Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen (1707)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen
Afbeelding van Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige MannenToon afbeelding van titelpagina van Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (90.34 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen

(1707)–François Halma–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van Godt den Soone.

11. Sondagh.

29 Vrag. Waerom werd de Sone Godts Jesus, dat is, Salighmaker genaemt ?

Antw. Om dat hy ons salig maeckt, ende van onse sonden verlost Ga naar margenoota. Daer beneven, dat by niemant anders eenige saligheyd te soecken of te vinden is. Ga naar margenootb

30 Vra. Gelooven dan die oock aen den eenigen Salighmaker Jesum, die haer saligheyd ende welvaert by den Heyligen, by hen selven, of ergens elders soecken ?

Ant. Neen sy: Maer sy verloochenen metter daet den eenigen Heyland ende Salighmaker Jesum, of sy schoon sijns met den monde roemen Ga naar margenootc, want van tween een, ofte Jesus en moet geen volkomen Saligmaker zijn, ofte die desen Saligmaker met waren geloove aennemen; moeten alles in hem hebben dat tot harer saligheyd van nooden is. Ga naar margenootd

12. Sondagh.

31 Vra. Waerom is hy Christus, dat is, een Gesalfde genaemd ? Ga naar margenoota

Antw. Om dat hy van Godt den Vader verordineert is, ende met den Heyligen Geest gesalvet Ga naar margenootb, tot onsen hooghsten Propheet, ende Leeraer Ga naar margenootc, die ons den verborgenen raet ende wille Godts, van onser verlossinge volkomelick geopenbaert heeft Ga naar margenootd, ende tot onsen eenigen Hoogenpriester Ga naar margenoote, die ons met de eenige Offerhande sijns lichaems verlost heeft, ende ons met sijner voorbiddinge stedes voortredet by den Vader Ga naar margenootf. Ende tot onsen eeuwigen Koningh, die ons met sijn Woord ende Geest regeert, ende ons by de verworvene verlossinge beschut, ende behoedt. Ga naar margenootg

32 Vrag. Maer waerom word gy een Christen genaemt ?

Antw. Om dat ick door den geloove een lidtmaet Christi Ga naar margenooth, ende alsoo sijner salvinge deelachtigh ben Ga naar margenooti, op dat ick sijnen Name bekenne Ga naar margenootk, ende my selven tot een levendigh danckoffer hem offere Ga naar margenootl, ende

[pagina (6)]
[p. (6)]

met een vrye ende goede conscientie, in desen leven, tegen de sonden, ende den Duyvel strijde, ende hier namaels in eeuwigheydt met hem over alle creatueren regeere. Ga naar margenootm

13. Sondagh.

33 Vra. Waerom is hy Gods eeniggeboren Sone genaemt, soo wy doch oock Gods kinderen zijn ?

Antw. Daerom, dat Christus alleen de eeuwige natuerlicke Sone Gods is. Ga naar margenoota Maer wy zijn om sijnent wille, uyt genaden, tot kinderen Gods aengenomen. Ga naar margenootb

34. Vrage Waerom noemt gy hem onsen Heere ? Ga naar margenootc

Antw. Om dat hy ons met lijf ende ziele van alle onse sonden Ga naar margenootd, niet met gout ofte met silver, maer met sijnen dierbaren bloede gekocht, ende van alle geweld des Duyvels verlost, ende ons also hem tot een eygendom gemaeckt heeft.

