| |
| |
| |
De een-en-twintigste zondag na Pinksteren
Van Jozef en de vrouw des huizes
Schriftuurlijk lofgezang over Genesis 39.
Wie wijs is weet te wachten,
en in de droom te schouwen
de schoonste aller vrouwen
de schoonste aller bruiden,
waarvan men hoort verluiden
want wie den Heer behoren
hun hart reist voor hen uit.
Wie wijs is weet te wachten
het hart te ruste leggen,
het hoofd in Abrams schoot.
voor God en voor Zijn dienst,
wie waagt om te verliezen
en in het duister schouwen
de schoonste van de vrouwen
| |
| |
| |
Het lofgebed van Mordechai
Schriftgezang naar Esther 13 vs 9-19 (apocrief), op de wijs van psalm 65.
Wanneer ik denk aan al Uw daden,
Here, betoon ons weer genade,
Gij die het leven hebt gegeven
hoe zou zich tegen U verheffen
en niemand delgt het uit,
Gij zelf zult voor zijn toekomst zorgen,
Gij geeft het levenstijd.
Gij zult het redden uit de oven,
Die alles roept bij naam,
aarde omlaag, hemel daarboven;
zo breekt Uw toekomst aan.
Gij zijt een Heer van alle dingen
groten der aarde en geringen
namen van mensen mogen nimmer
geen mens kan tot Uw troon opklimmen,
Abrahams God en Jakobs Koning,
Gij deed ons uit Egypte komen,
dat niemand ooit meer zou verderven
Uw volk, Uw uitverkoren erve,
Aanhoor dan onze lofgebeden,
Gij die de God van alle vrede,
veracht ons niet maar wees genadig,
opdat wij met de dood voor ogen
| |
Van de wapenrusting
Rijmbrief naar Efeziërs 6 vs 10-18.
Wordt krachtig in den Heer
weest op zijn list bedacht.
Niet tegen vlees en bloed
het is een geest die woedt,
een vijand van het licht,
den vijand kunt weerstaan.
| |
| |
Met waarheid weest omgord
en standhoudt in 't gevecht.
die moeten zijn geschoeid
het vuur van satan dooft.
strijdvaardig en gespoord,
ten laatsten kamp en weet:
het zwaard dat is Gods Woord.
|
|