‘Ja, nog bedankt.’
‘Niks te danken hoor. De ene dienst is de andere waard.’
‘Wat kan ik voor je doen?’
‘Niks, nog niks.’
‘Misschien kun je mij dan nogmaals helpen.’
‘Toe maar.’
‘Ik zit verlegen om een filmkontrakt.’
‘Nou, dat lijkt me niet zo moeilijk. Misdadigersrollen kun je overal krijgen.’
‘Dank je. Maar ik zoek een kontrakt voor een beetje ver weg. Italië of zo.’
‘Toe maar, heb je moeilijkheden? Huwelijk? Belasting? Drugs?’ Marc kon aan de stem horen dat de slijmklieren van de journalist goed op toeren kwamen.
‘Weet je een rol?’
‘Ik zou kunnen bemiddelen voor een film die in Mexico wordt opgenomen.’
‘Dat is ook goed.’
‘Ik kan de producer vanavond spreken, maar...’
‘Dan bel ik je vanavond nog.’
‘Ik doe dit echter alleen voor je, wanneer je mij vertelt wat er aan de hand is.’
‘Niets bijzonders. Ik wil weer eens wat anders.’
‘Goed, Marc, dan staak ik de bemiddeling.’
Marc wist dat hij elk woord dat hij nu nog zou gebruiken morgen opgepept in de schandaalpers zou kunnen lezen. Maar misschien was dit de beste manier van bescherming.
‘Luister maar, ik was gisteren in een boekhandel. Daar kwam een man in een leren jas op mij af. Hij zei: u bent een Tsjech, u moet hier weggaan.’