14. Sondagh.

35. Vrag. Wat is dat geseyt: Die ontfangen is van den Heyligen Geest, geboren uyt de Maget Maria ?

Antw. Dat de eeuwige Sone Godts, die waerachtigh ende eeuwigh Godt is ende blijft Ga naar margenoota, ware menschelicke nature Ga naar margenootb, uyt den vleesche ende bloede der Maget Maria Ga naar margenootc, door de werckinge des Heyligen Geests Ga naar margenootd, aengenomen heeft Ga naar margenoote, op dat hy ook dat ware zaet Davids zy Ga naar margenootf, sijnen broederen in allen gelijck Ga naar margenootg, uytgenomen de sonde. Ga naar margenooth

36 Vrag. Wat nuttigheyd overkomt gy door de heylige ontfanginge ende geboorte Christi ?

Ant. Dat hy onse Middelaer is Ga naar margenooti, ende met sijne onschult ende volkomen heyligheyd, mijn sonden, daer in ick ontfangen ende geboren ben, voor Godts aengesicht bedeckt. Ga naar margenootk

15. Sondagh.

37 Vrag. Wat verstaet gy by dat woordeken, Geleden ?

Antw. Dat hy aen lijf ende ziele, den gantschen tijd sijns levens, op der aerden, maer insonderheyd aen 't eynde sijns levens, de toorn Godts tegen de sonde des gantschen menschelicken geslachts gedragen heeft Ga naar margenoota, op dat hy met sijn lijden, als met den eenigen soen-offer Ga naar margenootb, ons lijf ende ziele van de eeuwige verdoemenis verlosse, ende ons Gods genade, gerechtigheyd, ende dat eeuwigh leven verworve. Ga naar margenootc

38 Vra. Waerom heeft hy onder de Rechter Pontio Pilato geleden ?

Ant. Op dat hy onschuldigh, onder den wereldlicken Rechter veroordeeld zijnde Ga naar margenootd, ons daer mede van den strengen oordeele Gods, dat over ons gaen soude, bevrijde. Ga naar margenoote

39 Vrag. Heeft dat yet meer in, dat hy gekruyst is geweest, dan of hy niet een andere doodt gestorven ware ?

Antw. Ja het; Want daer door ben ick seker, dat hy de vervloeckinge die op my lagh, op hem geladen heeft, want de doodt des kruyces van Godt vervloeckt was. Ga naar margenootf

16. Sondagh.

40 Vra. Waerom heeft Christus hem tot in den

[pagina (7)]
[p. (7)]

doodt moeten vernederen ?

Ant. Daerom, dat van wegen der gerechtigheydt ende waerheyd Godts Ga naar margenoota, niet anders voor onse sonden en konde betaelt werden, dan door de doodt des Soons Godts. Ga naar margenootb

41 Vrag. Waerom is hy begraven worden ?

Ant. Om daer mede te betuygen, dat hy waerachtelick gestorven zy. Ga naar margenootc

42. Vra. Soo dan Christus voor ons gestorven is, hoe komt dat wy oock moeten sterven ?

Antw. Onse dood en is geen betalinge voor onse sonden, maer alleen een afstervinge der sonden Ga naar margenootd, ende eenen doorgangh tot den eeuwigen leven. Ga naar margenoote

43 Vra. Wat verkrijgen wy meer voor nuttigheyd uyt de offerhande ende dood Christi aen 't kruys ?

Antw. Dat door sijne kracht onse oude mensche met hem gekruyst, gedood ende begraven werd Ga naar margenootf, op dat de boose lusten des vleesches in ons niet meer en regeeren Ga naar margenootg, maer dat wy ons selven hem tot eene offerhande der danckbaerheyd op-offeren. Ga naar margenooth

44 Vra. Waerom volgt daer, Nedergedaeld ter hellen ?

Ant. Op dat ick in mijne hooghste aenvechtingen versekert zy, ende my gantschelick vertrooste, dat mijn Heere Christus door sijne onuytsprekelicke benaeuwtheyd, smerten, verschrickinge ende helsche quale, in welcken hy in sijn gantsche lijden Ga naar margenooti (maer insonderheyd aen het kruys) gesoncken was Ga naar margenootk, my van der helscher benauwtheyd ende pijne verlost heeft. Ga naar margenootl

17 Sondagh.

45 Vrag. Wat nuttet ons de opstandinge Christi ?

Ant. Ten eersten heeft hy door sijne opstandinge de doodt overwonnen, op dat hy ons de gerechtigheydt, die hy door sijne dood ons verworven hadde Ga naar margenoota, konde deelachtigh maken Ga naar margenootb. Ten anderen, werden wy oock door sijne kracht opgeweckt tot een nieuw leven Ga naar margenootc. Ten derden, is de Opstandinge Christi een seker pandt onser saliger Opstandinge. Ga naar margenootd

18. Sondagh.

46 Vra. Wat verstaet gy daer mede, Opgevaren ten Hemel ?

Antw. Dat Christus voor de oogen sijner Jongeren van der aerden ten Hemel is opgeheven Ga naar margenoota, en dat hy ons ten goede daer is Ga naar margenootb, tot dat hy weder komt, te oordeelen de levendige ende de doode. Ga naar margenootc

47 Vra. Is dan Christus niet by ons tot aen het eynde der werelt, alsoo hy ons belooft heeft ? Ga naar margenootd

Ant. Christus is waerachtig mensche ende waerachtigh Godt. Na sijner menschelicker nature is hy niet meer op aerden Ga naar margenoote, maer na sijn Godheyd, Majesteyt, Genade ende Geest, en wijckt hy nimmermeer van ons. Ga naar margenootf

48 Vra. Maer soo de Menscheyd niet over al en is, daer de Godheyd is, werden dan die twee naturen in Christo niet van een ander gescheyden ?

Ant. Gantschelick niet: want mitsdien de God-

[pagina (8)]
[p. (8)]

heyd onbegrijpelick ende over al tegenwoordig is Ga naar margenootg, soo moet volgen datse wel buyten haer aengenomen Mensheyd is Ga naar margenooth, ende nochtans personelick met haer vereenight blijft. Ga naar margenooti

49 Vrag. Wat nuttet ons de Hemelvaert Christi ?

Antw. Ten eersten, dat hy in den Hemel voor dat aengesicht sijns Vaders onse Voorspreeker is Ga naar margenootk. Ten anderen, dat wy ons vleesch in den Hemel tot eenen sekeren pandt hebben, ende dat hy als dat Hooft ons sijne Lidtmaten oock tot hem sal nemen Ga naar margenootl. Ten derden, dat hy ons sijnen Geest tot eenen tegenpand sendet Ga naar margenootm, door welckers kracht wy soecken dat daer boven is, daer Christus is sittende ter rechter-handt Godts, ende niet dat op der aerden is. Ga naar margenootn

19. Sondagh.

50 Vra. Waerom werd daer toe geset, Sittende ter rechter-hand Gods ?

Antw. Dat Christus daerom ten hemel gevaren is, op dat hy hem selven daer bewijse als dat Hooft sijner Christelicker Kercke Ga naar margenoota, door welcke de Vader alle dingh regeert. Ga naar margenootb

51. Vrag. Wat nuttigheyd brengt ons nu dese heerlickheyd onses Hoofts Christi ?

Antw. Eerstelick, dat hy door sijnen heyligen Geest, in ons sijne lidtmaten, de Hemelsche gaven uytgiet Ga naar margenootc. Daer na, dat hy ons met sijne macht tegen alle vyanden beschut ende bewaert. Ga naar margenootd

52 Vrag. Wat troost u de wederkomste Christi om te oordeelen de levendigen ende de dooden ? Ga naar margenoote

Antw. Dat ick in alle droeffenis ende vervolginge, met opgerechten hoofde, even den selven, die hem te vooren om mijnent wille voor Godts gerichte gestelt, ende al den vloek van my wechgenomen heeft, tot eenen Rechter uyt den Hemel verwachte Ga naar margenootf, die alle sijne en mijne vyanden, in de eeuwige verdoemenisse werpe Ga naar margenootg, maer my met allen uytverkorenen, tot hem, in de Hemelsche blijdschap ende heerlickheyd neemen sal. Ga naar margenooth

margenoota
Mat 1. 21. 1Tim 1. 15.
margenootb
Joan 6. 68. ende 10. 7, 8, 9.
margenootc
1Cor. 13. 30. Gal. 5. 4.
margenootd
Joan 1. 16. Col. 1 19, 20. ende 2. 10.

margenoota
Matt 16. 16.
margenootb
Luce 4. 18.
margenootc
Mat 17. 5. ende 23. 8.
margenootd
Joan 1. 18.
margenoote
Psa. 110. 4. Hebr. 7. 21. 10 12.
margenootf
Rom 8. 34. Eph. 5. 2. Hebr. 7. 25.
margenootg
Psa. 2. 6. Luce 1. 33.
margenooth
Act. 11. 26.
margenooti
1Cor. 6. 15.
margenootk
1Joa. 2. 10.
margenootl
Mat 10. 32, 33. Luce 9. 26. Hebr. 13
margenootm
1Tim. 1. 18, 19. 2Tim. 2. 12.

margenoota
Joan. 1. 14, 18.
margenootb
Rom 8. 15, 16, 17.
margenootc
Act. 2. 36. 1Cor. 8. 6.
margenootd
1. Pet. 1. 18, 19. 2Cor. 6. 20.

margenoota
Joan. 1. 1. Jaco. 1. 17.
margenootb
Rom 1. 3.
margenootc
Mat 1. 28.
margenootd
Luce 1. 35.
margenoote
Phil. 2. 7.
margenootf
Mat 2. 6.
margenootg
Heb. 11. 17.
margenooth
Heb. 4. 1. 55.
margenooti
1Tim. 2. 5. Heb. 2. 16 17.
margenootk
Psa. 32. 1, 2 1Cor. 1. 30.

margenoota
1 Pet. 2. 24. ende 3. 18.
margenootb
Rom. 3. 15. 1Tim 2. 5, 6.
margenootc
Col. 1. 14. Hebr. 5. 9.
margenootd
Matt 27. 18, 19.
margenoote
Gal. 3. 13, 14.
margenootf
Joa. 3. 14, 15. Eph. 2. 16.

margenoota
Gen. 2. 15. Rom. 8. 3, 4.
margenootb
Heb. 2. 6, 14, 15.
margenootc
Act. 13. 19. 1Cor. 15. 4, 5
margenootd
Rom 1. 12, 14.
margenoote
Joa. 5. 24. Luce 16. 12. ende 23. 43.
margenootf
Rom 6. 3. &c.
margenootg
Rom 6. 7, 22, 23.
margenooth
Rom 12. 1, 2
margenooti
Joa. 12. 27. Matt 26. 38.
margenootk
Mat 17. 4.
margenootl
1Cor. 15. 54, 55.

margenoota
Luce 24. 4, 5 &c.
margenootb
Rom 4. 25.
margenootc
Rom. 6. 4, 5.
margenootd
Rom 8. 11.

margenoota
Act. 1. 9.
margenootb
Joa. 16. 7.
margenootc
Heb. 9. 28.
margenootd
Matt 28. 29.
margenoote
Joan. 16. 28.
margenootf
Joan. 14. 16, 17.
margenootg
Psa. 1. 39. 7.
margenooth
Joan. 11. 14, 15.
margenooti
Eph. 49. 10.
margenootk
Rom 8. 34. 1.Joa. 2. 1.
margenootl
Joa. 14. 21. en 20. 17.
margenootm
Joan. 14. 16, 17. Act. 2. 1, 2, 3.
margenootn
Col. 31. 2. Phil. 3 14, 20.

margenoota
Eph. 1. 20, 21, 22, 23.
margenootb
Joan. 5. 22, 23.
margenootc
Rom 12. 5, 6 7, 8.
margenootd
Joan. 10. 28.
margenoote
Act. 1. 11. ende 10. 42. ende 17. 31.
margenootf
Luce 21. 28. Rom. 8. 23.
margenootg
Mat 23. 41. 2The. 1. 6.
margenooth
Matt 25. 34.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken