Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal
Afbeelding van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taalToon afbeelding van titelpagina van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (169.64 MB)

XML (14.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

(1990)–P.J. Harrebomée–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[E]

Ebben.

Na ebben Komt hebben, Na hebben Komt ebben.

Eclipseren.

Hij is geëclipseerd.

[Dat wil zeggen: hij heeft zich uit de voeten gemaakt. De spreekwijze komt van eclips, dat is: verduistering. Zij wordt ook op den gestorvene toegepast.]

[pagina 22]
[p. 22]

Eeren.

Daar men meê verkeert, Wordt men meê geëerd.Ga naar voetnoot1

Eggen.

Er is met hem eggen noch ploegen.Ga naar voetnoot2 (Zie de Bijlage.)

Men moet weten te ploegen en te eggen.Ga naar voetnoot3

Eindigen.

Beginnen is nog geen eindigen. (Zie beginnen.)

Beter onbegonnen dan ongeëind. (Zie beginnen.)

Die veel beginnen, eindigen weinig. (Zie beginnen.)

Eerlijk: wel beginnen; heerlijk: wel eindigen. (Zie beginnen.)

Kwalijk begonnen, kwalijk geëindigd. (Zie beginnen.)

Eischen.

Die wel dient, eischt met stilzwijgen. (Zie dienen.)

Om gelijk te krijgen, eischt men dikwijls ongelijk.Ga naar voetnoot4

Schoon gevleid is half geëischt.Ga naar voetnoot5

Tot een stout eischen zet men een vrij ontzeggen tegen.Ga naar voetnoot6

Enteren.

Hij zal hem wel enteren.

Ervaren.

Ervaren wij 't niet nieuw, dan ervaren wij het oud.Ga naar voetnoot7

Erven.

Derven Is geen erven. (Zie derven.)

Die laatst leeft, zal alles erven.Ga naar voetnoot8

Je moet zeker nog van mij erven.

[Men zegt dit, als men met den poot van een' stoel op den japon eener dame zit.]

Men kent niemand regt, of men moet eerst met hem geërfd hebben.

Sterven Is ons aller erven.Ga naar voetnoot9

Eten.

Al is men gebeten, Men is niet gegeten. (Zie bijten.)

Als hij eet, spreekt hij van niemand kwaad.

Brok niet meer, dan gij eten wilt. (Zie brokken.)

Daar smaakt niets beter, dan wat men zelf eet.

Denk vrij, dat hij niet weinig weet, Die weinig zegt en weinig eet. (Zie denken.)

Die gaarne ziet werken, moet ook zoowel zien eten.Ga naar voetnoot10

Die het al eet, die schijt het al.Ga naar voetnoot11

Die langst eet, zal langst leven.Ga naar voetnoot12

Die niet werkt, zal niet eten.Ga naar voetnoot13

[Dit spreekwoord is genomen uit 2 Thess. iii: 10.]

Die nooit at, hongerde nooit.Ga naar voetnoot14

Die nooit at, weet niet, wat eten vermag.Ga naar voetnoot15

Die te gader eten, moeten te gader spreken.Ga naar voetnoot16

Die veel wil weten, Moet luttel eten.Ga naar voetnoot17

Die wel kookt, die wel eet.Ga naar voetnoot18

Die zich niet zat eet, zal zich niet zat likken.Ga naar voetnoot19 (Zie de Bijlage.)

Die zich schaamt te eten, die schaamt zich te leven.Ga naar voetnoot20

Eet daar eens van!Ga naar voetnoot21

[Men bezigt deze spreekwijze van adellijke titels en eereposten, of van mooije voorwerpen, die alleen voor pronk en praal dienen. In dergelijken zin zegt men mede: Wat gaat men eraf eten?]

Eet ik mede, ik zwijg.Ga naar voetnoot22

[Als ik in de voordeelen van 't geheim mag deelen, dan zal ik u niet verklappen.]

Eet, wat gij vindt; denk, wat gij wilt. (Zie denken.)

Elk ete, eer hij uitga.Ga naar voetnoot23 (Zie de Bijlage.)

Eten en drinken Doet klinken. (Zie drinken.)

Eten En vergeten.Ga naar voetnoot24

Eten verbiedt eten.Ga naar voetnoot25

Gij hebt het erin gebrokt, en zult het ook zelf eten. (Zie brokken.)

Hebben wij niet wel gegeten, Zoo hebben wij toch droog gezeten.Ga naar voetnoot26

Het weten Doet eten.Ga naar voetnoot27

[Die wat geleerd heeft, wint daarmede den kost.]

Hij eet, om ervan te barsten. (Zie barsten.)

Hij eet veel, die weinig eet.Ga naar voetnoot28

[Die matig leeft, onderhoudt zijn leven op de beste wijze.]

Hij eet zich dood.

[Daar hij alles door de keel jaagt, zal hij van armoede omkomen.]

Hij heeft te eten noch te breken. (Zie breken.)

Hij kan het eten noch kaauwen.

Hij praat goed, maar eet beter.

Hij vast genoeg, die kwalijk eet.Ga naar voetnoot29

Hij weet niet, wat daar te eten is.Ga naar voetnoot30

Hij zou eten, dat het sta! zegt.

