De tale Kanaäns. Een leergang liederen (onder de naam Willem Barnard)
(1963)–Guillaume van der Graft–
[pagina 81]
| |
De zevende zondag van de zomerDe drie mannen bij MamreSchriftuurlijk lofgezang over Genesis 18 vs 1-15. Er staat een boom geplant,
die wortelt in de hemel,
er staat een boom geplant,
die groeit van boven af.
Hoe plant die boom zich voort?
Zijn top wijst naar beneden,
hoe plant die boom zich voort?
Zijn toekomst is een graf.
Te Mamre bij die boom,
drie mannen zijn verschenen
te Mamre bij die boom
op 't heetste van de dag.
Zij hebben hem begroet
en hij gaf hun te eten,
zij hebben hem begroet
en hij gaf goede vrucht.
Wat heeft de goede boom
aan goede vrucht gegeven?
wat geeft de goede boom?
zijn schaduw is een lach.Ga naar voetnoot1
o Schaduwrijke boom
en vader van zo velen,
o schaduwrijke boom
op 't heetste van de dag.
| |
Van de slavernijEpistelzang naar Romeinen 6 v. 19-23. Wat is de soldij van de zonde?
Het magere loon van de dood!
Wij waren als slaven gebonden,
wij aten het bittere brood,
Het brood met de smaak van de honger,
van gulzigheid en gemis.
En wat is de drank die wij dronken?
Egyptische duisternis.Ga naar voetnoot1
Wij waren geknecht en gekneveld,
wij hadden de nacht in het bloed,Ga naar voetnoot2
wij zochten de schok die benevelt,
de roes van de dood en de schoot.
Wij waren omringd en omsingeld
door 't graf van een diepe gracht.Ga naar voetnoot3
Wij werden bevrijd door een engel,
die heeft ons naar buiten gebracht.
De mond van het stilstaande water,
een slurpende gulzige muil,
de draak is door Christus verslagen,Ga naar voetnoot4
wij koesteren ons in het heil!
De kringloop, de ban is gebroken,
de vrijheid staat op in ons hart,
wij zijn uit het water getogen,
wij zijn aan het licht gebaard.
| |
[pagina 82]
| |
De nacht, die gevangenbewaarder,
verbleekt, het is zonnig en fris,
de hemel staat recht op de aarde,
wij voelen de dauw van de Geest.
Wij zochten de zwarte extase,
de eendere eeuwigheid.
Nij zijn onze ogen gewassen,
het leven begint op tijd.
| |
Van boom en vruchtEvangeliegezang naar Mattheüs 7 vs 15 21, op de wijs van de lofzang van Maria. De boom van goede vrucht
die staat in goed gerucht,
men zal die boom vertrouwen.
Wat goed is van natuur,
dat gaat niet in het vuur
en wordt niet omgehouwen.
Een boom brengt vruchten voort,
Gods wezen draagt Gods woord,
de kruisboom geeft genade;
de boom in 't paradijs
der kennis maakte wijs,
door schande en in schade.
Daarom, men kent voorwaar
aan 't koren eerst de aar
en aan het werk der harten,
hetzij men vrank en vrij
bloeit voor Gods oog, hetzij
de worm knaagt aan de wortel.
Uit wat een mens verricht,
blijkt in des Heren licht
wat aardt in zijn geweten,
hetzij het duister zelf
of 't vuur dat op de elf
als tongen heeft gezeten.
O wortels van den Geest
waardoor de boom geneest,
om goede vrucht te geven!
Wie God oprecht gelooft,
zal dragen heilig ooft:
een graag godvruchtig leven.Ga naar voetnoot5
|
|