToon afbeelding van titelpagina van Gheestelycke dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelycke dichten

(1622)–Willem van der Elst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XL. ghedicht.
Tot den scandalevsen oft ontstichtigen mensch.

 
DIe sijne siele quetst met voeten, handt, oft oogen,
 
En wil die aen sijn lijf nu voorder meer gedoogen:
 
Veel beter is het toch te leven sonder dat,
 
Dan door des selfs misbruyc te gaen na 't helle-gat.
 
En, die met quaet vertoogh van leven en manieren,
 
Den minsten oock ontsticht, dien hy wel moeste vieren,
 
Veel beter sal't hem zijn dat hy in 't diepste sinck'
 
Ga naar margenoot+Met steenen om den hals, en soo in zee verdrinck'.
 
Wee toch soo boosen mens die Gods gesalfden tempel,
 
Daer hy in leeft en woont, onteert door quaet exempel:
 
Want die sijn naesten schendt en bringht tot quaden val,
 
Voorwaer de meeste straff' hem overkomen sal.
 
Gods vreeselijcke handt sal hem seer vroegh verrasschen:
 
Eens op sijn onversiens kleyn brijsselen als asschen.
 
Dat hy in 's werelts pleyn noynt had geset sijn voet:
 
Geboren noynt van mo'er, dat waer hem al te goet:
 
Ga naar margenoot+Geluckiger is toch die noynt en is gekomen
 
Hier in dit droeve perck, dan die heeft aengenomen
 
Het leven van een mens: maer binnen korten tijt
 
Met hinder sijner siel het selve weer werdt quijt.
[pagina 125]
[p. 125]
 
Die oock geen' sorgh en draeght voor die hem zijn bevolen,
 
Maer stout en onbevreest soo weerden pandt laet dolen;
 
Of als een roeck'loos mens te dege niet en past
 
Op die hem in sijn huys ten dierste zijn belast,
 
Is snooder als een boef: met waerheyt wel geleken
 
By ymant die ontsticht met wercken en met 't spreken.
 
Ia door soo boose daet 't geloof geloochent heeft:Ga naar margenoot+
 
En arger is als een die ongeloovigh leeft.
 
Een-yder sie dan toe te wijsen, en te wegen
 
Die staen in sijn gebiedt: 't en werdt toch niet verdregen
 
Van Godt (die 't al aensiet) dat hy sal leeren quaet,
 
Die self hier is gestelt een straffer van 't misdaet.

margenoot+
Matt. 18.
Marc. 9.
Luc. 17.
1. Cor 3
margenoot+
Matt. 26.
margenoot+
1. Tim. 5.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken