Van de pelgrimsreis
Kinderlied voor de tijd naar Pasen toe, op de wijs van psalm 134. Strofe 1 is een inleiding, de volgende vermelden telkens het thema van de evangelielezing op de zondagen Invocabit tot Palmpasen. De kinderen zingen voor, het keervers wordt door allen meegezongen.
Hier staan wij samen op een rij,
o Lieve Heer, wees goed voor mij!
Dat vraag ik niet voor mij alleen;
voor alle mensen om mij heen!
Waar pelgrims gaan is veel woestijn.
Laten wij samen vrolijk zijn
als kinderen van het paradijs,
want wij zijn met elkaar op reis.
Hoog op de berg daar brandt een vuur:
God heeft de hemel op een kier!
Hij is 't die ons de weg aanwijst,
want wij zijn met elkaar op reis.
Wat staat op tafel uitgestald?
Manna dat uit de hemel valt!
o Here, zegen deze spijs,
want wij zijn met elkaar op reis.
O Grote Zoon van Abraham,
priester van God en pascha-lam,
U zingen wij ‘kyrieleis’,
want wij zijn met elkaar op reis.
Met vredespalmen in de hand
gaan wij naar het Beloofde Land.
Het was een lange, lange reis!
Nu zingen wij een andere wijs:
Ook hebben wij een huis gebouwd,
dat heeft Hij aan ons toevertrouwd.
Daar zijn wij allen kind aan huis,
want wij zijn met elkaar op reis.