De tale Kanaäns. Een leergang liederen (onder de naam Willem Barnard)
(1963)–Guillaume van der Graft–
[pagina 111]
| |
De negentiende zondag na PinksterenVan Jozef en de zoon van JudaSchriftuurlijk lofgezang over Genesis 37. De zon, de maan en de sterren,
die bogen tot de grond
voor Jozef, de zoon van Jakob,
die in hun midden stond.
En Jozef, de zoon van Jakob,
die had een feestgewaad,
dat is hem afgenomen
uit nijd en broederhaat.
Dat is hem afgenomen
en Jozef is verkocht,
verkocht naar 't land Egypte,
verraden en verzocht.
Verzocht in 't land Egypte
verloor hij weer zijn kleedGa naar voetnoot1
en zo heeft God verdubbeld
het onrecht dat hij leed.
En zo heeft God verdubbeld
het heil en het behoud,
aan broeders en aan vreemden
geeft Hij genadebrood.
De vreemden en de vromen,
Egypte en Israël,
God doet ze samen komen
aan 't grote bruiloftsmaal.
God wil ze samenhouden.
Doet aan dan 't feestgewaad!
want zon en maan en sterren
verlichten zijn gelaat.
En zon en maan en sterren,
die buigen mettertijd
voor Jezus, de zoon van Juda,
die werd verkocht uit nijd,
voor Jezus, de Zoon van Juda,
in de woestijn verzocht,
Wiens kleed is afgenomen,
Wiens leven werd verkocht.
Zijn kleed is Hem ontnomen
toen Hij voor allen leed
om allen te behouden
die gaan in 't wil gekleed,
om allen te behouden
legt Jezus alles af,
naakt als de oude Adam
gaat Hij de weg van 't graf.
Naakt als de oude Adam.
Doet Gij den nieuwen aan,Ga naar voetnoot3
want in den Zoon van Juda
zijn allen opgestaan!
O Jezus, gij Zoon van Juda
wij zingen als uit één mond
met zon en maan en sterren
en buigen tot de grond.Ga naar voetnoot2
| |
[pagina 112]
| |
Van het harnas des HerenZondagslied voor de negentiende week na Pinksteren. Het harnas van den Heer
waarin gij u te weer
tegen den Boze stelt
bestaat niet in geweld,
gij kunt erin verschijnen
voor God en al de Zijnen.
Dat oude legt gij af,
gij legt het in het graf,
het is het beurse vlees
waaruit de Heer verrees,
opdat gij kunt verschijnen
voor God en al de Zijnen.
Het is voor goed gedaan,
het moet ten onder gaan,
uw wapenrusting is
een feestkleed aan de dis,
waarin gij kunt verschijnen
voor God en al de Zijnen.
Want wat ook is geweest,
God vraagt u op het feest,
waar gij te gast zult gaan
met nieuwe kleren aan,
om stralend te verschijnen
voor God en al de Zijnen.
Vernieuw u dan, doet aan
Hem die is opgestaan
en wandel in de tijd
de weg der dankbaarheid,
om eenmaal te verschijnen
voor God en al de Zijnen.
of:
God zal u niet beschamen.
Hij zal u kronen. Amen.
| |
Van het grote bruiloftsmaalSchriftgezang naar Apocalyps 19 vs 6-9. Mij roept een stem die hemel,
aarde en zee vervult,
een stem van talloos velen,
een stem van groot geweld.
Die zegt: aan God zij ere!
Hij die almachtig is
zal nu ten goede keren
de nacht van ons gemis.
Als koning opgetreden
en heerser van 't heelal
moet Hij zijn aangebeden
met lied'ren overal.
Zo heeft de stem gesproken:
heil hen die door het Lam
ter maaltijd zijn genodigd
in 't Nieuw Jeruzalem;
| |
[pagina 113]
| |
de bruiloft is gekomen,
de tafel aangericht,
vergeten zijn de dromen,
gedaan is het gericht,
de lichten zijn ontstoken,
de liefde wordt gevierd,
het leven is ontloken,
de bruid heeft zich versierd.
Zij zal voor hem verschijnen
die haar tot vrouw verkoos,
hij maakt haar tot de zijne,
zo rein en smetteloos.
Haar sluier is geweven,
haar witte bruidsgewaad,
uit daden van degenen
die trouw zijn metterdaad.
Hij sprak: dit is waarachtig,
dit is Gods eigen woord.
De Schepper is almachtig,
Hij zet het leven voort.
|