Ik wilde liever met haar eten dan kijven (of: vechten).

Kleed u warm, eet sober, drink redelijk, en gij zult lang leven. (Zie drinken.)

Klein van eten en groot van kakken.

Men eet, om te leven, en men leeft niet, om te eten.Ga naar voetnoot31

Men moet eten, wat men lust, en lijden, wat men kan.

[pagina 23]
[p. 23]

Men moet zoo eten, dat men etende kan blijven.Ga naar voetnoot1

Naauw gezeten Is half kwalijk gegeten.Ga naar voetnoot2

Sla dengenen, dien gij te eten geeft.Ga naar voetnoot3

Slapen is zoo goed als eten.

Tweemaal kwalijk gegeten, is half gevast.Ga naar voetnoot4

Veel drinken en eten Doet weinig weten. (Zie drinken.)

Veel gapen Wil eten of slapen.Ga naar voetnoot5

Wat gaat men eraf eten?Ga naar voetnoot6

Wat ontbreekt hem, die wel slaapt en eet?Ga naar voetnoot7

Zien eten doet eten.

Zij koken en brokken, gelijk zij het eten willen. (Zie brokken.)

Zij wachten hem al etende.Ga naar voetnoot8

voetnoot1
Gruterus II. bl. 129. Cats bl. 410. v.d. Venne bl. 77. Mergh bl. 6. Sel. Prov. bl. 59. Sartorius tert. VI. 75. Witsen 391. v. Alkemade bl. 108. Tuinman I. bl. 360, II. bl. 75, 76. Adag. quaedam bl. 4, 13. Adag. Thesaurus bl. 7. Wassenbergh bl. 88. v. Moerbeek bl. 252. Magazijn III. bl. 161. v.d. Hulst bl. 18. Willems III. 113. Kerkhoven bl. 55. Modderman bl. 5. Bogaert bl. 67. 5 Julij 53. Gent bl. 125.

voetnoot2
Sartorius sec. V. 56, X. 36. Gales bl. 25. v. Eijk III. bl. 27.
voetnoot3
Landbouwer bl. 70.

voetnoot4
Sartorius sec. III. 100.
voetnoot5
Gruterus III. bl. 167. Meijer bl. 76.
voetnoot6
Cats bl. 469. de Brune bl. 367.

voetnoot7
Campen bl. 60. Meijer bl. 28.

voetnoot8
Tuinman I. bl. 319.
voetnoot9
29 Nov. Gruterus I. bl. 119, III. bl. 168. Tuinman I. bl. 318.

voetnoot10
v.d. Venne bl. 245.
voetnoot11
Motz bl. 63.
voetnoot12
Gruterus II. bl. 135. Mergh bl. 11. Sel. Prov. bl. 2. Tuinman I. bl. 72, 160. April 19.
voetnoot13
Gheurtz bl. 74. Gruterus II. bl. 135, III. bl. 138. de Brune bl. 132. Mergh bl. 12. Witsen 440. Winschooten bl. 357. Tuinman bl. 114. I. bl. 125, 326. Jan. 7. v. Zutphen II. bl. 54. Modderman bl. 133. Bogaert bl. 88.
voetnoot14
Campen bl. 86. 6 Febr. Gruterus I. bl. 100, III. bl. 138. Tuinman I. bl. 331.
voetnoot15
Motz bl. 70.
voetnoot16
Gruterus III. bl. 139.
voetnoot17
Cats bl. 544. Sel. Prov. bl. 1.
voetnoot18
Gheurtz bl. 36. Gruterus II. bl. 137. Mergh bl. 13.
voetnoot19
Gheurtz bl. 12. v.d. Venne bl. 116. de Brune bl. 9. Harrebomée V. bl. 306.
voetnoot20
Motz bl. 67.
voetnoot21
Tuinman I. bl. 106, II. bl. 57.
voetnoot22
Prov. seriosa bl. 20. Gheurtz bl. 20. Gruterus III. bl. 145.
voetnoot23
Campen bl. 9. 4 Jan. Gruterus I. bl. 104. Meijer bl. 5.
voetnoot24
Adag. Thesaurus bl. 22.
voetnoot25
Gruterus III. bl. 145. v.d. Venne bl. 187. Tuinman II. bl. 222.
voetnoot26
Campen bl. 109. Meijer bl. 52.
voetnoot27
Cats bl. 501.
voetnoot28
Cats bl. 543. Sel. Prov. bl. 2.
voetnoot29
de Brune bl. 478.
voetnoot30
Tuinman II. bl. 167.
voetnoot31
v.d. Venne bl. 38. Tuinman II. bl. 27.
voetnoot1
Tuinman II. bl. 26.
voetnoot2
Gruterus III. bl. 163. Meijer bl. 87.
voetnoot3
Servilius bl. 194.
voetnoot4
Gruterus III. bl. 170. Meijer bl. 82.
voetnoot5
Sel. Prov. bl. 206.
voetnoot6
Sartorius tert. VII. 9.
voetnoot7
Gruterus III. bl. 173.
voetnoot8
Andriessen bl. 229.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken