Van Duinkerken
Kort geleden is Anton van Duinkerken zestig jaar geworden. Naar aanleiding van die feestelijke gebeurtenis zijn er talrijke beschouwingen over hem verschenen, waarin zijn betekenis als dichter, als erudiet, kenner van de literatuur, als essayist, als katoliek apologeet, als vrijmoedig nonkonformist in het katolieke kamp, als vrolijk en joviaal Brabander en als diep-ernstig moralist in het licht is gesteld. Bekijkt men de Verzamelde Geschriften, die ter gelegenheid van dit jubileum gepubliceerd zijn, dan krijgt men de indruk, dat de veelzijdige werkzaamheid van Van Duinkerken in de eerste plaats een journalistiek karakter heeft gehad.
Ik bedoel daarmee, dat de hier bijeengebrachte opstellen de kenmerkende eigenschappen van doelmatige improvisaties niet verloochenen. Vele van deze artikelen zijn voor de eerste keer gepubliceerd in het dagblad De Tijd, andere zijn oorspronkelijk geschreven voor week- of maandbladen of voor een uitgave in boekvorm, maar alle hebben gemeen een bepaald soort breedvoerigheid in de formulering en een zeker vlagvertoon, zoals in literaire kranteartikelen vaak wordt aangetroffen.
De schrijver heeft zich erg veel moeite gegeven om de vitia originis (het bedoelde vlagvertoon, dat ik hier ter illustratie navolg, bestaat uit het gebruik nu en dan van latijnse uitdrukkingen en verder van veel namen en titels), de fouten dus, die aan de herkomst van zijn geschriften kleven, te verwijderen. Hij heeft alle stukken herschreven, en, zoals ik aan de hand van enkele steekproeven heb kunnen vaststellen, diepgaand bewerkt. De meeste artikelen zijn bekort, niet alleen door het weglaten van zinnen en passages, maar ook door het schrappen van woorden, vooral van bijvoeglijke naamwoorden, in vrijwel iedere zin.
Van Duinkerken heeft verbeteringen aangebracht, die van veel inzicht getuigen in de gebrekkigheid van de in haast vervaardigde journalistiek, waarbij vaak meer woorden te pas komen dan nodig zijn bij een verantwoord taalgebruik. De journalist en vooral hij, die een hoge dunk wil geven van zijn kulturele niveau, heeft niet alleen de neiging om alle woorden, die in zijn hoofd opkomen, neer te schrijven, zodat zijn artikel in korte tijd lang en indrukwekkend wordt, maar hij verbergt ook gaarne de lacunes in zijn kennis door ze op te vullen met altijd klaarliggende intellektuele gemeenplaatsen.