| |
| |
| |
De tweede zondag na Epifanie
Van het begin der tekenen
Zondagsbed voor Kana-zondag, schriftuurlijk lofgezang over Numeri 13 en Jozua 2.
dat is, Hij geeft de gasten
Na veertig jaar ontbering,
na veertig jaar woestijn,
dat overvloeit van honing
Een tocht van zand en stenen
loopt uit op zaad en zegen
en op een bruiloftsstoet.
een rode draad van liefde,
een teken rood als bloed,
dat weten de verspieders,
de toekomst gaat beginnen,
Nu zult gij gaan betreden
waar God Zijn wijnstok plant,
een land van melk en honing,
daar zult gij zalig zijn!
Daar zal ze niets ontbreken
de wingerd plant zich voort.
| |
Van de liefste
Evangeliegezang naar Johannes 2 vs 1-11, met in de eerste strofe Hooglied 5 vs 2-6, op de wijs van Cecilia.
mijn liefste waar ik sliep,
ik heb zijn stem vernomen,
zijn stem wanneer hij riep.
Ik hoorde naar zijn roepen,
mijn hoofd is nat van dauw,
ik hoorde naar zijn roepen
tot zijn uitverkoren vrouw.
Ik deed mijn liefste open,
mijn hart is toen gaan zwerven,
maar niemand die mij opendeed
| |
| |
O Woord van God gesproken,
dat water maakt tot wijn,
o Woord van God gesproken
Uw wezen stroomt als water,
maar het water rood als bloed,
O Heer wij moeten zingen,
ons hart en bloed ontspringen,
die water maakt tot wijn,
wij die door U genodigd zijn,
| |
Van de bruiloft te Kana
Evangeliegezang naar Johannes 2 vs 1-11.
Het water stroomt onder de maan
en komt tot staan en komt tot staan
Het is het water van de Nijl,
het wordt een bloedsomloop van heil,
verkeert in heil en zegen.
Het is het water van de vloed,
het wordt zo rood, zo rood als bloed,
de dood gist hier tot leven
en Christus zal het geven.
Hij is de Noach die de wijn
geplant heeft in de aardse tuin,
het wordt een hof van Eden,
Hij deelt Zijn leven mede.
De bruid die met haar bloed betaalt
krijgt wijn, een wijn die nooit verschaalt.
Hij heeft Zijn bloed vergoten
Het water dat de schepen draagt,
de schoot, de bedding van de maagd,
Hij kent het van te voren,
Hij geeft Zijn toekomst aan de tijd,
Hij geeft Zijn welkom aan de bruid,
zij drinkt met volle teugen,
God zal haar kind verheugen.
O Heer die water maakt tot wijn
en manna gaaft in de woestijn,
|
|