De tale Kanaäns. Een leergang liederen (onder de naam Willem Barnard)(1963)–Guillaume van der Graft– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] De achtste zondag van de zomer Van Lot te Sodom Schriftuurlijk lofgezang over Genesis 19. De dag staat in de ochtend, wend uw gezicht naar God, houd vast aan Zijn beloften, gedenk de vrouw van Lot, doe wel en zie niet om, er is tot ons gesproken, de weg leidt niet naar Sodom, de weg leidt buitenom. Wanneer de wolken breken, er is geen houden aan, een onweerstaanbaar teken, dat alles moet vergaan, maar voor ons ligt het heil, wie omziet is verloren, hij wordt een blinde toren, een zoutpilaar, een zuil. Er is voor ons gebeden door vader Abraham, terwille van de vrede toen God op aarde kwam. Nu gaan de engelen mee als wij naar Zoar reizen en waar de duivels huizen daar is de Dode Zee! Van de oude wet Rijmbrief naar Romeinen 8 vs 12-17, op de wijs van de opgang (Quinquagesima). Zo gij zoudt leven naar de oude wet die ons in vlees en bloed is meegegeven, dan zoudt gij sterven, maar nu zult gij leven, leven als vrucht die eenmaal is gezet. Sterven is aan de dood ten onder gaan, al wat de dood wil in ons hart gedogen zodat de nacht ons staat in onze ogen, willoos en slaafs begeerte's onderdaan. Leven is altijd in beweging zijn, zich laten leiden op Gods eigen wegen, vurig en licht geneigd tot heil en zegen, kinderen Gods en geestverwanten zijn. [pagina 84] [p. 84] Dat doet de Geest die eens is uitgestort, die Geest die van geen slavernij wil weten, die ons des Vaders kinderen doet heten, aanzegt dat God ons op Zijn tijd verhoort. Die Geest getuigt met onze eigen geest, dat wij Gods zonen zijn en erfgenamen, dat wij genoemd zijn met de liefste namen, broeders van Hem, genoten op het feest. Van de Mammon Evangeliegezang naar Lucas 16 vs 1-9. De messiaanse mare gaat als een lopend vuur, een storm in dorre blaren, het is het laatste uur. De Caesar en de Mammon die zijn voor God gelijk. Hun rijk gaat op in vlammen, het oude wereldrijk. De Mammon en de Caesar, die deelden het geweld. Er is een mens verrezen en die behoudt het veld. De Caesar is de keizer, de Staat die geldt als God. Maar Jezus zal verrijzen, verrijzen uit de dood. De Mammon is de Baäl, maar Jezus is de Heer, die al zijn beelden slaan zal tot in de aarde neer. Voor dertig zilverlingen en voor een kus verkocht, wist onze Heer te dwingen de Mammon en zijn macht. Laat ons dan niet als slaven het geld zijn toegewijd, maar goed en goud en have besteden in de strijd. En laat ons vrienden werven zoals hij ons beveelt, want als wij doodarm sterven, dát is wat blijvend geldt. Vorige Volgende